25 764
Reisdocumenten

nr. 4
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 15 januari 1998

Inleiding

Op 31 december 2000 expireert het contract dat het ministerie van Binnenlandse Zaken namens de Staat heeft gesloten met Enschedé/Sdu inzake de ontwikkeling, productie en distributie van de huidige reisdocumenten. De noodzaak om over steeds beter beveiligde reisdocumenten te beschikken is evident. De technische ontwikkelingen bieden daartoe bovendien de mogelijkheden. Nieuwe technieken die overwogen worden, kunnen niet meer onder de werking van het huidige contract met Enschedé/Sdu worden gebracht. Om deze redenen heb ik per 1 januari 1998 het project Nieuwe Generatie Reisdocumenten ingesteld. Hierbij informeer ik u over de hoofdlijnen en uitgangspunten van het project.

Het project Nieuwe Generatie Reisdocumenten

Het project Nieuwe Generatie Reisdocumenten heeft ten doel vóór 1 januari 2001 nieuwe, zo optimaal mogelijk beveiligde reisdocumenten tot stand te brengen. Het project richt zich – naast de ontwikkeling van nieuwe reisdocumenten – ook op de processen die voor de totstandkoming en de afgifte van reisdocumenten nodig zijn en op de coördinatie en het beheer van deze processen. Het project zal eveneens de onderhavige wet- en regelgeving herzien. Bijgevoegd treft u de projectopdracht aan van het project Nieuwe Generatie Reisdocumenten.1

Uitgangspunten

– Het project richt zich op de ontwikkeling van een nieuw paspoort en de daarvan, in de zin van de Paspoortwet, afgeleide documenten. Daarnaast richt het project zich op de ontwikkeling van een opvolger van de Europese identiteitskaart. Bezien zal worden of alle huidige acht reisdocumenten ook in de toekomst bestaansrecht hebben.

– De nieuwe reisdocumenten moeten voldoen aan de op het gebied van reisdocumenten geldende internationale afspraken (EU/Raad van Europa/ICAO).

– Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de reisdocumenten centraal worden geproduceerd en decentraal worden aangevraagd en verstrekt.

– Er wordt een fraude-risico-analyse uitgevoerd om de beveiligings-eisen te bepalen. Deze analyse heeft zowel betrekking op de documenten als op het afgifteproces. Op grond van deze fraude-risico-analyse worden de beveiligingseisen geformuleerd. Vervolgens wordt bepaald hoe deze beveiligingseisen gerealiseerd kunnen worden. Afhankelijk van de technische mogelijkheden en de financiële consequenties zal een antwoord worden gegeven op de vraag of het personaliseringsproces centraal of decentraal zal gaan plaatsvinden. Hierbij wordt vanzelfsprekend ook de dienstverlening aan de burger en de uitgifte van de documenten op de buitenlandse posten en de Nederlandse Antillen en Aruba betrokken.

– Er wordt onderzoek verricht naar de toepassing van biometrie. Op grond van dit onderzoek zal worden bepaald of het tot de reële mogelijkheden behoort om biometrische identificatie – als additionele functionaliteit – op een nader te bepalen moment en onder nader te bepalen voorwaarden op te nemen op de nieuwe generatie reisdocumenten.

– Nog nader zal worden bezien of de produktie en distributie van de reisdocumenten Europees wordt aanbesteed. Gelet op de noodzakelijke doorlooptijd van een Europese aanbestedingsprocedure wordt hier in de planning vooralsnog vanuit gegaan.

Aanpak en fasering

Het project wordt opgedeeld in een zestal fasen: definitie-, ontwerp-, aanbestedings-, realisatie-, implementatie- en nazorgfase. Op basis van de resultaten van de eerste fase van het project, de definitiefase, zullen een aantal elementaire beslissingen worden genomen, die voor de overige fasen van het project van cruciaal belang zijn (onder meer: centraal of decentraal personaliseren, toepassing van biometrie en/of chipcard- en smartcardtechnologie, Europese aanbesteding). Het resultaat van de definitiefase, het projectprogramma, zal naar verwachting medio volgend jaar gereed zijn en is van cruciaal belang voor de aanpak en inrichting van de rest van het project. Om die reden is er een «knip» aangebracht tussen de besluitvorming over de eerste fase en de overige fasen van het project. Medio 1998 zal ik u informeren over de resultaten van de eerste fase en over de verdere aanpak van het project.

Planning

Zoals gesteld, is het streven erop gericht op 1 januari 2001 een nieuwe generatie reisdocumenten beschikbaar te hebben. Dit betekent dat voor de ontwikkeling en productie drie jaar beschikbaar is. Ik ga er vanuit dat deze periode in principe toereikend is, maar bij tegenvallers of ander oponthoud kunnen problemen ontstaan. Zo kunnen de parlementsverkiezingen in 1998 gevolgen hebben voor de geplande besluitvorming over het projectprogramma. Voorts veronderstelt het uitvoeren van contra-expertises de bereidheid om deelproducten af te keuren en onderdelen van het project opnieuw uit te voeren. Aangezien ik het niet aanvaardbaar vind dat het test- en acceptatietraject onder tijdsdruk zou komen te staan, zullen met de huidige producent afspraken worden gemaakt over eventuele verlenging van het contract met één tot twee jaar.

Projectorganisatie

Bij het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt een projectorganisatie ingesteld. Het project zal in goed overleg met alle betrokken ministeries en instanties worden uitgevoerd, zoals onder meer de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de ministeries van Buitenlandse Zaken, Justitie (Centrale Recherche en Informatiedienst en de Immigratie- en Naturalisatiedienst), Defensie (de Koninklijke Marechaussee) en Financiën. In verband met de ontwikkeling van een rijbewijs naar Europees model vindt ook afstemming plaats met het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

In januari 1998 zal begonnen worden met de eerste fase van het project, de definitiefase. De hiervoor benodigde middelen, f 2 miljoen, zijn beschikbaar. Op grond van de resultaten van de definitiefase zullen richtinggevende keuzen gemaakt worden voor het verdere verloop van het project. U zult hier te zijner tijd over worden geïnformeerd evenals over de kosten van het gehele project en over de prijs van de reisdocumenten.

Ik ga ervan uit u in dit stadium zo goed mogelijk te hebben geïnformeerd over de hoofdlijnen en uitgangspunten van het project Nieuwe Generatie Reisdocumenten.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven