nr. 46
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HUYS TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 36
Ontvangen 17 december 1997
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 1 worden onder verlettering van onderdeel o tot onderdeel q,
na onderdeel n de volgende onderdelen ingevoegd:
o. grondgebonden deel van het varkensrecht: deel van het varkensrecht
overeenkomend met het op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende
varkensrecht, verminderd met 90% van het aantal varkenseenheden dat wordt
bepaald door het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen geldend
met betrekking tot 1996 te delen door 7,4 kilogram fosfaat. Ingeval het varkensrecht
wordt bepaald op grond van artikel 6, wordt in de eerste volzin in plaats
«1996» gelezen: 1995;
p. grondgebonden deel van het fokzeugenrecht: deel van het fokzeugenrecht
overeenkomend met het op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende
fokzeugenrecht, verminderd met 90% van het aantal varkenseenheden dat wordt
bepaald door het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen geldend
met betrekking tot 1996 te delen door 7,4 kilogram fosfaat. Ingeval het fokzeugenrecht
wordt bepaald op grond van artikel 6, wordt in de eerste volzin in plaats
«1996» gelezen: 1995;.
II
Na artikel 1 wordt het volgende artikel ingevoegd:
Artikel 1a
Voor de toepassing van deze wet:
a. worden het niet-gebonden mestproductierecht en het grondgebonden mestproductierecht
telkens in aanmerking genomen zoals deze, al naar gelang het geval, op het
desbetreffende tijdstip dan wel met betrekking tot het desbetreffende jaar
voor het desbetreffende bedrijf door het Bureau Heffingen zijn geregistreerd;
b. wordt het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen telkens vermenigvuldigd met 10/7, behalve het niet-gebonden mestproductierecht
dat geldt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I,
onderdeel G, van de wet van 2 mei 1997 houdende wijziging van de Meststoffenwet
(Stb. 360).
III
Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:
2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden de gegevens van de aangifte
overschotheffing – daaronder begrepen de correcties –, het afsluitformulier
1995, het afsluitformulier 1996 en de vrijstellingsverklaring slechts in aanmerking
genomen voor zover deze vóór 10 juli 1997 door het Bureau Heffingen
zijn ontvangen.
IV
Artikel 13, eerste en tweede lid wordt vervangen door de volgende leden:
1. Het is verboden op een bedrijf gemiddeld gedurende het jaar een groter
aantal varkens, onderscheidenlijk fokzeugen, te houden dan het op het bedrijf
rustende varkensrecht, onderscheidenlijk fokzeugenrecht, verminderd met het
grondgebonden deel van het varkensrecht, onderscheidenlijk fokzeugenrecht.
2. De vermindering, bedoeld in het eerste lid, geschiedt niet voor het
deel van het grondgebonden deel van het varkensrecht, onderscheidenlijk fokzeugenrecht,
dat overeenkomt met het aantal varkenseenheden dat wordt bepaald door achtereenvolgens
125 kilogram fosfaat per hectare van de in desbetreffende jaar tot het bedrijf
behorende oppervlakte landbouwgrond te verminderen met de in het desbetreffende
jaar geproduceerde dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat,
afkomstig van andere in bijlage A van de Meststoffenwet opgenomen diersoorten
dan varkens, en dit verschil te delen door 7,4 kilogram fosfaat. Voor de toepassing
van de eerste volzin wordt niet in aanmerking genomen de hoeveelheid dierlijke
meststoffen afkomstig van andere diersoorten dan varkens die overeenkomt met
het niet-gebonden mestproductierecht voor die diersoorten. De hoeveelheid
dierlijke meststoffen wordt bepaald overeenkomstig artikel 55, negende lid,
van de Meststoffenwet.
V
Onder plaatsing van het cijfer 1 voor de huidige tekst van artikel 14,
wordt aan dat artikel het volgende lid toegevoegd:
2. In afwijking van het eerste lid kan het grondgebonden deel van het
varkensrecht, onderscheidenlijk fokzeugenrecht, niet naar een ander bedrijf
overgaan.
VI
In artikel 17, eerste lid, onderdeel c, wordt «artikel 15, derde
lid, tweede volzin» vervangen door: artikel 14, tweede lid, of artikel
15, derde lid, tweede volzin.
VII
In artikel 21, eerste lid, wordt «de artikelen 5 tot en met 12»
vervangen door: artikel 1 en de artikelen 5 tot en met 12.
VIII
In artikel 33, onderdeel C, komt artikel 55a, eerste lid, te luiden:
1. Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet herstructurering
varkenshouderij wordt voor de toepassing van artikel 55, eerste lid, onder
uitbreiding van de productie van dierlijke meststoffen verstaan: een grotere
productie van dierlijke meststoffen dan het mestproductierecht dat is verminderd
met de hoeveelheid fosfaat die wordt bepaald door het overeenkomstig hoofdstuk
II van de Wet herstructurering varkenshouderij bepaalde varkensrecht achtereenvolgens
te vermenigvuldigen met 100/90 en 7,4 kilogram fosfaat, en het product te
vermeerderen met de latente ruimte. De vermindering geschiedt eerst ten aanzien
van het de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel
13 van de Wet herstructurering varkenshouderij geldende niet-gebonden mestproductierecht
voor varkens en kippen, en vervolgens ten aanzien van het op die dag geldende
nietgebonden recht voor andere diersoorten dan varkens en kippen.
Geen vermindering geschiedt ten aanzien van het grondgebonden mestproductierecht.
Toelichting
Bij de overgang van mestproductierechten naar varkensrechten valt de grond
waarop grondgebonden varkens werden gehouden vrij. Deze grond kan vervolgens
gebruikt worden voor het houden van andere diersoorten. Eem potentieel lek
van ongeveer 11 miljoen kg. fosfaat. Dit is een ongewenste ontwikkeling. Het
amendement beoogt dit lek te dichten.
Huys