25 746
Regels inzake een stelsel van varkensrechten en een heffing ter zake van het houden van varkens (Wet herstructurering varkenshouderij)

nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 12 december 1997

1. Inleiding

In het beleidsvoornemen van het kabinet inzake de structuurverandering van de varkenshouderij dd. 10 juli 1997, is aangegeven dat naast een herstructurering van de sector ook een ruimtelijke reconstructie in delen van de concentratiegebieden van de varkenshouderij noodzakelijk is. Daartoe wordt op dit moment een Reconstructiewet voorbereid, waarvan de hoofdlijnen in deze brief door mij, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, worden beschreven.

2. Doelstellingen Reconstructie

Met de reconstructie van de concentratiegebieden varkenshouderij wordt een integrale aanpak beoogd met de volgende meervoudige doelstelling:

– Het verbeteren van de ruimtelijke structuur van de varkenshouderij teneinde de risico's voortvloeiend uit de hoge varkensdichtheid in de concentratiegebieden te verminderen

– Het verbeteren, versterken en verbreden van de economische structuur – waaronder de agrarische structuur – van de concentratiegebieden als geheel.

– Het verbeteren van de milieukwaliteit

– Het verbeteren van de kwaliteit van natuur en landschap.

Bij het nastreven van deze doelen zal tevens worden ingespeeld op de verstedelijkingsprocessen die zich in deze delen van het economisch kerngebied van Nederland afspelen.

Tevens zal nauw worden aangesloten bij lopende projecten van gebiedsgericht beleid.

Verminderen veterinaire risico's

Teneinde de veterinaire risico's voortvloeiend uit de hoge varkensdichtheid te verminderen wordt gedacht aan het creëren van ruimtelijk gescheiden clusters.

Deze clusters verminderen de kans op uitbraken van besmettelijke dierziekten en beperken de kans op verspreiding van de besmettingsbron.

Voor de begrenzing zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij «groene» en «grijze» infrastructuur in de regio's.

Een ruimtelijke cluster kan zich vervolgens ontwikkelen tot een min of meer gesloten regionale varkenshouderij-keten.

Dergelijke gesloten ketens zullen verder worden gestimuleerd door het stelsel van heffingen, zoals opgenomen in het voorstel Herstructureringswet.

Verbeteren economische structuur

De herstructurering reikt verder dan het primaire varkenshouderijbedrijf. Produkt en produktiewijze moeten worden aangepast aan veranderende wensen en opvattingen in de maatschappij. Aanpassingen in de gehele keten zijn derhalve geboden.

De hierboven reeds beschreven regionale ketenvorming zal leiden tot andere produktstromen. De heroriëntatie van de produktie zal mogelijk leiden tot een herallocatie in slachterijen. Om de effecten voor de werkgelegenheid, die zich zullen laten voelen in alle schakels van de produktieketen, zoveel mogelijk op te vangen zijn grote inspanningen nodig van alle betrokken partijen.

In de reconstructieplannen zal ingegaan moeten worden op de mogelijkheden voor nieuwe economische en sociale activiteiten, zoals bijvoorbeeld toerisme en recreatie. Passende niet-agrarische bedrijfsactiviteiten kunnen in bedoelde gebieden de ruimte krijgen. De overheid zal dergelijke initiatieven stimuleren.

Door middel van de arbeidsvoorzieningsorganisatie en een specifieke sectorale regeling zullen de werkgelegenheidsgevolgen worden bestreden.

De vorming van ruimtelijke clusters en corridors in de concentratiegebieden impliceert dat niet alleen zones vrij worden gemaakt van varkens, maar ook dat ruimtelijk nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden worden geboden voor varkenshouderij.

In het reconstructieplan zal worden aangegeven waar uitbreiding en nieuwvestiging in de concentratiegebieden mogelijk is.

Verbeteren Milieukwaliteit

Met de reconstructie dient te worden bijgedragen aan een substantiële vermindering van de nitraat- en fosfaatbelasting, van de depositie van ammoniak op voor verzuring gevoelige bos- en natuurgebieden en van het aantal stankgehinderden.

Voor wat betreft de nitraatproblematiek op de droge zandgronden kan gedacht worden aan extensivering of verplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven, vernatting, verbetering van de verkaveling, en ruimere mogelijkheid voor natuur, al of niet in combinatie met landbouwfuncties.

In de reconstructieplannen kunnen voorwaarden worden opgenomen ten aanzien van ammoniak bij verplaatsing, nieuwvestigingen en uitbreiding. Hierbij moet worden aangesloten bij het regionale ammoniakbeleid, waarover u binnenkort separaat een voorstel zal toekomen.

Voor wat betreft het waterbeheer kan in de reconstructieplannen worden aangegeven hoe kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen kunnen worden gerealiseerd.

Verbeteren kwaliteit natuur en landschap

Voor betreffende gebieden zal het reconstructieplan een landschapsplan bevatten, met daarin ook aandacht voor de landschappelijke inpassing van bestaande en nieuwe bedrijfsgebouwen.

In het plan moeten verder mogelijkheden worden bezien om te komen tot een versnelling van de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur.

Tevens moet worden aangegeven in welke gebieden in de nabijheid van de EHS uitplaatsing van intensieve veehouderij nodig en mogelijk is.

3. Wetgevingsinstrumentarium

Het is van evident belang voor de reconstructie van de concentratiegebieden te kunnen beschikken over een effectief integraal instrument. De huidige Landinrichtingswet behoeft met name verbetering op het punt van snelheid en flexibiliteit. In de prioriteitennota «Dynamiek en Vernieuwing» is daartoe het project «herijking landinrichting» opgezet, waarvan de resultaten de Kamer op korte termijn zullen bereiken.

Het Kabinet is van mening dat voor resultaten op de kortere termijn, mede met gebruikmaking van de resultaten van de herijking, een afzonderlijke wet noodzakelijk is.

Reconstructiewet

In de Reconstructiewet zullen de doelstellingen en uitgangspunten van het beleid worden verankerd. Daarmee is op rijksniveau het kader voor de reconstructie bepaald. Een reconstructieplan zal daaraan worden getoetst door de Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Vervolgens kunnen onder provinciale regie reconstructiecommissies de uitwerking en uitvoering van reconstructieplannen ter hand nemen. Bij de samenstelling van commissies, qua constructie vergelijkbaar met landinrichtingscommissies, zal terdege rekening worden gehouden met het belang van voldoende draagvlak.

In dit verband is ook voor provinciale en lokale overheden een belangrijke rol weggelegd. Het is aan hen om samen met de maatschappelijke organisaties in de streek initiatieven die van onderop tot ontwikkeling komen, zoals in het kader van NUBL en ROM gebied Gelderse Vallei, zo mogelijk in de reconstructieplannen een plek te geven. Het reconstructiebeleid kan voor reeds lopende initiatieven een extra impuls betekenen. Goede afstemming is dan ook van het grootste belang.

De Reconstructiewet zal uiteraard bepalingen bevatten om een voortvarende aanpak te bewerkstelligen. Deze bepalingen zullen ook betrekking hebben op de termijnen voor inspraak en beroep.

Hierbij zal overigens geen afbreuk worden gedaan aan de uitgangspunten van de Algemene wet bestuursrecht inzake rechtsbescherming. Tevens zal worden voorzien in de planologische doorwerking van het reconstructieplan in met name het gemeentelijke bestemmingsplan.

Planologische kernbeslissing

Het in het wetsvoorstel herstructurering Varkenshouderij opgenomen Structuurschema varkenshouderij zal door middel van een partiële herziening worden geïncorporeerd in de bestaande Planologische Kernbeslissingen voor het ruimtelijke beleid, VINEX en SGR.

Hierbij zal invulling worden gegeven aan het door het Kabinet voor de niet-concentratiegebieden geformuleerde uitgangspunt «Schone gebieden schoon». Streek- en bestemmingsplannen zullen daar vervolgens aan worden getoetst. Voor de concentratiegebieden geldt dat het Structuurschema Varkenshouderij de beoogde reconstructie zal ondersteunen en waarborgen.

4. Slot

Het spreekt voor zich dat het realiseren van de reconstructieplannen een gezamenlijke en gecoördineerde inspanning vraagt van alle betrokkenen.

Wij stellen ons dan ook voor de schets op hoofdlijnen van de Reconstructiewet, zoals in deze brief beschreven, nader uit te werken in overleg met het Interprovinciaal Overleg en de meest betrokken provincies in het bijzonder, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen, alsmede de betrokken sectoren.

De uitwerking zal begin 1998 neerslaan in een Rijksuitgangspuntennota die het kader voor de invulling van de reconstructie biedt. Over de hieruit voortvloeiende concrete beleidsvoornemens (in aard en omvang) zal tezamen met de budgettaire dekking daarvan nog besluitvorming op kabinetsniveau plaatsvinden.

In de Voortgangsrapportage Missiebrief is een verkennende inventarisatie uitgevoerd van publieke investeringswensen die een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van de ruimtelijke problematiek in ons land. Zoals in de rapportage aangegeven zullen de in dit kader genoemde projecten, waarbij onder de bredere noemer «herstructurering van het landelijk gebied» de reconstructie van de concentratiegebieden is opgenomen, de komende maanden nader worden uitgewerkt. De Rijksuitgangspuntennota inzake de reconstructie kan mede daartoe dienen.

De reconstructie is van groot belang om de herstructurering van de varkenshouderij op een maatschappelijke acceptabele manier te laten plaatsvinden. Voor zowel de sociaal-economische als de ruimtelijke effecten geldt dat met de reconstructie mogelijke bedreigingen kunnen worden omgezet in gerede kansen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Naar boven