25 834 Problematiek rondom asbest

Nr. 151 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2018

In mijn brief van 17 april 2018 over het met asbest verontreinigde straalgrit1 heb ik laten weten dat ik verwachtte uw Kamer in de zomer te kunnen informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de mogelijke blootstelling van werknemers en omwonenden aan asbestvezels afkomstig van werkzaamheden met verontreinigd straalgrit. In dit kader is door uw Kamer tevens verzocht om een brief over dit onderwerp2.

Middels deze brief wil ik u informeren dat het onderzoek helaas nog niet is afgerond. In november verwachten de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en ik uw Kamer het onderzoek en de uitkomsten te doen toekomen.

Eerder onderzoek

In oktober 2017 bleek dat er in Nederland straalgrit werd gebruikt dat met asbest vervuild was. Die situatie vroeg om een adequaat en gecoördineerd optreden vanuit de overheid. Daarom heeft de Inspectie SZW in samenwerking met de overige betrokken toezichthouders en departementen het voortouw genomen in een gezamenlijke aanpak van de kwestie. Naast het in kaart brengen van de problematiek en de gevolgen daarvan is tevens besloten om onderzoek te laten uitvoeren naar de mogelijke blootstelling van personen.

Over de conclusies uit het TNO-onderzoek naar de risico’s van het opruimen van het met asbest verontreinigde straalgrit heb ik uw Kamer reeds geïnformeerd in mijn brief van 31 oktober 20173. Dit onderzoek heeft bedrijven duidelijkheid verschaft onder welke condities zij het gebruikte straalgrit op een veilige manier konden opruimen.

Huidig onderzoek

Op basis van dit onderzoek heb ik TNO dit voorjaar gevraagd een inschatting te maken van de blootstelling aan asbestvezels van werknemers en omwonenden ten gevolge van de werkzaamheden met het verontreinigde straalgrit.

De eerste, voorlopige signalen lijken erop te wijzen dat gezondheidsrisico’s voor sommige blootgestelde (werknemers)groepen niet met zekerheid uit te sluiten zijn. Om na te gaan of er gezondheidsrisico’s hebben bestaan, en zo ja, welke, heb ik daarom het RIVM gevraagd om een aanvullend onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek is nog niet afgerond.

Pas wanneer zowel het definitieve rapport van TNO als het gezondheidskundig onderzoeksrapport van het RIVM beschikbaar zijn, kan ik conclusies trekken over de eventuele gezondheidsschade die het werken met verontreinigd straalgrit heeft veroorzaakt.

Ik verwacht beide rapporten in november aan uw Kamer te kunnen aanbieden. Dan kan ik zeggen of gevaarlijke blootstelling aan de orde was en of, en zo ja, welke, gezondheidsrisico’s dat eventueel met zich mee heeft gebracht. Ik realiseer mij dat dit later is dan ik uw Kamer heb toegezegd. Ik hecht er veel waarde aan om uw Kamer, de betrokken werknemers en anderen zorgvuldig en volledig te kunnen informeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstuk 25 834, nr. 137.

X Noot
2

Regeling van werkzaamheden 19 april 2018, verzoek Laçin (SP), (Handelingen II 2017/18, nr. 76).

X Noot
3

Kamerstuk 25 834, nr. 131 herdruk.

Naar boven