25 823
Wijziging van de Woningwet (milieugrondslag bouwbesluit)

nr. 7
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 4 juni 1998

Met mijn beleidsbrief van 19 februari «Voortgang Herijking Bouwregelgeving» (TK 1997/98, 24 280, nr. 16) heb ik aangegeven langs welke weg ik voornemens ben de in het Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen: Investeren in de Toekomst van september 1995 (TK 1995/96, 24 280, nr. 1) en het Tweede Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen van november 1997 (TK 1997, 24 280, nr. 13) aangekondigde verankering van duurzaam bouwen in bouwregelgeving vorm te geven. De hiertoe vereiste wijziging van de Woningwet – Milieugrondslag Bouwbesluit (TK 1997/98, 25 823, nrs. 1 t/m 3) ligt inmiddels ter behandeling in de Tweede Kamer. De nota naar aanleiding van het verslag heb ik u op 2 april jongstleden doen toekomen.

Naar de mening van het Kabinet zou het mogelijk moeten zijn dit wetsvoorstel nog voor het aantreden van een nieuwe regering parlementair af te handelen. Het is uiteraard aan de Kamer hier wel of niet gevolg aan te geven.

Parallel aan de werkzaamheden voor het wetsvoorstel heb ik in intensief overleg met de bouwpraktijk een Plan van Aanpak ontwikkeld, dat is gericht op concrete uitwerking van duurzaam bouwen in de bouwregelgeving.

Ter informatie doe ik u hierbij dit Plan van Aanpak en het commentaar van het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) toekomen1. Ik kan mij goed vinden in dit OPB-commentaar. Aangezien de uitwerking een zorgvuldig en langdurig te doorlopen traject inhoudt, waaraan naast onderzoek en communicatie, ook een bedrijfseffecten-toets en een intensief voorlichtingsproces is verbonden, onderschrijf ik de conclusie van het OPB volledig dat zo spoedig mogelijk de uitvoering van het plan van aanpak ter hand moet worden genomen.Uitstel van uitvoering van het

Plan van Aanpak zou een grote vertraging impliceren, te meer daar de onderzoek-activiteiten Europees dienen te worden aanbesteed.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven