25 764 Reisdocumenten

Nr. 59 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2012

In antwoord op het verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van 7 maart 2012 om te reageren op een brief van dhr. V. te M. van 13 februari 2012 met betrekking tot het ontbreken van een BSN-nummer bij de aanvraag van een nieuw paspoort in het buitenland, kan ik u het volgende melden.

De betrokken burger maakt de commissie opmerkzaam op het feit dat Nederlanders die in het buitenland wonen en een nieuw paspoort aanvragen een paspoort krijgen waar geen BSN (of sofinummer) op staat. Veelal heeft men echter wel de beschikking over een dergelijk nummer. Het ontbreken daarvan op het paspoort levert volgens betrokkene praktische problemen op.

Het is juist dat in paspoorten en op identiteitskaarten die in het buitenland worden aangevraagd geen BSN (of sofinummer) wordt vermeld. Dit vloeit voort uit artikel 3, vierde lid, van de Paspoortwet. De desbetreffende bepaling is als gevolg van de wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van de Europese identiteitskaart als reisdocument van Nederland en als nationale identiteitskaart in de Paspoortwet opgenomen, waarbij destijds nog sprake was van de vermelding van het sofinummer.1 In de toelichting werd als reden voor de beperking van de vermelding van het sofinummer tot Nederlanders die in Nederland woonachtig zijn opgegeven dat opneming van het sofinummer in de reisdocumenten van Nederlanders woonachtig buiten Nederland zou impliceren dat ook een sofinummer wordt toegekend aan Nederlanders die geen sociaal-fiscale band (meer) met Nederland hebben. Bovendien is er geen belang gediend met vermelding van het sofinummer in het reisdocument van Nederlanders woonachtig buiten Nederland, aldus de toelichting.

In het huidige tijdsgewricht is deze argumentatie niet meer houdbaar. Het blijkt dat personen die niet (meer) in Nederland woonachtig zijn toch relevante banden met de Nederlandse overheid kunnen hebben. Dit heeft er toe geleid dat in het wetsvoorstel betreffende nieuwe regels voor een basisregistratie personen2 niet alleen een regeling is getroffen voor de registratie van in Nederland woonachtige ingezetenen, maar ook voor de registratie van niet-ingezetenen. Als een persoon als niet-ingezetene in de basisregistratie wordt ingeschreven, zal ook aan hem of haar een BSN worden toegekend.

Het voorgaande heeft mij aanleiding gegeven om de thans in de Paspoortwet opgenomen beperking van de vermelding van het BSN op paspoorten en identiteitskaarten tot Nederlanders die als ingezetene zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens te heroverwegen. Ik ben voornemens te bevorderen dat de behandeling van niet-ingezetenen gelijk wordt getrokken met die van ingezetenen en dat dus de Paspoortwet op dit punt wordt aangepast, zodat ook in paspoorten en op identiteitskaarten van personen die als niet-ingezetenen zijn geregistreerd, het BSN zal worden vermeld.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies


X Noot
1

Kamerstukken II 1992–1993, 22 973 (R 1465), nr. 8 (Tweede nota van wijziging). De wijziging werd met ingang van 1 januari 1995 van kracht.

X Noot
2

Kamerstukken II 2011–2012, 33 219.

Naar boven