25 746
Regels inzake een stelsel van varkensrechten en een heffing ter zake van het houden van varkens (Wet herstructurering varkenshouderij)

nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 28 mei 1998

Onderstaand wordt u geïnformeerd over de wijze waarop de regering invulling wenst te geven aan bovengenoemde motie van het lid Blauw, waarin de regering wordt verzocht aanvullende voorwaarden te formuleren, waarbinnen de varkenshouderij in de niet-concentratiegebieden, zich duurzaam kan ontwikkelen.

Eén van de uitgangspunten van de Wet herstructurering varkenshouderij vormt de gedachte dat alle varkenshouders in Nederland bijdragen tot de milieuproblematiek – in het bijzonder de problematiek van het landelijk niet plaatsbare mestoverschot – waarmee de sector wordt geconfronteerd. Dit betekent dat een eventueel aanvullend beleid gericht op de duurzame ontwikkeling van varkensbedrijven in de niet-concentratiegebieden zich alleen kan richten op die knelpunten die zich alleen in deze gebieden zouden kunnen voordoen. Anders gezegd, knelpunten die zich landelijk manifesteren moeten ook op landelijk niveau worden beoordeeld. Gebiedsgerichte uitzonderingen op bijvoorbeeld het landelijke beleid ten aanzien van het afromen bij verplaatsing of het verschaffen van een financiële tegemoetkoming bij verplaatsing betrek ik dan ook niet bij de invulling van deze motie.

Bij de invulling van de motie van het lid Blauw acht ik het van belang te wijzen op een aantal aspecten van de Wet herstructurering varkenshouderij die bevorderend werken ten aanzien van de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven in de niet-concentratiegebieden.

Zo komen deze bedrijven, afhankelijk van het aantal vestigingen in het niet-concentratiegebied, in aanmerking voor een maximale korting van 15% op de varkensheffing.

Varkensbedrijven in de niet-concentratiegebieden hebben relatief veel grond; bij de bepaling van de hoogte van het varkensrecht wordt de 10%-korting niet toegepast op het aantal varkens dat op basis van grondgebonden mestproductierechten werd gehouden.

Bovendien is verhandeling van varkensrechten van concentratiegebieden naar niet-concentratiegebieden tot 15 varkenseenheden per hectare mogelijk gemaakt. Dit laatste in verband met het breed gedragen uitgangspunt om «schone gebieden, schoon te houden».

Vooralsnog zie ik één knelpunt dat zich met name in de niet-concentratiegebieden kan voordoen. Dit betreft de relatieve schaarste aan voor verhandeling beschikbare varkensrechten, doordat ingevolge de wet het grondgebonden deel van het varkensrecht alleen samen met het gehele bedrijf kan worden overgedragen. Bovendien bestaat bij het landbouwbedrijfsleven de zorg dat openstelling van de tweede opkoopregeling voor geheel Nederland in de niet-concentratiegebieden zal leiden tot een beperkter aanbod van rechten waardoor de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven verder zou kunnen worden beperkt.

Teneinde hieraan tegemoet te komen zullen onderstaande maatregelen worden voorbereid.

1. Een wetswijziging, die het mogelijk maakt om grondgebonden varkensrechten te verhandelen en waarbij de koper deze rechten kan benutten voorzover er tegenover de aangekochte grondgebonden rechten voldoende landbouwgrond staat waarop geen andere diersoorten dan varkens worden gehouden.

Met de wijziging is de duurzaamheid van de uitbreiding gegarandeerd, terwijl het aanbod van varkensrechten wordt vergroot. Te verwachten is dat dit aanbod in niet-concentratiegebieden relatief sterker zal toenemen.

2. De tweede opkoopregeling zal alleen worden opengesteld voor bedrijven in de concentratiegebieden1.

Voorts zal ik desgevraagd ondersteuning geven aan onderzoek van de gewestelijke LTO's naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de varkenshouderij in de onderscheiden regio's buiten de concentratiegebieden. Eventueel kan dit onderzoek leiden tot nog aanvullende maatregelen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven