nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Spaarfonds
AOW voor het jaar 1998.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
27 oktober 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de
Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de
wet moet worden vastgesteld, dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet wordt
bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren en dat overigens de
inrichting van de begroting van de uitgaven en ontvangsten van het Spaarfonds
AOW moet geschieden met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van
de Wet financiering volksverzekeringen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De begroting van de uitgaven van het Spaarfonds AOW voor het jaar 1998
wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat,
onderdeel uitgaven.
Artikel 2
De begroting van de ontvangsten van het Spaarfonds voor het jaar 1998
wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat,
onderdeel ontvangsten.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1998. Indien het Staatsblad
waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven op of na 1 januari 1998,
treedt zij in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, doch niet eerder dan met ingang
van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de Wet
tot wijziging van de Wet financiering volksverzekeringen houdende regels omtrent
de maximering van het premiepercentage en de mogelijkheid van verstrekking
van een rijksbijdrage voor de algemene ouderdomsverzekering, alsmede omtrent
de vorming van een Spaarfonds AOW wordt geplaatst, en werkt terug tot en met
1 januari 1998.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Financiën,
Begrotingsstaat behorende bij de Wet van .... 19.., Stb
... Begroting 1998, Spaarfonds AOW Onderdeel uitgaven (bedragen x f 1
mln)
Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk
vastgestelde begroting |
---|
| | uitgaven |
---|
| TOTAAL | 2 297 |
| | |
01.01 | Bijdrage
aan de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV)
ter aanvullende financiering van het Ouderdomsfonds | 0 |
01.02 | Voordelig
eindsaldo | 2 297 |
Mij bekend,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Financiën,
Begrotingsstaat behorende bij de Wet van .... 19.., Stb
... Begroting 1998, Spaarfonds AOW Onderdeel ontvangsten (bedragen x f 1
mln)
Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk
vastgestelde begroting |
---|
| | ontvangsten |
---|
| TOTAAL | 2 297 |
| | |
01.00 | Beginsaldo | 750 |
01.01 | Bijdrage van de begroting van het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (XV) | 1 500 |
01.02 | Rente-ontvangsten | 47 |
Mij bekend,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Financiën,