25 746
Regels inzake een stelsel van varkensrechten en een heffing ter zake van het houden van varkens (Wet herstructurering varkenshouderij)

nr. 77
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 december 1997

In het voorstel van wet wordt aan artikel 27a het volgende lid toegevoegd:

3. Een krachtens het eerste of tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door tenminste een vijfde van het grondwettelijke aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp of de inwerkingtreding van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken. Zolang het wetsvoorstel geen kracht van wet heeft gekregen en in werking is getreden, vindt het eerste lid geen toepassing.

Toelichting

Het onderwerp te regelen bij de algemene maatregel van bestuur voorzien in artikel 27a van het wetsvoorstel dient ingevolge de onderhavige wijziging bij beide Kamers der Staten-Generaal te worden voorgehangen. Voor deze procedure is gekozen gelet op het grote belang van het bij de maatregel te regelen onderwerp. De maatregel dient te waarborgen dat de in artikel 27a van het wetsvoorstel voorziene veevoermaatregelen – waarmee een deel van de in artikel 27 geregelde korting van de varkens- en fokzeugenrechten kan worden gecompenseerd – voldoende effectief en handhaafbaar zijn.

Voor de wijze waarop dit wordt verzekerd biedt artikel 27a verschillende mogelijkheden, die al dan niet cumulatief kunnen worden toegepast. Bij of krachtens de maatregel kunnen regels worden gesteld over de samenstelling van het veevoer, over het contract met de veevoerleverancier, over de periode waarin de maatregelen moeten zijn genomen, over de gemiddelde waarden waaraan de fosfaat- en stikstofexcretie van varkens moet voldoen en over de wijze van vaststelling van de realisatie van deze waarden. Ook kan worden geëist dat het voer uitsluitend wordt betrokken van een door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij erkende veevoerleverancier, dat wordt deelgenomen aan een privaatrechtelijk certificeringssysteem en dat ter zake van de genomen maatregelen een accountantsverklaring wordt overlegd.

Met de onderhavige wijziging is voorzien in een uitdrukkelijke betrokkenheid van de Staten-Generaal bij de vaststelling van de algemene maatregel van bestuur.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Naar boven