25 834 Problematiek rondom asbest

Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 augustus 2015

Hierbij bied ik u de Sectorrapportage Asbest 2015 aan die door de Inspectie SZW is opgesteld1. De rapportage geeft een beeld van de arbeidsomstandigheden in de gecertificeerde asbestsector en van de aanpak van malafide asbestsaneerders.

Inleiding

In Nederland overlijden jaarlijks naar schatting tussen de 900 en 1.300 mensen als gevolg van het inademen van asbestvezels in het verleden. Asbest is nog op veel plaatsen aanwezig. Bij het uitvoeren van werk in een omgeving waarin asbest is toegepast, kan blootstelling plaatsvinden. Het verwijderen van asbest mag daarom, in het huidige stelsel, alleen gebeuren door gecertificeerde verwijderaars en gecertificeerde saneringsbedrijven. De Inspectie SZW houdt toezicht en rapporteert hierover.

In de Sectorrapportage Asbest 2015 schetst zij een beeld van een bedrijfstak waarvan de naleving in de afgelopen periode op het terrein van gezond en veilig werken fors verbeterd is. In de afgelopen periode is hieraan continu gewerkt door alle betrokkenen. De verbetering geeft aan dat steeds meer sprake is van een gemeenschappelijk streven tot veilig en gezond werken.

Bevindingen sectorrapportage

• Gecertificeerde sector

Sinds januari 2012 heeft de Inspectie SZW een intensieve aanpak gerichte op asbestverwijdering. Zo is er onder meer een speciaal daarvoor vrijgemaakt asbestinspectieteam gevormd met gespecialiseerde inspecteurs. De integrale overkoepelende aanpak van inspecties, inzet vanuit de branche en beleidsinitiatieven is effectief. In 2012 was nog slechts in 30% van de geïnspecteerde locaties alles op orde en werden tekortkomingen geconstateerd. De naleving is inmiddels gestegen naar ruim de helft van de locaties (54%) in 2014.

• Malafide asbestverwijdering

Het aantal inspecties gericht op malafide verwijderaars is gestegen: in 2012 betrof het 12% van de inspecties. In 2014 bedroeg het aandeel 45% van het totaal aantal inspecties. In de komende periode wordt dit voortgezet en wordt 50% van de totale asbestinspectiecapaciteit op de malafide sector gericht.

Periode 2016 en verder

In de komende periode volg ik de ontwikkelingen in de naleving in de gecertificeerde sector op de voet om te bezien of de positieve trend doorzet. Daarnaast ontwikkelen betrokken partijen diverse activiteiten, onder andere op het terrein van communicatie om onbekendheid met asbest in risicosectoren aan te pakken. Dit ondersteun ik. Deze ontwikkelingen worden ook betrokken bij de aan uw Kamer aangekondigde analyse en evaluatie van het certificatiestelsel voor asbest.

Op basis van de Sectorrapportage concludeer ik dat, om de stijgende lijn vast te kunnen houden, continuering van het solide toezicht op de sector gewenst is. Hiertoe blijft de inzet en aanpak van mijn ministerie de komende jaren gericht op «hard optreden waar nodig» (inspecteren) en «samenwerken waar mogelijk» (communiceren). De aanpak van de Inspectie na 2015 wordt herijkt en krijgt vorm in een nieuwe Meerjarenaanpak die vanaf 2016 uitgevoerd wordt.

Inspecties in de asbestsaneringsector blijven uiteraard ook na 2015 een hoge prioriteit houden voor de Inspectie SZW, waarbij het uitgangspunt is dat de druk op deze sector onverminderd zal blijven. Ook de rol van opdrachtgevers in de keten is van bijzonder belang en wordt in deze aanpak meegenomen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven