Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 25691 nr. 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 25691 nr. 7 |
Ontvangen 18 november 1997
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel IV wordt na onderdeel C ingevoegd:
CA. In artikel 17, tweede lid, onderdeel a, wordt «38 percent» vervangen door: 40 percent.
Artikel V wordt vervangen door:
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A. Na artikel 229c wordt ingevoegd:
1. Voor diegenen die bij het begin van het kalenderjaar belastingplichtig zijn voor een recht op grond van artikel 229, eerste lid, ter zake van het gebruik van de riolering voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater, een recht op grond van artikel 229, eerste lid, dan wel een heffing als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer ter zake van het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, wordt het belastingbedrag ter zake van een van deze belastingen verminderd met f 100. Het bedrag van de vermindering wordt afzonderlijk vermeld op het aanslagbiljet.
2. Indien het bedrag na vermindering negatief is, wordt een aanslag tot dat negatieve bedrag vastgesteld.
3. Bij de vaststelling van de tarieven van de in het eerste lid bedoelde belastingen wordt het totale bedrag van de verminderingen niet in mindering gebracht op de geraamde baten.
4. Indien geen belastingen worden geheven als bedoeld in het eerste lid, besluit de gemeenteraad voor 1 april 1998 tot invoering van een van de in dat lid bedoelde belastingen met ingang van 1 januari 1998, waarbij het belastingbedrag ten hoogste f 100 bedraagt. Over het kalenderjaar 1999 wordt ten minste een van de in het eerste lid bedoelde belastingen geheven.
B. In artikel 233a, tweede lid, wordt «en de Invorderingswet 1990» vervangen door: , de Invorderingswet 1990 en artikel 229d.
C. Na artikel 255 wordt ingevoegd:
Indien ter zake van de in artikel 229d, eerste lid, bedoelde belastingen het op de voet van artikel 255 kwijt te schelden bedrag lager is dan het bedrag dat zou zijn kwijtgescholden indien de vermindering, bedoeld in artikel 229d, eerste lid, niet was toegepast, wordt het verschil tussen die bedragen door de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen bij een voor administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders vatbare beschikking vastgesteld en aan degene die om kwijtschelding verzoekt, uitbetaald.
Artikel VII, onderdeel A, wordt vervangen door:
A. In artikel 15.33, tweede lid, wordt «230» vervangen door: 229d en 230.
In artikel VIII, onderdeel D, onder 1 en 2, wordt «f 539» vervangen door: f 538.
In artikel X vervallen onderdeel A en de onderdeelsaanduiding B.
Na artikel X wordt ingevoegd:
A. Met ingang van 1 januari 2000 wordt de Gemeentewet gewijzigd als volgt:
1. Artikel 229d vervalt.
2. In artikel 233a, tweede lid, wordt «, de Invorderingswet 1990 en artikel 229d» vervangen door: en de Invorderingswet 1990.
3. Artikel 255a vervalt.
B. Met ingang van 1 januari 2000 wordt in artikel 15.33, tweede lid, van de Wet milieubeheer «229d en 230» vervangen door: 230.
In artikel XII, eerste lid, wordt «G.6» vervangen door: F.6. Voorts wordt na «1 januari 2000» ingevoegd: alsmede artikel IV, onderdeel CA, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip, zo nodig met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1998,.
Onderdeel I (Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen)
Gebleken is dat het zogenaamde Pemba-complex een negatief effect heeft op de hoogte van de belasting- en premiefaciliteit voor de zeevaart. Dit negatieve effect kan worden gecompenseerd met een verhoging van het hoge percentage van 38 tot – afgerond naar boven – 40. Het lage percentage blijft, eveneens afgerond, 10. Inherent aan deze verhoging is dat zij budgettair neutraal verloopt.
In verband met de vereiste goedkeuring van de Europese Commissie, zal de regeling op een bij koninklijk besluit te bepalen datum, niet eerder dan nadat de goedkeuring in Brussel is verleend, in werking treden. Indien deze datum na 1 januari 1998 ligt, zal de aanpassing terugwerken tot en met 1 januari 1998. Hiertoe wordt ook artikel XII van het ontwerp gewijzigd.
Onderdelen II, IV, V en VI (Gemeentewet c.a.)
Na overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft het kabinet besloten de artikelen 229d en 255a van de Gemeentewet na een periode van twee jaar te laten vervallen. In het overleg is geconcludeerd dat na een periode van twee jaar de lastenverlichting in hoge mate in de gemeentelijke praktijk is beklijft. De VNG heeft in het overleg aangegeven lastenverlichting op gemeentelijk niveau gewenst te vinden en heeft de bereidheid uitgesproken om de gemeenten aan te sporen om ook na de periode van twee jaar de beschikbare middelen in te blijven zetten voor lokale lastenverlichting, op een wijze die op grond van de specifieke lokale omstandigheden het meest geschikt is. De bijbehorende dotatie in het gemeentefonds van f 100 per woonruimte vervalt dan ook niet na twee jaar. Deze is naar huidige inzichten structureel.
In het hiervoor genoemde overleg met de VNG is voorts geconcludeerd dat de wens van het kabinet om lokale lastenverlichting in relatie te brengen met de lastenverzwaringen als gevolg van het gevoerde milieubeleid, eveneens kan worden gerealiseerd door gemeenten de mogelijkheid te geven om de lastenverlichting te verlenen op de aanslag voor de rioolrechten. Deze mogelijkheid is gecreëerd in artikel 229d, eerste lid, van de Gemeentewet.
De bepaling inzake het mogelijk maken van de vermindering via de rioolrechten is zo geformuleerd dat de vermindering alleen behoeft te worden toegekend aan gezinshuishoudingen. De zinsnede «gebruik van de riolering voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater» bewerkstelligt dat alleen het rioolafvoerrecht voor gebruikers van woningen kan worden gehanteerd.
De verplichting om een reinigingsrecht dan wel afvalstoffenheffing in te voeren, die aanvankelijk in artikel X, onderdeel A, was opgenomen, is overgeheveld naar artikel 229d, vierde lid, en aldaar aangepast aan de nieuwe situatie waarin een gemeente desgewenst ook het rioolafvoerrecht als lastenverlichtingsinstrument kan gebruiken.
In verband met het vervallen van de desbetreffende wettelijke voorschriften per 1 januari 2000, is er voor gekozen niet tot hernummering van het huidige artikel 229c van de Gemeentewet over te gaan, doch na artikel 229c een nieuw artikel 229d in te voegen. Daarmee wordt voorkomen dat er in het jaar 2000 opnieuw een hernummering moet plaatsvinden, dan wel dat er na het vervallen van het nieuwe artikel een gat valt in de artikelnummering.
In een nieuw artikel XA van het onderhavige wetsvoorstel komt tot uitdrukking dat de wettelijke voorschriften omtrent de wijze waarop de lastenverlichting moet plaatsvinden, slechts gelden gedurende een periode van twee jaren. In dat artikel wordt geregeld dat de desbetreffende artikelen en de verwijzingen naar die artikelen met ingang van 1 januari 2000 worden geschrapt.
Onderdeel VI (Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994)
In verband met de afrondingsregel in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (artikel 82) zou uit het ingediende voorstel van wet voortvloeien dat het tarief van de motorrijtuigenbelasting voor zware vrachtauto's zijn maximum zou bereiken voor voertuigen met een toegestane maximum massa vanaf 41 ton. Beoogd wordt evenwel handhaving van de huidige situatie dat het tariefmaximum reeds wordt bereikt bij 40 ton. De in dit onderdeel opgenomen wijziging strekt ertoe dit beoogde gevolg te bereiken.
Onderdeel VII (Inwerkingtredingsbepaling)
In artikel XII, eerste lid, is abusievelijk opgenomen dat onderdeel G.6 per 1 januari 2000 in werking treedt in plaats van onderdeel F.6. Deze omissie wordt hierbij hersteld. De tweede wijziging is bij onderdeel I toegelicht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25691-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.