nr. 77
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 18 december 1997
In het voorstel van wet wordt aan artikel 27a het volgende lid toegevoegd:
3. Een krachtens het eerste of tweede lid vastgestelde algemene maatregel
van bestuur wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt
in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken
bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of
namens een der kamers of door tenminste een vijfde van het grondwettelijke
aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp
of de inwerkingtreding van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt
geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig
mogelijk ingediend.
Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide
kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt
de algemene maatregel van bestuur ingetrokken. Zolang het wetsvoorstel geen
kracht van wet heeft gekregen en in werking is getreden, vindt het eerste
lid geen toepassing.
Toelichting
Het onderwerp te regelen bij de algemene maatregel van bestuur voorzien
in artikel 27a van het wetsvoorstel dient ingevolge de onderhavige wijziging
bij beide Kamers der Staten-Generaal te worden voorgehangen. Voor deze procedure
is gekozen gelet op het grote belang van het bij de maatregel te regelen onderwerp.
De maatregel dient te waarborgen dat de in artikel 27a van het wetsvoorstel
voorziene veevoermaatregelen – waarmee een deel van de in artikel 27
geregelde korting van de varkens- en fokzeugenrechten kan worden gecompenseerd –
voldoende effectief en handhaafbaar zijn.
Voor de wijze waarop dit wordt verzekerd biedt artikel 27a verschillende
mogelijkheden, die al dan niet cumulatief kunnen worden toegepast. Bij of
krachtens de maatregel kunnen regels worden gesteld over de samenstelling
van het veevoer, over het contract met de veevoerleverancier, over de periode
waarin de maatregelen moeten zijn genomen, over de gemiddelde waarden waaraan
de fosfaat- en stikstofexcretie van varkens moet voldoen en over
de wijze van vaststelling van de realisatie van deze waarden. Ook kan worden
geëist dat het voer uitsluitend wordt betrokken van een door de Minister
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij erkende veevoerleverancier, dat wordt
deelgenomen aan een privaatrechtelijk certificeringssysteem en dat ter zake
van de genomen maatregelen een accountantsverklaring wordt overlegd.
Met de onderhavige wijziging is voorzien in een uitdrukkelijke betrokkenheid
van de Staten-Generaal bij de vaststelling van de algemene maatregel van bestuur.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen