25 732
Invoering van de mogelijkheid tot het treffen van bijzondere maatregelen door de ondernemingskamer over de zeggenschap in de naamloze vennootschap

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot invoering van de mogelijkheid tot het treffen van bijzondere maatregelen door de ondernemingskamer over de zeggenschap in de naamloze vennootschap.

De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

7 november 1997

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is dat de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam op verzoek van de aandeelhouder met een overwegend belang in een naamloze vennootschap bijzondere maatregelen kan treffen over de zeggenschap en de verdeling van de bevoegdheden van de organen van de vennootschap;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Titel 8 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:

A. Na artikel 359 wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, die luidt:

AFDELING 3

BIJZONDERE MAATREGELEN OMTRENT ZEGGENSCHAP

Artikel 359a

De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de naamloze vennootschap, met uitzondering van de naamloze vennootschap waarvan de statuten uitsluitend aandelen op naam kennen, een blokkeringsregeling bevatten en niet toelaten dat met medewerking van de vennootschap certificaten aan toonder worden uitgegeven.

Artikel 359b

1. De houder van aandelen of certificaten van aandelen die al dan niet samen met zijn dochtermaatschappijen ten minste 70% van het geplaatste kapitaal van de vennootschap verschaft en hiervan schriftelijk aan de vennootschap kennis heeft gegeven, kan de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam verzoeken een of meer van de in de artikelen 359c, 359d en 359e bedoelde maatregelen te treffen, indien hij dit kapitaal gedurende ten minste een jaar direct voorafgaande aan de indiening van het verzoekschrift onafgebroken is blijven verschaffen en hij zijn kennisgeving ten minste een jaar voorafgaande aan die indiening heeft gedaan.

2. Bij het berekenen van het gedeelte van het kapitaal dat de aandeelhouder verschaft worden niet meegeteld:

a. aandelen die zijn uitgegeven nadat de vennootschap een kennisgeving als bedoeld in lid 1 heeft ontvangen;

b. niet-volgestorte aandelen die zijn uitgegeven zonder dat de aandeelhouders een voorkeursrecht hebben kunnen uitoefenen;

c. volgestorte aandelen die zijn uitgegeven zonder dat de aandeelhouders een voorkeursrecht hebben kunnen uitoefenen, indien de verzoeker aantoont dat de vennootschap op beslissende wijze heeft verhinderd dat de verzoeker deze aandelen heeft kunnen verkrijgen van aandeelhouders.

3. Lid 2, onderdelen b en c, is niet van toepassing indien de verzoeker de certificaten van deze aandelen heeft kunnen verwerven.

4. De verzoeker doet bij zijn verzoek mededeling van zijn voornemens met betrekking tot zijn beleid ten aanzien van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming, alsmede met betrekking tot de samenstelling van het bestuur en de raad van commissarissen.

Artikel 359c

1. Maatregelen als bedoeld in artikel 359b zijn:

a. indien de verzoeker houder van certificaten van aandelen is, een gebod aan degene die de certificaten heeft uitgegeven de certificaathouders desgewenst in ruil voor hun certificaten de betrokken aandelen over te dragen, met schrapping van de bepalingen die een dergelijke overdracht beperken, alsmede zodanige wijziging van de statuten van de vennootschap dat de aandelen zonder beperking kunnen worden overgedragen;

b. intrekking met terugbetaling van niet-volgestorte aandelen die zijn uitgegeven zonder dat de aandeelhouders een voorkeursrecht hebben kunnen uitoefenen dan wel ontzegging van stemrecht op deze aandelen voor een door de ondernemingskamer te bepalen termijn;

c. opdracht tot doorhaling van de inschrijving van de opgaaf, bedoeld in artikel 153, en zodanige wijziging van de statuten van de vennootschap dat de wijze van benoeming en ontslag van commissarissen en de taak en bevoegdheden van de raad van commissarissen niet langer overeenkomstig de artikelen 158 tot en met 164 dan wel de artikelen 158 tot en met 161 en 164 zijn geregeld;

d. zodanige wijziging van de statuten van de vennootschap dat de algemene vergadering van aandeelhouders zonder voordracht of goedkeuring en bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen beslist over het aantal bestuurders en commissarissen en over hun benoeming, schorsing, ontslag en bezoldiging, alsmede dat ten aanzien van zulk een besluit door elke aandeelhouder overeenkomstig artikel 118 leden 2 en 3 stem kan worden uitgebracht.

2. De maatregel, bedoeld in lid 1 onder c, wordt niet getroffen voor zover op de vennootschap de artikelen 158 tot en met 164 dan wel de artikelen 158 tot en met 161 en 164 dwingendrechtelijk van toepassing zijn. De maatregel, bedoeld in lid 1 onder d, wordt niet getroffen ten aanzien van bestuurders of commissarissen die met toepassing van de artikelen 158 tot en met 164 dan wel de artikelen 158 tot en met 161 en 164 moeten worden benoemd, of moeten worden benoemd met toepassing van artikel 143.

3. De griffier van de ondernemingskamer doet het voornemen van de ondernemingskamer tot het treffen van de maatregel, bedoeld in lid 1 onder b, neerleggen ten kantore van het handelsregister van de plaats, waar de vennootschap volgens haar statuten haar zetel heeft en doet deze nederlegging op kosten van de verzoeker aankondigen in een landelijk verspreid dagblad. Tegen de beschikking met betrekking tot het voornemen staat geen rechtsmiddel open. De maatregel wordt niet getroffen indien een schuldeiser daartegen binnen twee maanden na de aankondiging in verzet komt, zulks tenzij de schuldeiser voldoende waarborgen heeft of de vermogenstoestand van de vennootschap voldoende zekerheid biedt dat zijn vordering zal worden voldaan. De rechter kan de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen een door hem bepaalde termijn een door hem omschreven waarborg te geven.

Artikel 359d

1. Maatregelen als bedoeld in artikel 359b zijn voorts andere maatregelen die de ondernemingskamer geboden acht met het oog op de uitoefening door de verzoeker van zeggenschap in de vennootschap, in het bijzonder:

a. wijziging van de statuten van de vennootschap anders dan als in artikel 359c bedoeld;

b. intrekking met terugbetaling van aandelen waaraan de statuten een bijzonder recht inzake de zeggenschap in de vennootschap verbinden;

c. schorsing of vernietiging van een besluit van het bestuur, van de raad van commissarissen, van de algemene vergadering of van enig ander orgaan van de vennootschap;

d. schorsing of ontslag van een of meer bestuurders of commissarissen;

e. tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen.

2. Een maatregel als bedoeld in lid 1 onder a kan geen afwijking inhouden van dwingende wetsbepalingen.

3. Ten aanzien van de maatregel, bedoeld in lid 1 onder b, is artikel 359c lid 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 359e

Een maatregel als bedoeld in de artikelen 359c en 359d kan mede worden getroffen ten aanzien van een dochtermaatschappij waarvan de vennootschap ten minste 70% van het geplaatste kapitaal verschaft of doet verschaffen.

Artikel 359f

1. De ondernemingskamer wijst een verzoek tot het treffen van een maatregel als bedoeld in artikel 359c toe, tenzij de vennootschap aannemelijk maakt dat de voornemens van de verzoeker wezenlijk in strijd zijn met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming of er grond is te verwachten dat de verzoeker zal handelen in strijd met artikel 8.

2. Gronden voor afwijzing van het verzoek worden vermoed er te zijn, wanneer de verzoeker:

a. een wettelijke verplichting tot melding van zijn zeggenschap niet is nagekomen;

b. in ernstige mate heeft gehandeld in strijd met de bij het voorbereiden en uitbrengen van een openbaar bod in acht te nemen regels;

c. door zijn gedragingen het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming in ernstige mate heeft geschaad;

d. het voortbestaan van een onderneming van een andere rechtspersoon of vennootschap waarop hij invloed uitoefende heeft beëindigd of in gevaar gebracht zonder bedrijfseconomische noodzaak daartoe;

e. kennelijk onvoldoende heeft getracht ter voorkoming van het geding met het bestuur van de vennootschap tot overeenstemming te komen.

3. De ondernemingskamer wijst een verzoek tot het treffen van een maatregel als bedoeld in de artikelen 359d en 359e toe, indien het achterwege blijven van de maatregel, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang van de verzoeker bij de maatregel en de belangen van de vennootschap of anderen die daardoor worden geschaad, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar is.

Artikel 359g

1. Voordat de ondernemingskamer beslist op een verzoek benoemt zij drie deskundigen ten einde haar te adviseren over de voornemens van de verzoeker met betrekking tot zijn beleid ten aanzien van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming, alsmede met betrekking tot de samenstelling van het bestuur en de raad van commissarissen bij gehele of gedeeltelijke toewijzing van het verzoek. De artikelen 351 en 352 zijn van overeenkomstige toepassing.

2. De kosten van deskundigen zijn voor rekening van de verzoeker. De ondernemingskamer stelt het bedrag vast dat het onderzoek ten hoogste mag kosten. De ondernemingskamer kan hangende het onderzoek dit bedrag op verzoek van de door haar benoemde personen verhogen, na verhoor, althans oproeping van de oorspronkelijke verzoeker. De ondernemingskamer bepaalt de vergoeding van de door haar benoemde personen. De ondernemingskamer kan bepalen dat de verzoeker voor de betaling der kosten zekerheid moet stellen.

Artikel 359h

1. De ondernemingskamer kan de oproeping door verzoeker van belanghebbenden of groepen van belanghebbenden gelasten en daarbij de wijze van oproeping bepalen. De ondernemingskamer doet de ondernemingsraad oproepen.

2. De ondernemingskamer kan aan de toewijzing van het verzoek voorwaarden verbinden. De ondernemingskamer kan bepalen, dat de verzoeker de gezamenlijke andere aandeelhouders een bod doet tot verwerving van hun aandelen.

3. De ondernemingskamer regelt zo nodig de gevolgen van de getroffen maatregelen.

Artikel 359i

1. De griffier van de ondernemingskamer doet ten kantore van het handelsregister van de plaats, waar de vennootschap volgens haar statuten haar zetel heeft, een afschrift van de beschikking van de ondernemingskamer nederleggen. Afschriften van beschikkingen die niet voorlopig ten uitvoer kunnen worden gelegd, worden nedergelegd zodra zij in kracht van gewijsde zijn gegaan.

2. Tot het instellen van beroep in cassatie zijn, buiten de personen bedoeld in artikel 426 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de vennootschap en de dochtermaatschappij ten aanzien waarvan een maatregel is getroffen, bevoegd, ongeacht of zij bij de ondernemingskamer zijn verschenen.

B. Het opschrift van de titel komt te luiden: Geschillenregeling, het recht van enquête en bijzondere maatregelen omtrent zeggenschap.

ARTIKEL II

1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

2. Een houder van aandelen of certificaten die ten tijde van de inwerkingtreding van deze wet al dan niet samen met zijn dochtermaatschappijen ten minste 70% van het geplaatste kapitaal van de vennootschap verschaft, kan een verzoek als bedoeld in artikel 359b niet eerder doen dan een jaar nadien.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Minister van Financiën,

De Minister van Economische Zaken,

Naar boven