25 746
Regels inzake een stelsel van varkensrechten en een heffing ter zake van het houden van varkens (Wet herstructurering varkenshouderij)

nr. 44
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER LINDEN EN VAN DER VLIES

Ontvangen 16 december 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

1. Het varkensrecht komt overeen met het in 1996 gemiddeld op het bedrijf gehouden aantal varkens vermeerderd met de latente ruimte. De latente ruimte komt overeen met het aantal kilogrammen fosfaat dat wordt bepaald door het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen 1996 te verminderen met de overeenkomstig artikel 55, negende lid, van de Meststoffenwet bepaalde mestproductie afkomstig van de in 1996 gemiddeld op het bedrijf gehouden varkens en kippen en andere in bijlage A bij de wet opgenomen diersoorten, die zijn opgegeven in de aangifte overschotheffing 1996, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de Wet herstructurering varkenshouderij. De latente ruimte is ten minste nihil. De mestproductie afkomstig van andere diersoorten dan varkens en kippen wordt slechts in aanmerking genomen voor zover deze groter is dan de som van het met betrekking tot 1996 geldende niet-gebonden mestproductierecht voor andere diersoorten dan varkens en kippen en het met betrekking tot 1996 geldende grondgebonden mestproductierecht, zoals deze rechten met betrekking tot 1996 voor het desbetreffende bedrijf door het Bureau Heffingen zijn geregistreerd.

II

Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:

1. Het varkensrecht en het fokzeugenrecht komt overeen met het in 1995 gemiddeld op het bedrijf gehouden aantal varkens vermeerderd met de latente ruimte. De bepaling van de latente ruimte geschiedt door overeenkomstige toepassing van artikel 5, eerste lid, met dien verstande dat in plaats van «1996» telkens moet worden gelezen: 1995.

III

In artikel 7, eerste lid, vervalt «en op de uitkomst 18% in mindering te brengen».

IV

In artikel 33, onderdeel C, komt artikel 55a te luiden:

Artikel 55a

Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet herstructurering varkenshouderij wordt voor de toepassing van artikel 55, eerste lid, onder uitbreiding van de productie van dierlijke meststoffen verstaan: een grotere productie van dierlijke meststoffen dan het mestproductierecht dat is verminderd met het op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet herstructurering varkenshouderij geldende niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen, voor zover dit niet-gebonden mestproductierecht overeenkomt met de hoeveelheid fosfaat die wordt bepaald door het overeenkomstig hoofdstuk II van de Wet herstructurering varkenshouderij bepaalde varkensrecht te vermenigvuldigen met 7,4 kilogram fosfaat.

Toelichting

Dit amendement beoogt het aantal varkensrechten te bepalen die behoren bij de referentiedatum van 10 juli 1997.

Van der Linden

Van der Vlies

Naar boven