25 763
Evaluatie Wet Bopz

nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2008

Tijdens de plenaire behandeling in de Eerste Kamer op 12 februari 2008 van het voorstel tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en dwangbehandeling) (Wet van 25 februari 2008, Stb. 80; in werking getreden 1 juni 2008) hebben mijn ambtgenoot van VWS en ik de totstandkomingsprocedure van de nieuwe wettelijke regeling ter vervanging van de Wet bopz geschetst (Handelingen I, 2007/08, blz. 872 e.v.). Bij deze gelegenheid heb ik de verantwoordelijkheidsverdeling op dit punt tussen ons beiden weergegeven. De nieuwe wettelijke regeling zal een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn van mijn ambtgenoot van VWS en mijzelf, maar ik zal de primaire verantwoordelijkheid dragen voor de totstandkoming daarvan. Ook heb ik tijdens dit debat op hoofdlijnen de planning weergegeven1. Dit tijdschema is erop gericht om de nieuwe wettelijke regeling deze kabinetsperiode in werking te laten treden (1 januari 2011).

Tijdens het debat heb ik te kennen gegeven dat ik aanspreekbaar ben op de voortgang van het totstandkomingsproces van de nieuwe wettelijke regeling. Tegen deze achtergrond informeer ik u, mede namens mijn ambtgenoot van VWS, graag hier nader over.

Zoals gezegd, is het tijdschema ingegeven door ons streven om de nieuwe wettelijke regeling ter vervanging van de Wet bopz deze kabinetsperiode tot stand te brengen. Om inwerkingtreding per 1 januari 2011 te kunnen realiseren, zal een voorstel voor deze regeling uw Kamer uiterlijk medio 2009 dienen te bereiken. Terugrekenend betekent dit dat na het zomerreces een concept-wetsvoorstel voor consultatie gereed moet zijn. Het streven is hierrop gericht.

Met het oog op deze planning is daarom in maart jl. een begin gemaakt met intensieve bijeenkomsten met een groot aantal organisaties en deskundigen dat nauw betrokken is bij de uitvoering van de huidige Wet bopz. Gekozen is voor een werkwijze waarbij ronde tafelgesprekken (onder leiding van een externe voorzitter) worden gevoerd met vertegenwoordigers van de meest betrokken veldpartijen en uitvoeringsorganisaties. Er is voorts een klankbordgroep geformeerd met deskundigen van de diverse geledingen van de «werkvloer» die parallel aan de ronde tafelgesprekken bijeenkomt. Tijdens deze bijeenkomsten die een open en constructief karakter hebben, worden de contouren van de nieuwe wettelijke regeling, zoals geschetst door de evaluatiecommissie en door het kabinet onderschreven, verder uitgediept en getoetst aan de huidige praktijk. De bijeenkomsten vinden maandelijks plaats, en monden uit in een gezamenlijke werkconferentie aan het einde van deze maand. Mijn ambtgenoot van VWS zal tegelijkertijd de verschillende varianten van de – door de de evaluatiecommissie als zodanig aangeduide – commissie psychiatrische zorg onderzoeken. Hierbij staat voorop dat er duidelijkheid moet bestaan over de vormgeving en het functioneren van deze commissie vóórdat het wetsvoorstel zal worden ingediend. Een en ander krijgt zijn beslag door middel van pilots, waaraan de meestbetrokken partijen deelnemen.

Deze procedure sluit aan bij ons voornemen om op basis van dialoog een systematische inbreng van de verschillende visies te garanderen. Op deze wijze worden de verschillende perspectieven niet tegenover elkaar gesteld, maar juist met elkaar verbonden. Dit vinden wij van essentieel belang. Het is in onze optiek noodzakelijk dat de organisaties en deskundigen die op enigerlei wijze deelnemen aan de uitvoering van een regeling als de Wet bopz, nauw bij de vormgeving van de nieuwe wettelijke regeling betrokken zijn. Dit draagt in belangrijke mate bij aan de uitvoerbaarheid van en het draagvlak voor de regeling. Wij zijn ervan overtuigd dat de inbreng van de veldpartijen reeds in deze verkennende fase van grote waarde zal zijn voor de formulering van het uiteindelijke wetsvoorstel.

De verwachting is dat de eindresultaten van de bijeenkomsten ten behoeve van de daaropvolgende officiële consultatiefase begin juli kunnen worden bekendgemaakt. Wij zullen u dan door middel van een nader voortgangsbericht van deze eindresultaten in kennis stellen.

In het kader van de officiële consultatiefase overwegen wij om het wetsvoorstel ook via internet ter consultatie aan te bieden overeenkomstig het kabinetsstandpunt van 15 januari 2008 over «Openbare internetconsultatie bij departementale voorbereiding van wetgeving» (Kamerstukken II 2007/08, 29 279, nr. 62).

Wij hechten eraan om te benadrukken dat in deze (pre-consultatie) fase geen enkele onomkeerbare beslissing wordt genomen. Ons doel is om in gezamenlijkheid met de huidige en toekomstige uitvoerders van de wettelijke regeling de haalbaarheid van de verschillende opties te verkennen, opdat een praktijkgericht voorstel in consultatie kan worden gegeven, en vervolgens aan de Staten-Generaal een uitvoerbaar wetsvoorstel ter behandeling kan worden voorgelegd.

Overigens is het bovenbedoelde tijdschema vanwege de onderlinge samenhang ook afgestemd op de planning met betrekking tot het voorstel voor een wettelijke regeling over de forensische zorg in strafrechtelijk kader.

Teneinde deze samenhang nader te belichten hebben wij op 25 juni 2008 een bijeenkomst met de betrokken uitvoeringsorganisaties en deskundigen op het terrein van zowel de psychische als de forensische zorg belegd.

Ten slotte merk ik ten aanzien van de afzonderlijke regeling die de Staatssecretaris van VWS voor de sectoren psychogeriatie en zorg voor verstandelijk gehandicapten in voorbereiding heeft, nog op dat wij het zinvol achten om te onderzoeken of beide regelingen op termijn kunnen samengaan. Daarmee houden wij zo mogelijk al rekening bij het opstellen van de nieuwe regeling ter vervanging van de Wet bopz.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

Zie ook de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 mei 2008 betreffende het kabinetsstandpunt over de derde evaluatie Wet bopz (Kamerstukken II 2007/08, 25 763, nr. 9).

Naar boven