nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2008
Hierbij doe ik u het rapport over de evaluatie van de observatiemachtiging
toekomen.1
De observatiemachtiging is een onderdeel van de Wet bijzondere opnemingen
in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz) en is een juridische titel voor
gedwongen opneming in een GGZ-instelling. De observatiemachtiging is op 1 januari
2006 in werking getreden en heeft een geldigheidsduur van drie jaar. Deze
verstrijkt daarom automatisch op 31 december 2008 tenzij bij algemene
maatregel van bestuur anders wordt bepaald.
Aan de invoering van de observatiemachtiging was een evaluatie gekoppeld
over de doeltreffendheid en de effectiviteit ervan gedurende de eerste twee
jaar na inwerkingtreding. Het Trimbos Instituut heeft de evaluatie uitgevoerd.
Uw Kamer zou over de resultaten van de evaluatie worden geïnformeerd.
Met deze brief kom ik deze toezegging na.
Het doel van de evaluatie was het verkrijgen van inzicht in de werking
van de observatiemachtiging in de praktijk en de (neven)effecten ervan voor
de betrokken persoon en de hulpverlening. Eén van de belangrijkste
bevindingen uit het evaluatierapport is de vaststelling dat de observatiemachtiging
weinig is aangevraagd (107 aanvragen in de periode van januari 2006 tot en
met oktober 2007). Afgezet tegenover de inbewaringstelling en andere rechterlijke
machtigingen, neemt de observatiemachtiging een bescheiden plaats in wat het
aantal aanvragen betreft. Van alle aanvragen samen komt slechts 0,3%
voor rekening van de observatiemachtiging. Bovendien is het percentage afwijzingen
door de rechter bij de observatiemachtiging het hoogst: 21% van de
aanvragen is afgewezen gedurende de onderzoeksperiode. Ten slotte heeft een
uitspraak van de Hoge Raad in december 2006 de reikwijdte van de observatiemachtiging
ingeperkt. Met het oog hierop kan geconcludeerd worden dat de observatiemachtiging
weinig toegevoegde waarde heeft ten opzichte van andere maatregelen op grond
van de Wet bopz.
Het vervallen van de wettelijke bepalingen over de observatiemachtiging
zal niet tot discontinuïteit en leemte in de wetgeving leiden.
Naar aanleiding van het eindrapport van de derde evaluatiecommissie van
de Wet bopz wordt thans een nieuw wettelijk kader ontworpen. Het huidige systeem
met verschillende machtigingen zal worden vervangen door één
zorgmachtiging die ook de mogelijkheid biedt voor kortdurende opname en observatie
om de precieze aard van de psychische stoornis en de noodzakelijke behandeling
vast te kunnen stellen. Bij het ontwerpen van de nieuwe wettelijke regeling
zullen uiteraard de uitkomsten van de evaluatie van de observatiemachtiging
worden betrokken.
Gelet op het bovenstaande zie ik geen noodzaak de wettelijke bepalingen
over de observatiemachtiging te verlengen zodat deze per 31 december
2008 automatisch zal verlopen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink