nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen.
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
28 november 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Gemeentewet,
de Provinciewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen te wijzigen in verband
met een uitbreiding van de verboden handelingen voor gemeenteraadsleden, leden
van provinciale staten en leden van een openbaar lichaam en voorts enkele
wijzigingen van technische aard aan te brengen.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel c komt te luiden:
c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden
tot het met de gemeente aangaan van:
1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d;
2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente;
2. Onderdeel d, onder 3e, komt te luiden:
3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente;.
B
In artikel 156, vijfde lid, wordt «het tweede lid onder d, »
vervangen door: het tweede lid onder c,.
ARTIKEL II
De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel c komt te luiden:
c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden
tot het met de provincie aangaan van:
1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d;
2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de provincie;
2. Onderdeel d, onder 3e, komt te luiden:
3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de provincie;.
B
In artikel 152, zesde lid, wordt «het tweede lid, onderdeel e,»
vervangen door: het tweede lid, onderdeel d,.
ARTIKEL III
Artikel 20, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt
als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b komt te luiden:
b. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden
tot het met het openbaar lichaam aangaan van:
1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel c;
2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan het openbaar
lichaam;
2. Onderdeel c, onder 3e, komt te luiden:
3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan het openbaar
lichaam;.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,