25 728
Goedkeuring van het op 10 september 1996 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake het alomvattend verbod op kernproeven (Trb. 1997, 62)

nr. 7
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID HOEKEMA C.S.

Voorgesteld 6 oktober 1998

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegend, dat een effectief non-proliferatiebeleid ook vergt dat, gegeven de huidige veiligheidssituatie, radicale reducties van kernwapensarsenalen plaatsvinden;

constaterend, dat het CTBT wel indirect, maar niet rechtstreeks een rem zet op kwaliteit en omvang van de nucleaire arsenalen;

van oordeel, dat het wenselijk is dat reducties van de arsenalen van alle kernwapenstaten met kracht wordt voortgezet;

van mening, dat de kernproeven van India en Pakistan hieraan een nog grotere urgentie verlenen;

verzoekt de regering bij de NAVO-bondgenoten en met name bij de Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk alsmede de andere kernwapenstaten aan te dringen op het voeren van onderhandelingen ter vermindering van de kernwapenarsenalen, danwel de voortzetting daarvan (mede afhankelijk van de ratificatie van START-II in de Doema),

en gaat over tot de orde van de dag.

Hoekema

Apostolou

M. B. Vos

Naar boven