nr. 25
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2004
In het Algemeen Overleg Milieuhandhaving van 16 december 2003 is
door mevrouw Schreijer-Pierik een vraag gesteld over mogelijke tegenstrijdige
regelgeving ten aanzien van het vegen van asbesthoudende schoorstenen. Mede
namens mijn ambtgenoot van Sociale Zaken en Werkgelegenheid doe ik u hierbij
mijn antwoord toekomen.
Gemeenten zouden niet toestaan om schoorstenen te laten vegen waarin asbesthoudende
rookkanalen aanwezig zijn. Het asbest zou bij het vegen vrij kunnen komen
en onbeheersbare risico's met zich kunnen brengen, ook voor de betrokken werknemers.
Gebouweigenaren zijn echter om verzekeringstechnische redenen verplicht om
schoorstenen met enige regelmaat te vegen, ook risico's op koolmonoxidevergiftiging
spelen hierbij een rol. Uit nader onderzoek is mij echter gebleken dat het
vegen van asbesthoudende schoorstenen, zowel vanuit de asbestregelgeving van
mijn departement als vanuit de arbeidsbeschermingregelgeving van het ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, niet verboden is. Bij het vegen van
asbesthoudende schoorstenen gelden in de Arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving
wel algemene eisen in verband met de bescherming van werknemers tegen asbest,
maar ook tegen andere gevaarlijke stoffen die hierbij vrij kunnen komen, zoals
aan roet gebonden kankerverwekkende stoffen (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen).
Daarnaast is er sprake van het werken op hoogte, dat voor schoorsteenvegers
additionele risico's met zich brengt, waarvoor arbeidsbeschermingregelgeving
geldt.
De Arbeidsinspectie heeft recent overleg gevoerd met de brancheorganisatie
van schoorsteenvegers, de Algemene Schoorsteenvegers Patroons Bond (ASPB).
Hierin is afgesproken dat de risico-inventarisatie zal worden aangepast in
verband met de hiervoor genoemde risico's (emissie van gevaarlijke stoffen
en valhoogte). Op basis daarvan zullen meer specifieke maatregelen voorgesteld
worden om deze risico's in te perken. Deze zullen een aanvulling vormen op
het bestaande pakket maatregelen, dat momenteel wordt gehanteerd
door schoorsteenvegers, zoals afzuiging van het rookkanaal tijdens het vegen.
Bovendien is het al een aantal jaren technisch mogelijk – en daar
waar mogelijk ook daadwerkelijk praktijk – om asbesthoudende schoorstenen
te voorzien van een metalen binnenmantel, waardoor voorkomen wordt dat asbestvezels
bij toekomstige veegwerkzaamheden vrijkomen. Hiervoor is door de ASPB een
interne instructie voor de aangesloten ledenbedrijven opgesteld.
Tenslotte dient opgemerkt te worden dat indien er sprake is van het verwijderen
van asbesthoudende onderdelen uit schoorstenen, anders dan door het vegen,
de regels met betrekking tot de verwijdering/sloop van asbest, zoals gesteld
in de asbestparagraaf van het Arbeidsomstandighedenbesluit en in het Asbestverwijderingsbesluit,
van toepassing zijn. Tevens is op basis van de gemeentelijke bouwverordening
hiervoor een sloopvergunning noodzakelijk.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel