nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In ARTIKEL I worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a. Voor onderdeel A wordt ingevoegd:
A0. Artikel 2, vierde lid, komt te luiden:
4. Heeft de oprichting van een lichaam plaatsgevonden naar Nederlands
recht, dan wordt voor de toepassing van deze wet, met uitzondering van de
artikelen 14a, 14b en 29a, het lichaam steeds geacht in Nederland te zijn
gevestigd.
b. In onderdeel C wordt aan artikel 14a toegevoegd:
10. Dit artikel vindt slechts toepassing indien de splitsende en de verkrijgende
rechtspersonen ten tijde van de splitsing in Nederland zijn gevestigd.
c. In onderdeel C wordt aan artikel 14b wordt toegevoegd:
10. Artikel 14a, tiende lid, vindt overeenkomstige toepassing.
B
In ARTIKEL II worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a. In onderdeel B wordt aan artikel 68a toegevoegd:
11. Dit artikel vindt slechts toepassing indien de splitsende en de verkrijgende
rechtspersonen ten tijde van de splitsing in Nederland zijn gevestigd.
b. In onderdeel B wordt aan artikel 68aa toegevoegd:
11. Artikel 68a, elfde lid, vindt overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Deze nota van wijziging bevat een wettelijke verankering van hetgeen in
het nader rapport en de nota naar aanleiding van het verslag reeds is opgemerkt
terzake van het te maken onderscheid tussen de grensoverschrijdende fusies
en splitsingen die door de Fusierichtlijn (90/434/EG) worden bestreken en
de binnenlandse fusies en splitsingen. Voor grensoverschrijdende richtlijn-situaties
kan men zich beroepen op artikel IV van de implementatiewet (Stb. 1992, 491)
van de fusierichtlijn. Het wetsvoorstel treft een aparte regeling voor fusies
en splitsingen op de voet van het Burgerlijk Wetboek. Echter, doordat Nederland
de zogenoemde incorporatieleer1 hanteert, valt
onder de regeling in het Burgerlijk Wetboek ook een grensoverschrijdende fusie
of splitsing waarbij een in het buitenland gevestigde naar Nederlands recht
opgerichte NV of BV betrokken is. Om nu te voorkomen dat op deze situatie
zowel het wetsvoorstel als de genoemde implementatiewet van toepassing kan
zijn, is nu expliciet opgenomen dat het wetsvoorstel slechts ziet op binnenlandse
situaties.
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend