25 746
Regels inzake een stelsel van varkensrechten en een heffing ter zake van het houden van varkens (Wet herstructurering varkenshouderij)

nr. 36
AMENDEMENT VAN HET LID HUYS

Ontvangen 16 december 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 1 worden onder verlettering van onderdeel o tot onderdeel q, na onderdeel n de volgende onderdelen ingevoegd:

o. grondgebonden deel van het varkensrecht: deel van het varkensrecht overeenkomend met het op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende varkensrecht, verminderd met het aantal varkenseenheden dat wordt bepaald door het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen geldend met betrekking tot 1996 achtereenvolgens te delen door 7,4 kilogram fosfaat en te verminderen met 10%. Ingeval het varkensrecht wordt bepaald op grond van artikel 6, wordt in de eerste volzin in plaats van «1996» gelezen: 1995;

p. grondgebonden deel van het fokzeugenrecht: deel van het fokzeugenrecht overeenkomend met het op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende fokzeugenrecht, verminderd met het aantal varkenseenheden dat wordt bepaald door het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen geldend met betrekking tot 1996 achtereenvolgens te delen door 7,4 kilogram fosfaat en te verminderen met 10%. Ingeval het fokzeugenrecht wordt bepaald op grond van artikel 6, wordt in de eerste volzin in plaats van «1996» gelezen: 1995;.

II

Artikel 13, eerste en tweede lid, wordt vervangen door de volgende leden:

1. Het is verboden op een bedrijf gemiddeld gedurende het jaar een groter aantal varkens, onderscheidenlijk fokzeugen, te houden dan het op het bedrijf rustende varkensrecht, onderscheidenlijk fokzeugenrecht, verminderd met het grondgebonden deel van het varkensrecht, onderscheidenlijk fokzeugenrecht.

2. De vermindering, bedoeld in het eerste lid, geschiedt niet voor het deel van het grondgebonden deel van het varkensrecht, onderscheidenlijk fokzeugenrecht, dat overeenkomt met het aantal varkenseenheden dat wordt bepaald door achtereenvolgens 125 kilogram fosfaat per hectare van de in het desbetreffende jaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond te verminderen met de in het desbetreffende jaar geproduceerde dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, afkomstig van andere in bijlage A van de Meststoffenwet opgenomen diersoorten dan varkens, en dit verschil te delen door 7,4 kilogram fosfaat. Voor de toepassing van de eerste volzin wordt niet in aanmerking genomen de hoeveelheid dierlijke meststoffen afkomstig van andere diersoorten dan varkens die overeenkomt met het niet-gebonden mestproductierecht voor die diersoorten.

III

Onder plaatsing van het cijfer 1 voor de huidige tekst van artikel 14, wordt aan dat artikel het volgende lid toegevoegd:

2. In afwijking van het eerste lid kan het grondgebonden deel van het varkensrecht, onderscheidenlijk fokzeugenrecht, niet naar een ander bedrijf overgaan.

IV

In artikel 17, eerste lid, onderdeel c, wordt «artikel 15, derde lid, tweede volzin» vervangen door: artikel 14, tweede lid, en artikel 15, derde lid, tweede volzin.

V

In artikel 33, onderdeel C, komt artikel 55a, eerste lid, te luiden:

1. Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet herstructurering varkenshouderij wordt voor de toepassing van artikel 55, eerste lid, onder uitbreiding van de productie van dierlijke meststoffen verstaan: een grotere productie van dierlijke meststoffen dan het mestproductierecht dat is verminderd met de hoeveelheid fosfaat die wordt bepaald door het overeenkomstig hoofdstuk II van de Wet herstructurering varkenshouderij bepaalde varkensrecht achtereenvolgens te vermenigvuldigen met 100/90 en 7,4 kilogram fosfaat, en het product te vermeerderen met de latente ruimte. De vermindering geschiedt eerst ten aanzien van het de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 13 van de Wet herstructurering varkenshouderij geldende niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen, en vervolgens ten aanzien van het op die dag geldende niet-gebonden recht voor andere diersoorten dan varkens en kippen.

Geen vermindering geschiedt ten aanzien van het grondgebonden mestproductierecht.

Toelichting

Bij de overgang van mestproductierechten naar varkensrechten valt de grond waarop grondgebonden varkens werden gehouden vrij. Deze grond kan vervolgens gebruikt worden voor het houden van andere diersoorten. Een potentieel lek van ongeveer 11 miljoen kg. fosfaat. Dit is een ongewenste ontwikkeling. Het amendement beoogt dit lek te dichten.

Huys

Naar boven