25 796
Voorstel van wet van de leden Duivesteijn en M.M. van der Burg houdende wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en de Wet op de huurcommissies (begrenzing van de huurharmonisatie)

nr. 11
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 22 juni 2000

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In de considerans vervalt de zinsnede beginnend met «en in verband» en eindigend met «zes maanden».

B

Artikel I, onder A, wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:.

2. Onderdeel 1 alsmede de aanduiding «2.» voor onderdeel 2 vervallen.

C

Artikel IIIA vervalt.

Toelichting

Het wetsvoorstel regelt onder meer dat de termijn waarbinnen de huurder zich na de ingangsdatum van de huurovereenkomst tot de huurcommissie kan wenden met het verzoek de aanvangshuur te toetsen op redelijkheid wordt verlengd van drie maanden tot zes maanden. Inmiddels is echter de «wet onderhoud leges, toezicht»(Stb. 199, 233) in werking getreden, waarin dezelfde verlenging van die termijn is opgenomen. Het is dus niet meer noodzakelijk die verlenging in dit wetsvoorstel te regelen.

Daarom dient in de considerans de zinsnede die op die verleniging betrekking heeft, te vervallen, en kunnen tevens artikel I, onder A, onderdeel 1, en artikel IIIA vervallen.

Deze nota van wijziging voorziet erin dat het wetsvoorstel in de hiervoor bedoelde opzichten wordt aangepast.

Naar boven