25 764 Reisdocumenten

Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2020

Nederland neemt op grond van Verordening (EG) 2252/20041 (paspoortverordening) sinds 2009 twee vingerafdrukken op het paspoort op. Op basis van Verordening (EU) 2019/11572 (identiteitskaartverordening) moet uiterlijk met ingang van 2 augustus 2021 ook de vingerafdruk op de identiteitskaart opgenomen worden.3 De vingerafdruk kan de identiteitsverificatie van betrokkene ondersteunen als hierover bij de bevoegde autoriteiten twijfel is ontstaan. Op basis van de verordeningen4 en de Schengengrenscode5 zijn de grensautoriteiten bevoegd dit te doen. De vingerafdrukken zijn versleuteld opgeslagen op de chip van het document en zijn zodoende niet ongeautoriseerd uit te lezen. Om vingerafdrukken uit elkaars documenten te kunnen uitlezen, is het nodig dat lidstaten elkaar bilateraal toegang verschaffen tot de vingerafdrukken door het ter beschikking stellen van certificaten.

De Europese Commissie heeft geconstateerd dat de certificatenuitwisseling tussen lidstaten tot op heden slechts beperkt is gerealiseerd en de lidstaten per brief verzocht hier meer prioriteit aan te geven.6 De Commissie wijst erop dat de verplichting tot het uitwisselen van certificaten voor het uitlezen van vingerafdrukken op paspoorten impliciet in de paspoortverordening is vastgelegd.7 Ten tijde van de totstandkoming van de paspoortverordening leek deze verplichting zo evident dat het expliciet opnemen hiervan in die verordening niet noodzakelijk werd geacht, aldus de Commissie. Voor identiteitskaarten geldt op basis van de identiteitskaartverordening wel een expliciete verplichting tot het uitwisselen van certificaten8 met een deadline van 2 augustus 2021.

Om aan de verplichting tot het uitwisselen van certificaten, voortvloeiend uit beide verordeningen, te voldoen en om tegemoet te komen aan de oproep van de Commissie, is gewerkt aan het tot stand brengen van deze uitwisseling. Eerder heb ik toegezegd uw Kamer te informeren zodra certificaten met andere lidstaten worden uitgewisseld.9 Met deze brief breng ik u op de hoogte van de voortgang van de uitwisseling.

Als eerste lidstaat om de uitwisseling van certificaten te realiseren is voor Finland gekozen. Na Finland zullen ook de andere lidstaten volgen, met Frankrijk en België als eerstvolgende. Bij een uitwisseling is het nodig uitvoerig contact te hebben met de andere lidstaten die de vereiste beveiligde verbindingen moeten opzetten. Ik acht het mede daarom onwaarschijnlijk dat Nederland voor de door de Commissie in haar brief gehanteerde deadline van 2 augustus 2021 met alle lidstaten een uitwisseling tot stand heeft kunnen brengen. Met deze eerste uitwisselingen laat Nederland wel zien aan de verplichtingen te willen voldoen.

Gebruik vingerafdrukken

Op grond van Unierecht of het recht van de lidstaten kan aan bepaalde autoriteiten de bevoegdheid worden toegekend om de vingerafdrukken uit het document te gebruiken. Zij mogen de vingerafdrukken uitlezen voor het controleren van de authenticiteit van de identiteitskaart en de identiteit van de houder, wanneer het overleggen van een identiteitskaart of verblijfsdocument wettelijk vereist is.10. Hiermee is ook uitgesloten dat de vingerafdrukken gebruikt worden voor andere doelen. Voor het uitlezen van de vingerafdrukken dienen aan de bevoegde autoriteiten certificaten ter beschikking te worden gesteld. Het is denkbaar dat lidstaten deze bevoegdheid aan hun politiediensten toekennen en hen toegang tot de vingerafdrukken verschaffen. Nederland zelf heeft daar tot op heden niet voor gekozen. Wel zijn de Koninklijke Marechaussee (Kmar) en de Dienst zeehavenpolitie op grond van hun grensbewakingstaak bevoegd tot het uitlezen van de vingerafdrukken.11 Ik heb hen inmiddels toegang verschaft tot de vingerafdrukken op de Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten. Zodra de KMar en de Dienst Zeehavenpolitie hun controleprocessen hebben aangepast, kunnen de vingerafdrukken gebruikt worden bij een tweedelijnscontrole, indien er bij de eerstelijnscontrole twijfel over de identiteit is ontstaan.

Een lidstaat dient12 te voldoen aan het gemeenschappelijk certificatenbeleid.13 Deze afspraken gaan over de veiligheid van de gebruikte systemen, zodat de vingerafdrukken niet in onbevoegde handen komen. Lidstaten dienen voor een uitwisseling een onafhankelijk audit rapport ter beschikking te stellen, waarmee zij aantonen te voldoen aan deze afspraken. Dit biedt lidstaten de waarborg dat de gegevens veilig zijn. Naar aanleiding van de oproep van de Commissie meer werk te maken van de uitwisseling is in de Europese werkgroep de noodzaak van een audit voorwaarde van de uitwisseling ter discussie komen te staan. Lidstaten ervaren de audit als een obstakel om tot uitwisseling te komen, omdat daadwerkelijke uitwisseling nodig is om een audit te kunnen afronden. Ook Nederland heeft zelf, mede vanwege deze reden en vanwege een vereiste update van de techniek tot op heden geen audit kunnen doen. Zodra de uitwisseling met Finland gereed is kan de audit uitgevoerd worden en voldoet Nederland op dit punt aan de Europese vereiste. Nederland hecht aan de waarborgen voor veiligheid en zal zich in de discussie over de audit inzetten om de audit als waarborg te behouden.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (PbEU 2004, L 385).

X Noot
2

Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (PbEU 2019, L 188).

X Noot
3

Kamerstuk 35 552.

X Noot
4

Artikel 4, derde lid, van de paspoortverordening en artikel 11, zesde lid, van de identiteitskaartverordening.

X Noot
5

Artikel 8, tweede lid, van de Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PbEU 2016, L 77).

X Noot
6

Brief van 23 juni 2020.

X Noot
7

Vgl. artikel 1, tweede lid, van de paspoortverordening: «2. Deze paspoorten en reisdocumenten bevatten een opslagmedium dat aan de hoogste veiligheidseisen voldoet en een gezichtsopname bevat. De lidstaten nemen ook twee platte vingerafdrukken in een interoperabel formaat op. De gegevens worden beveiligd en het opslagmedium heeft voldoende capaciteit en is voldoende geschikt om de integriteit, de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen.»

X Noot
8

Zie artikel 3, zesde lid, van de identiteitskaartverordening:

«De lidstaten wisselen onderling de informatie uit die nodig is voor de authenticatie van het opslagmedium en voor de toegang tot en verificatie van de in lid 5 vermelde biometrische gegevens.»

X Noot
9

Kamerstuk 25 764, nr. 108.

X Noot
10

Artikel 4, derde lid, van de paspoortverordening en artikel 11, zesde lid, van de identiteitskaartverordening.

X Noot
11

De ambtenaren van de KMar en de Dienst Zeehavenpolitie zijn op grond van artikel 46 van de Vreemdelingenwet 2000 belast met het toezicht op de naleving en de uitvoering van de Schengengrenscode (de grensbewakingstaak). Op grond van artikel 8 van de Schengengrenscode zijn zij bevoegd tot verificatie van de authenticiteit van het reisdocument en de identiteit van betrokkene aan de hand van de op die documenten opgeslagen vingerafdrukken.

X Noot
12

Deze verplichting is opgenomen in uitvoeringsbesluit C2013/6181.

X Noot
13

BSI TR-03139.

Naar boven