25 675
Voorzieningen betreffende de totstandbrenging en de exploitatie van een vaste oeververbinding onder de Westerschelde door een naamloze vennootschap (Tunnelwet Westerschelde)

nr. 15
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 juni 1998

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 7 komt te luiden:

Het referentietarief mag over een periode van twaalf maanden ten hoogste worden verhoogd met 10% gedurende de eerste twee jaar met ingang van de datum, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 8% gedurende het derde en het vierde jaar na bedoelde datum, 6% gedurende het vijfde en het zesde jaar na bedoelde datum en 4% gedurende het zevende jaar en de volgende jaren na bedoelde datum, telkens vermeerderd met de percentuele stijging van de prijzen bij het onderhoud van wegen met een gesloten verharding buiten de bebouwde kom over de jongste vergelijkbare periode.

Toelichting

In de eerste exploitatiejaren zal de exploitant ruimte nodig hebben om een evenwicht te bereiken tussen lasten en opbrengst, en ervaring te krijgen met het marktgedrag van potentiële klanten. Daarna moet een reële exploitatie tussen een kleinere bandbreedte mogelijk zijn. Binnen die bandbreedte zal ook de ruimte moeten gevonden voor uitgaven wegens groot onderhoud. Tevens zullen binnen die bandbreedte de lastenstijgingen moeten worden opgevangen voor zover die de gehanteerde index te boven gaan, hetgeen zo is mij gebleken uit een ruwe analyse van kostenontwikkelingen en de ontwikkeling van indexcijfers niet ondenkbaar is.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven