25 657 Persoonsgebonden Budgetten

Nr. 323 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 oktober 2019

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 27 juni 2019 inzake het kostenoverzicht PGB 2.0 systeem (Kamerstuk 25 657, nr. 319).

De vragen en opmerkingen zijn op 23 september 2019 aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 22 oktober 2019 zijn de vragen, voorzien van een inleiding, beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Lodders

Adjunct-griffier van de commissie, Clemens

Inhoudsopgave

   

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van de Minister

8

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het kostenoverzicht PGB 2.0-systeem. Het is goed dat deze uiteenzetting op papier is gezet, zodat allen dezelfde kennis van feiten hebben omtrent PGB 2.0. Het kostenoverzicht roept bij deze leden wel nog enkele vragen op.

In het kostenoverzicht worden de baten van het PGB 2.0-systeem uitgelicht. Genoemde leden vragen in hoeverre er ook nadelen aan dit systeem zitten ten opzichte van de oude systematiek. Welke nadelen zijn dit?

De beheerkosten van het PGB 2.0-systeem worden geschat op € 9,4 miljoen per jaar. De leden van de VVD-fractie willen weten of een deel van die kosten ook wordt besteed aan de doorontwikkeling van het systeem. Er worden veel baten genoemd in het kostenoverzicht, maar deze leden zouden het positief vinden indien er na de invoering van het systeem nog steeds aandacht (en dus geld) gaat naar het zo optimaal mogelijk houden van het systeem.

Het budgethoudersportaal is ontwikkeld door zorgverzekeraar DSW en de pilot is ook gehouden in een gebied met veelal verzekerden bij DSW. Kan de Minister aangeven waarom er geen pilot is uitgevoerd in gebieden met andere verzekerden om te achterhalen of de systemen en de wijzen van declaraties op elkaar zijn afgestemd?

In de brief schrijft de Minister «....het zorgdomein nog niet geschikt is voor landelijke uitrol, omdat nog niet alle functionaliteiten voor vooral gemeenten en SVB zijn gerealiseerd». Dit roept bij de leden van de VVD-fractie een aantal vragen op. Hoe kan de basis goed zijn, maar uitrol niet mogelijk? «Nog niet alle functionaliteiten voor vooral gemeenten en SVB.» Welke andere functionaliteiten betreft het nog meer? Waar zitten nu precies de hickups voor de gebruikers?

In het vervolg heeft de Minister het consequent over doorontwikkelen. Is het niet beter te spreken over afmaken, vragen de leden van de VVD-fractie. Eerder stuurde de Minister de Kamer een planning voor invoering van het PGB 2.0. Kan de Minister een update geven van die planning? Wat schuift nu allemaal op in de tijd, en hoe komt planning er dan uit te zien?

In de brief staat ook dat er extra inspanningen nodig zijn om het systeem te laten voldoen aan overheidsstandaarden. Wat zijn die extra inspanningen, hoeveel tijd is daarvoor nodig? Zijn er kosten verbonden aan deze extra inspanningen? En sinds wanneer is bekend dat die extra inspanningen nodig zijn? Was dit al voor de overdracht? Zo ja, waarom is hier dan niet eerder rekening mee gehouden? Zo nee, hoe kan dat?

Kan de Minister aangeven op welke wijze gemeenten betrokken zijn bij het PGB 2.0-systeem?

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het kostenoverzicht PGB 2.0-systeem.

Genoemde leden vragen of er een kostenoverzicht in tabelvorm kan komen. Dit geeft een groter inzicht in de totaliteit van de kosten. Klopt het dat er drie verschillende kostensoorten zijn die aan het project zijn verbonden, namelijk doorontwikkelingskosten, implementatiekosten en beheerkosten? Klopt het dat er drie partijen zijn die kosten maken, namelijk gemeenten, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en zorgkantoren? Klopt het dat de doorontwikkelingskosten geschat worden in totaliteit op € 20,5 miljoen, de implementatiekosten op € 19,0 miljoen. en de beheerskosten op € 9,4 miljoen jaarlijks? Deze leden willen weten hoe het met de verdere doorontwikkeling gaat wanneer de situatie is bereikt dat alle budgethouders zijn aangesloten. Vallen die dan onder de jaarlijkse beheerkosten? En wat zijn de beheerkosten van het huidige pgb-systeem? Hoeveel heeft de SVB de laatste jaren ontvangen aan beheerkosten? Klopt het dat een deel van de € 9,4 miljoen beschikbaar is voor de SVB en het andere deel voor de beheerder van het zorgdomein? En hoe is de € 9,4 miljoen verdeeld over het zorgdomein en het financieel domein?

De leden van de CDA-fractie lezen in de brief dat nog niet alle functionaliteiten voor vooral gemeenten en SVB zijn gerealiseerd. Hoe is het mogelijk dat in sommige gemeenten voor gebruikers dan toch wordt overgegaan naar PGB 2.0? De functionaliteiten voor de SVB hebben toch een landelijke werking? Waarom kan het dan op de ene plek wel en op de andere niet? Genoemde leden vragen dit ook met betrekking tot gemeenten. Het is toch niet zo dat elke gemeente een totaal ander ICT-systeem kent? Waarom is er niet gekozen om de tranches per ICT-systeem en de daarbij aangesloten gemeenten te doen? En is overigens nu al zeker dat alle gemeenten gaan meewerken? Als dit niet het geval is, welke sancties heeft de Minister wanneer een gemeente niet wil meewerken?

De leden van de CDA-fractie constateren dat er zowel een beheerder is voor het zorgdomein als het financieel domein en zij hebben hierover enkele vragen. Waarom is er niet gekozen om tot één beheerder te komen van beide domeinen? Zijn er wettelijke bepalingen dat de SVB beheerder moet zijn van het financieel domein? Is er dan geen sprake van een monopolie en hoe wenselijk is dat? Klopt het dat het financieel domein niet in open source is ontwikkeld? Is het mogelijk dat ook de software van het financieel domein open source wordt? En zo nee, waarom niet? Stel dat een organisatie het financieel domein goedkoper kan beheren dan de SVB, is het dan mogelijk dat die andere organisatie een concessie kan krijgen? En zo niet, waarom niet?

De leden van de CDA-fractie hebben nog een aantal vragen over DigiD. Klopt het dat mensen in het nieuwe PGB 2.0-systeem verplicht zijn om in te loggen via DigiD? Hoeveel kost een inlog van een cliënt via DigiD per keer? Waar gaan deze middelen naar toe? Wie betaalt deze middelen? Waarom wordt het niet mogelijk gemaakt om naast DigiD via andere wijze in te loggen? Klopt het dat het technisch mogelijk is om via de IRMA-app het mogelijk te maken om te kunnen inloggen in het PGB 2.0-systeem? Hoe kijkt de Minister aan tegen het idee om het inloggen via de IRMA-app mogelijk te maken? Zijn er wettelijke bepalingen dat iemand verplicht moet inloggen via DigiD? En zo ja, welke bepalingen zijn dat?

De leden van de CDA-fractie lezen in de brief dat tot en met het eerste kwartaal van 2021 stapsgewijs steeds grotere groepen aangesloten worden op het PGB 2.0-systeem. Kan de Minister aangeven hoe deze groepen eruitzien en wie wanneer aansluit op het PGB 2.0-systeem?

Genoemde leden zijn benieuwd naar de eerste resultaten en ervaringen naar aanleiding van de eerste groep voorlopers die sinds enkele maanden gebruikmaakt van het PGB 2.0-systeem. Kan de Minister de eerste resultaten nader toelichten? En kan de Minister aangeven wat er (nog) niet goed loopt; waar lopen de voorlopers tegenaan?

Tot slot vragen de leden van de CDA-fractie aandacht voor de mensen die gebruikmaken van een pgb, maar niet digitaal vaardig zijn en / of niet de beschikking hebben over een computer. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat ook zij profiteren van de baten van het PGB 2.0-systeem?

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief die de Minister op 27 juni 2019 naar de Kamer heeft verstuurd. Enkele vragen zijn opgekomen aan de hand van deze brief.

De veranderingen die gepaard gaan met de invoer van het PGB 2.0-systeem zullen voor veel mensen leiden tot minder administratieve lasten, zo stelt de Minister. Echter is deze verandering niet voor iedereen gunstig. Mensen zonder computerervaring of mensen die problemen hebben met verandering in het algemeen zullen mogelijk vast willen houden aan het oude systeem. Hoewel het mogelijk is om op papier te blijven werken, gaan er hoe dan ook veranderingen plaatsvinden. Niet alle formulieren gaan meer naar de SVB na invoering van het nieuwe systeem, maar in sommige gevallen moeten formulieren opgestuurd worden naar het zorgkantoor. De leden van de D66-fractie willen graag weten van de Minister of er voldoende wordt gecommuniceerd over de veranderingen die voor deze groep aankomend zijn, en hoe de zorgkantoren en de SVB ermee omgaan wanneer hierdoor problemen ontstaan.

Reeds is de gemeente Westland overgestapt op het nieuwe PGB 2.0-systeem. De leden van de D66-fractie vernemen graag een laatste stand van zaken van de implementatie van het PGB 2.0-systeem in deze gemeente.

Verder vragen genoemde leden of de Minister al een planning heeft voor de verdere implementatie van het PGB 2.0-systeem. Kan de Minister al een uiteindelijke implementatiedatum noemen voor het gehele systeem?

De SVB is verantwoordelijk voor het overzetten van de cliëntgegevens van Mijn PGB naar het nieuwe pbb-portaal. De leden van de D66-fractie willen graag weten wat de procedure is wanneer hierbij fouten worden gemaakt. Worden pgb-houders gevraagd om deze informatie te verifiëren? Heeft de SVB extra mensen ter beschikking die problemen kunnen oplossen en vragen kunnen beantwoorden tijdens de overgangsperiode?

In de brief wordt meerdere malen gesproken over kosten die «ongeveer» een bedrag bedragen of «circa» een bedrag zijn. Deze leden willen graag voor alle genoemde bedragen in de brief de exacte begrote waarden weten zoals die er nu liggen.

Doorontwikkeling

In de brief lezen de leden van de D66-fractie dat er voor doorontwikkeling van het PGB 2.0-systeem tussen de € 1,5 en de € 2,0 miljoen is begroot per release, met in totaal 10 releases in het vooruitzicht. In totaal is er voor doorontwikkeling € 20,5 miljoen begroot. Kan de Minister toelichten hoe deze begroting van € 20,5 miljoen tot stand is gekomen? Verder willen deze leden graag weten of VWS de enige partij is die een financiële bijdrage levert aan de doorontwikkeling of dat meerdere partijen dat doen. Mochten er meerdere partijen hieraan bijdragen dan vernemen genoemde leden graag van de Minister welke partijen hier nog meer aan bijdragen en welk deel zij vergoeden.

Implementatiekosten

In de brief wordt beschreven dat het aansluiten van de zogenoemde voorlopers € 0,3 miljoen zal kosten. De eerste tranche van de landelijke uitrol zal ongeveer € 1,5 miljoen bedragen en de daaropvolgende vier tranches zullen ieder € 4,3 miljoen kosten. Het bedrag van € 0,3 miljoen betreft tussen de 1.000 en de 2.000 budgethouders en het bedrag van € 4,3 miljoen betreft 25.000 budgethouders, maar voor het bedrag van € 1,5 miljoen wordt dit niet gespecificeerd. De leden van de D66-fractie verzoeken de Minister om nader te verklaren over hoeveel budgethouders het hier gaat. Zoals in de brief vermeld is het PGB 2.0-systeem nog niet klaar voor landelijke uitrol. Derhalve willen genoemde leden graag weten welk percentage pgb-houders aangesloten zal zijn op het nieuwe systeem na het uitrollen van de bovengenoemde tranches. In de brief staat dat de ketenpartijen in totaal € 19 miljoen zullen uitgeven aan het uitrollen van de bovengenoemde tranches. Kan de Minister verduidelijken welke ketenpartijen precies verantwoordelijk zijn voor de implementatiekosten en welke kosten zij precies zullen dekken? Verder staat er in de brief dat er € 5,3 miljoen nodig is voor de implementatie bij de SVB. Deze leden willen graag weten of dit bedrag van € 5,3 miljoen opgeteld moet worden bij de € 19 miljoen om tot de totale implementatiekosten te komen of dat deze € 5,3 miljoen onderdeel zijn van de genoemde € 19 miljoen.

Beheerkosten

Uit de brief blijkt dat de beheerkosten € 9,4 miljoen bedragen. Aangezien het systeem tot op heden nog niet klaar is voor landelijke uitrol, vragen de leden van de D66-fractie of dit de landelijke structurele kosten zijn, of alleen de beheerkosten voor de geïmplementeerde tranches. Ook willen deze leden graag weten hoe het kan dat de beheerkosten bijna de helft bedragen van de implementatiekosten en vragen de Minister toe te lichten hoe dit bedrag tot stand is gekomen. Verder willen genoemde leden graag weten of VWS de enige partij is die een financiële bijdrage levert aan de beheerkosten of dat meerdere partijen dat doen. Mochten er meerdere partijen hieraan bijdragen dan willen zij graag weten welk bedrag de verschillende partijen hieraan bijdragen.

Begrijpen de leden van de D66-fractie het goed dat er in totaal dus € 20,5 miljoen doorontwikkelkosten zijn, € 19 miljoen implementatiekosten en € 9,4 miljoen beheerkosten? Kan de Minister tot slot in een overzichtelijke tabel toelichten welke partijen er precies een financiële bijdrage leveren aan de verschillende kostenposten. Begrijpen deze leden het goed dat er in totaal een bedrag van € 48,9 miljoen benodigd is voor de implementatie van het PGB 2.0-systeem? Kan de Minister toelichten hoe deze bedragen zich verhouden tot de bedragen die heden ten dage staan in de begroting voor 2020 van het Ministerie van VWS. Hierin wordt vermeld dat in 2019 het budget € 14,7 miljoen bedraagt en dat in 2020 het budget € 18,3 miljoen bedraagt. In totaal is er van 2019 tot en met 2024 een bedrag van € 34,4 miljoen beschikbaar gesteld. Daarom verzoeken de leden van de D66-fractie de Minister te verduidelijken hoe deze kosten van € 48,9 en € 34,4 miljoen zich tot elkaar verhouden.

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

De leden van GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister ten aanzien van het kostenoverzicht PGB 2.0. Genoemde leden zijn tevreden over het feit dat blijkt dat de Minister, net als deze leden, het belang van het pgb als instrument tot het maken van zelfstandige zorgkeuzes inziet en ondersteunt. De leden van de GroenLinks-fractie hebben nog enkele vragen.

De samenwerking tussen Per Saldo en VWS ten behoeve van zowel budgethouders als verstrekkers lijkt in goede harmonie te verlopen. De doorontwikkeling zal stapsgewijs verlopen in voortdurend overleg tussen stakeholders. Heeft de Minister tevens al zicht op het aantal gemeenten en zorgkantoren dat bereid is mee te denken over verdere ontwikkeling en daarmee een breed gedragen beeld te krijgen over waar de prioriteiten liggen?

Concrete ervaringen met een nieuw systeem zijn cruciaal om een goede visie te ontwikkelen op de verdere implementatie van het PGB 2.0. De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd of ook de ervaringen van de medewerkers van deelnemende zorgkantoren zijn meegenomen bij de overwegingen tot verdere implementatie. Welke conclusies kunnen getrokken worden uit dergelijke ervaringen en in hoeverre worden die teruggezien in de verdere implementatie?

Dezelfde vraag geldt voor de deelnemende zorgvragers: welke conclusies kunnen getrokken worden uit hun ervaringen en in hoeverre worden die teruggezien in de verdere implementatie? Is de evaluatie van die ervaringen ook meegenomen in de berekening van de implementatiekosten?

Even belangrijk vinden de leden van de GroenLinks-fractie het om bij verdere implementatie te kijken naar de ervaringen van de voorlopers bij gemeenten. Hoe hebben gemeentelijke medewerkers de ontwikkeling tot nu toe ervaren? En komen die ervaringen overeen met misschien wel de belangrijkste groep: de daadwerkelijke hulpvragers? In hoeverre worden deze ervaringen meegewogen in de verdere implementatie en welk deel van de implementatiekosten is gereserveerd voor de evaluatie hiervan?

Ten slotte merken de leden van de GroenLinks-fractie op dat zowel de implementatiekosten als de structurele kosten voor het nieuwe systeem vrij hoog zijn. Er wordt gesteld dat de baten worden gevonden in o.a. veel minder fte. Hoe gaat dat worden gemonitord? Bovendien blijken veel ICT-systemen toch weer complex te worden en dit zal dan weer vragen om extra interventies en bijsturen. Hoe wordt hier gegarandeerd dat dit nu niet gaat gebeuren?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het kostenoverzicht PGB 2.0-systeem. Deze leden hebben naar aanleiding van het overzicht onderstaande opmerkingen en vragen.

Algemeen

De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat er voor de uitvoering van het pgb nu een systeem wordt ontwikkeld dat zorgt voor een betere ondersteuning van de budgethouders, standaardisatie, borging van de verantwoordelijkheden van verstrekkers en een structurele reductie van de uitvoeringskosten. Genoemde leden vragen met betrekking tot het doel om te komen tot een reductie in de uitvoeringskosten wat daarbij precies de verwachtingen zijn qua reducties.

Een aantal gemeenten en zorgkantoren is momenteel al voorloper, zij maken al gebruik van het nieuwe systeem om ervaringen hiermee te testen. De leden van de SP-fractie vragen wat precies hun ervaringen zijn met het nieuwe systeem tot op heden. Is daarbij ook bekend wat de pgb-houders in die betreffende gemeenten zelf van het systeem vinden? Zo nee, dan vragen genoemde leden of dit alsnog onderzocht kan worden.

Doorontwikkeling, implementatiekosten en beheerkosten

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat de bij de ontwikkeling, de uitrol en het beheer van het systeem benodigde financiële middelen momenteel hoog oplopen. Als deze leden simpelweg de verschillende genoemde bedragen bij elkaar optellen komen zij uit op zo’n € 45,6 miljoen exclusief de structurele beheerkosten van € 9,4 miljoen. Wat is het oordeel van de Minister met betrekking tot dit bedrag, komt dit bedrag bijvoorbeeld overeen met de benodigde kosten die van te voren voor het systeem waren ingeschat? En wat is vervolgens de mening van de Minister met betrekking tot de verhouding tussen de kosten voor de bouw en het beheer van het PGB 2.0-systeem versus de door het nieuwe systeem te verwachten reducties? Tevens hebben de leden van de SP-fractie hierover nog wat algemenere vragen. Zij horen allereerst graag of de ontwikkelcapaciteit die nodig is voor de doorontwikkeling van het PGB 2.0-systeem de komende periode voldoende aanwezig is en zij vragen hoe het staat met de (bescherming van) privacy in het PGB 2.0-systeem. Daarnaast ontvangen deze leden graag een nadere toelichting op allereerst de samenwerking tussen de verschillende ketenpartners sinds VWS de regie heeft overgenomen. Is deze samenwerking verbeterd ten opzichte van de periode daarvoor en hoe staat het daarbij met de aansluiting van de zorgverzekeraars op deze samenwerking? Ten tweede vragen zij welke maatregelen er worden genomen om in het systeem fraude sneller te kunnen opsporen.

Baten

Kunnen de baten van het PGB 2.0-systeem wellicht uitgedrukt worden in een bedrag? Wat gebeurt er daarnaast met de ongeveer 300 fte bij de SVB die niet meer nodig zijn na de invoering van het nieuwe PGB 2.0-systeem?

Tot slot

Ten slotte merken de leden van de SP-fractie op dat het wel erg lang duurt voordat iedereen gebruik kan maken van het nieuwe systeem, namelijk pas in 2021. Er zal, zo lezen deze leden, gewerkt worden met zo’n tien verschillende releases waardoor steeds meer gebruikers op het nieuwe systeem aangesloten worden. Kan meer inzicht gegeven worden in hoe deze tien tranches eruitzien?

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

Doorontwikkeling

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling het kostenoverzicht PGB 2.0-systeem gelezen. Genoemde leden hebben enkele vragen ter verduidelijking. Wat zijn de ervaringen van de voorlopende zorgkantoren? Hoe werd dit ervaren door medewerkers van het zorgkantoor en door zorgvragers die hebben deelgenomen? Tevens vragen deze leden wat de ervaringen zijn van de voorlopende gemeenten. Hoe werd dit ervaren door medewerkers van de gemeenten en door hulpvragers die hebben deelgenomen? Is er voldoende ontwikkelcapaciteit? Hoe wordt de privacy gewaarborgd in het systeem? Is na de overname van de regie door VWS de samenwerking tussen de ketenpartners verbeterd? Als laatste vraag willen de leden van de PvdA-fractie graag weten hoe het staat met de aansluiting van de zorgverzekeraars.

II. REACTIE VAN DE MINISTER

Inleiding

Vanwege de overlap en samenhang tussen enkele vragen die zijn gesteld door de verschillende fracties, zijn de vragen op onderwerp geclusterd. De vragen zijn ingedeeld op de volgende onderwerpen:

  • 1. Doorontwikkeling

  • 2. Implementatie en invoering

  • 3. Beheer

  • 4. Begroting en kosten

  • 5. Overige vragen

De reactie op de verschillende onderwerpen wordt voorafgegaan door een algemene inleiding, waarin de voortgang met betrekking tot de doorontwikkeling en invoering van het PGB2.0-systeem wordt vermeld.

0. Voortgang PGB2.0

Overname

Het PGB2.0-systeem voorziet in meer gebruikersgemak voor budgethouders, zorgverleners en verstrekkers en geeft hen onder andere in een vroeg stadium zekerheid over de status van ingediende declaraties. PGB2.0 zal leiden tot lagere uitvoeringskosten en hogere rechtmatigheid.

Het PGB2.0-systeem bestaat uit een Financieel domein dat ontwikkeld en beheerd wordt door de SVB en een Zorgdomein dat in opdracht van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) ontwikkeld is door zorgverzekeraar DSW. Vanaf 1 januari 2019 heeft VWS het opdrachtgeverschap en de eindverantwoordelijkheid voor de verdere doorontwikkeling van het Zorgdomein overgenomen van ZN en daarmee is de ontwikkeling door DSW ook beëindigd. Vanaf dit moment heeft VWS het opdrachtgeverschap en is eindverantwoordelijk voor het integrale PGB2.0-systeem.

Op 29 juli 2019 is het Zorgdomein succesvol verhuisd van het datacenter van DSW naar het overheidsdatacenter ODC-Noord (onderdeel van de Tijdelijke beheer- en ontwikkelorganisatie onder aansturing van VWS). De overgang van het Zorgdomein van DSW naar de Tijdelijke beheer- en ontwikkelorganisatie heeft meer inspanning gekost dan was voorzien. Uit testen van de door DSW ontwikkelde software (uitgevoerd door de Software Improvement Group) en een analyse van de Landsadvocaat, was al gebleken dat de overgang van het Zorgdomein van een private naar een publieke omgeving technische aanpassingen vereist. Daar gelden immers de privacy-, toegankelijkheid- en veiligheidsvereisten van de overheid. Na ontvangst werd zichtbaar dat het geschikt maken van het Zorgdomein voor de publieke omgeving een grotere mate van technische aanpassing en doorontwikkeling vereiste dan eerder was voorzien.

Doorontwikkeling

Zoals eerder met u gedeeld, heb ik samen met betrokken partijen bewust gekozen voor een beheerste en stapsgewijze invoeringsstrategie door middel van het aansluiten van voorlopers voorafgaand aan grotere aantallen gebruikers. We leren hierbij van elke stap die gezet wordt. In juli 2019 is voorloper zorgkantoor Flevoland (Zilveren Kruis) succesvol aangesloten en vervolgens is op 9 september Zorgkantoor Zeeland (CZ) aangesloten. Ook deze aansluiting verliep succesvol en heeft tevreden gebruikers opgeleverd. Van deze stappen hebben we veel geleerd.

Samen met de ketenpartijen constateer ik dat het beoogde leereffect van de gekozen invoeringsstrategie werkt en dat dit een verstandige en noodzakelijke werkwijze is. Ook heeft het aansluiten van voorlopers laten zien dat er nog additionele technische aanpassingen in de software nodig zijn om grotere aantallen verstrekkers en daarmee budgethouders en zorgverleners aan te sluiten. Een door mij gevraagde contra-expertise bevestigt dit beeld. De benodigde aanpassingen zijn van belang om een stabiele werking van het systeem en beperking van de kosten van beheer bij grotere aantallen gebruikers te kunnen borgen. Op dit moment worden de benodigde technische aanpassingen in de software doorgevoerd zodat steeds meer gebruikers gebruik kunnen maken van het systeem. Ik heb besloten om hier extra capaciteit op in te zetten.

Daarnaast blijkt uit de nu opgedane ervaringen met de voorlopers dat het aansluiten op PGB2.0 een heel intensief traject is voor de verstrekkers, de SVB en de Tijdelijke beheer- en ontwikkelorganisatie. Daarom wordt de invoeringsorganisatie aangepast op het gerichter ondersteunen van gemeenten en zorgkantoren.

Invoering

Samen met de ketenpartijen heb ik de intentie om de invoeringstijd zo kort mogelijk te laten zijn, waarbij zorgvuldigheid en daarmee de dienstverlening aan budgethouders en zorgverleners voorop staan. Ik wil u informeren dat, op basis van de leerervaringen met de voorlopers, de ketenpartijen en ik het verstandig vinden om meer tijd te nemen voor de invoering. De verwachting is op dit moment dat de invoering doorloopt in 2021. Vanuit het standpunt zorgvuldigheid gaat boven snelheid bepaal ik samen met de betrokken partijen na elke volgende stap in de invoeringsstrategie wat de optimale omvang van het aantal nieuwe verstrekkers en budgethouders is en wanneer deze kunnen aansluiten. Deze aanpak betekent dat de totale doorlooptijd van de invoering op dit moment nog niet exact kan worden aangegeven. Elke significante stap laat ik daarbij extern toetsen.

Komende periode

De aansluitingen worden op deze wijze stap voor stap uitgevoerd. De eerstvolgende tranche vindt plaats begin november en sluiten de volgende zorgkantoren van CZ aan:

  • zorgkantoor Zuid-Hollandse Eilanden

  • zorgkantoor West-Brabant

Hierbij wordt continu zorgvuldig bezien of alles in gereedheid is.

De afgelopen periode hebben de gemeenten Rijssen-Holten, Smallingerland en Het Hogeland voorbereidingen getroffen om in november aan te sluiten op PGB2.0. Er blijkt echter meer tijd nodig te zijn om invulling te geven aan de randvoorwaarden die vooraf door alle betrokken partijen zijn gesteld, bijvoorbeeld op het gebied van conversie en communicatie naar budgethouders en zorgverleners. Daarom is gezamenlijk besloten om de aansluiting van deze gemeenten door te schuiven van november naar het voorjaar van 2020.

De eerste tranche in 2020 vindt eind januari plaats. Dit betreffen budgethouders die vallen onder de reeds aangesloten zorgkantoren en de gemeente Westland, maar die vanwege hun verplichtingen als werkgever nog niet konden aansluiten op het PGB2.0-systeem, omdat zij gedurende het belastingjaar niet kunnen wisselen van salarispakket.

Voor de periode maart tot en met juni 2020 zijn een aantal tranches voorzien. In deze periode sluiten minimaal de volgende verstrekkers aan het PGB2.0-systeem:

  • overige zorgkantoren CZ-groep

  • overige zorgkantoren Zilveren Kruis

  • zorgkantoor ENO

  • zorgkantoren Zorg en Zekerheid

  • gemeente Smallingerland

  • gemeente Het Hogeland

  • gemeente Sudwest Fryslân

  • mogelijk gemeente Rijssen-Holten

In de volgende voortgangsrapportage informeer ik u over verstrekkers die in de periode juli tot en met november 2020 aansluiten. In de daaropvolgende rapportages zal ik u vervolgens informeren over welke partijen aansluiten in de daaropvolgende perioden.

Ik heb waardering voor de wijze waarop partijen zich gezamenlijk inspannen voor het belang van de budgethouder, de zorgverlener en de keten. Het afgelopen jaar hebben we met elkaar intensief geïnvesteerd in onze ketensamenwerking met als resultaat dat er sprake is van onderling vertrouwen, zowel in de keten als in het PGB2.0-systeem en het slagen daarvan.

1. Doorontwikkeling

Onderstaand zijn vragen inzake de doorontwikkeling per fractie geclusterd.

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

  • 1) Vraag: Welke andere functionaliteiten voor vooral gemeenten en SVB zijn nog niet gerealiseerd?

    Antwoord: Door alle ketenpartijen zijn in 2017 requirements opgesteld. Deze requirements (minimale eisen qua functionaliteit) zijn afgestemd in de keten. Met name voor de gemeenten en de SVB zijn nog niet alle benodigde requirements gerealiseerd. Voor de SVB betreft het onder andere onderdelen die te maken hebben met de functionaliteit die raakt aan het doorvoeren van wijzigingen met Terugwerkende Kracht (TWK), het verwerken van vorderingen, het klantbeeld (noodzakelijk ter ondersteuning budgethouder) en het efficiënter verwerken van declaraties. Voor de gemeenten zijn dat onder andere nieuwe requirements ten opzichte van PGB1.0. Deze requirements zijn op dit moment ook niet in het huidige systeem aanwezig, zoals het werken met zorgfunctiecodes, het kunnen inrichten van lokaal beleid door proceskeuzes en het kunnen omgaan met samenwerkingsverbanden tussen gemeenten.

  • 2) Vraag: Waar zitten hierin hickups voor de gebruikers?

    Antwoord: Het ontbreken van de bij vraag 1 benoemde functionaliteit voor de SVB, zorgt ervoor dat er nog handmatige work-arounds nodig zijn om bepaalde zaken (bijvoorbeeld het verwerken van declaraties met terugwerkende kracht) toch mogelijk te maken op een manier waardoor de budgethouder en zorgverlener hier geen tot minimaal hinder van ondervinden. Het is wel mogelijk dat door het ontbreken van deze functionaliteit er meer vorderingen kunnen ontstaan. Daarnaast zorgt het ontbreken van functionaliteit voor gemeenten er voor dat bepaalde groepen gemeenten (bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden) op dit moment nog niet kunnen aansluiten, omdat zij niet op de juiste manier kunnen inloggen op het systeem en voor hen nog niet kan worden voldaan aan de eisen die gesteld worden op het gebied van security en privacy.

  • 3) Vraag: Waarom spreekt de Minister over doorontwikkelen van het systeem. Is het niet beter te spreken over afmaken van het PGB2.0-systeem?

    Antwoord: Er heeft een overdracht plaatsgevonden van een werkend systeem van de private omgeving van DSW naar het publieke domein van ODC-Noord in juli van dit jaar. Het systeem ondersteunt op dit moment de aangesloten budgethouders, zorgverleners, SVB en verstrekkers. Parallel aan de verdere aansluitingen van verstrekkers, budgethouders en zorgverleners wordt de software doorontwikkeld om aan de privacy- toegankelijkheid- en veiligheidsvereisten van de overheid en het volledige programma van eisen van de partijen te voldoen.

  • 4) Vraag: Kan de Minister aangeven op welke wijze gemeenten betrokken zijn bij het PGB2.0-systeem?

    Antwoord: Via de VNG worden de gemeenten betrokken bij alle aspecten van het voortbrengingsproces. De gemeenten hebben, via de VNG, hun eisen en wensen in 2017 kenbaar gemaakt. Deze requirements zijn meegenomen in de Roadmap. Daarnaast zijn de gemeenten via de VNG actief betrokken in het «Gebruikersoverleg PGB2.0» waarin alle betrokken partijen samen de benodigde functionaliteit voor het systeem bespreken en voorstellen doen. Deze voorstellen worden als RFC’s (Request For Change) voorgelegd aan de Programmaraad PGB2.0. Hierin bepaalt VWS samen met de ketenpartners of de gevraagde en/of gewijzigde functionaliteit op de releasekalender wordt geplaatst. Ook hierin zijn de gemeenten via de VNG betrokken. Daarnaast zijn de gemeenten via hun afvaardiging betrokken bij de inrichting en de uitvoering van het beheer.

    Tot slot zijn de gemeenten via de VNG onderdeel van de werkgroep Conversie & Invoering en de werkgroep Communicatie & Opleidingen. Gemeenten zijn onder andere via 12 regiosessies in juni/juli en september/oktober door de VNG geïnformeerd over de status, voortgang en consequenties van de invoering van het PGB2.0-systeem.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

  • 5) Vraag: Kunt u aangeven hoe de verdere doorontwikkeling gaat wanneer de situatie is bereikt dat alle budgethouders zijn aangesloten. Vallen die dan onder de jaarlijkse beheerkosten?

    Antwoord: Als alle budgethouders zijn aangesloten, vallen de kosten die gemaakt worden voor de doorontwikkeling van het PGB2.0-systeem onder de jaarlijkse beheerkosten. De gebruikers zullen, net als nu het geval is, betrokken blijven bij de doorontwikkeling van het systeem.

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

  • 6) Vraag: Heeft de Minister al zicht op het aantal gemeenten en zorgkantoren dat bereid is mee te denken over verdere ontwikkeling en daarmee een breed gedragen beeld te krijgen over waar de prioriteiten liggen?

    Antwoord: Er is samen met de ketenpartijen (PerSaldo, BVKZ, de SVB, ZN, VNG) een voortbrengingsproces opgesteld en dit is gezamenlijk vastgesteld. Op basis van dat proces zijn alle ketenpartijen direct betrokken bij de verdere ontwikkeling van het PGB2.0-systeem. Individuele partijen kunnen aanpassingen en uitbreidingen voorstellen, die worden in het zogenaamde Gebruikersoverleg (1x per 4 weken) besproken en indien nodig ter besluitvorming voorgelegd aan de Programmaraad PGB2.0.

  • 7) Vraag: Veel ICT-systemen blijken toch weer complex te worden en dit zal weer vragen om extra interventies en bijsturen. Hoe wordt gegarandeerd dat dit nu niet gaat gebeuren?

    Antwoord: Als opdrachtgever zie ik toe op het koersvast ontwikkelen van het PGB2.0-systeem. In mei 2017 is het geheel aan functionele vereisten in de pgb-keten vastgesteld en in mei 2018 zijn de eisen vastgesteld die gerealiseerd moeten zijn om over te kunnen gaan tot de volledige landelijke uitrol. Wijziging van functionaliteiten (bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe wettelijke vereisten), kan enkel plaatsvinden na het doorlopen van een formeel change-proces, waarbij VWS besluit in samenspraak met de betrokken partijen. Daarnaast stuur ik bij op basis van de leerervaringen die we opdoen met de aanpak van stap voor stap.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

  • 8) Vraag: Is de ontwikkelcapaciteit die nodig is voor de doorontwikkeling van het PGB2.0-systeem de komende periode voldoende aanwezig?

    Antwoord: Na de overdracht van het Zorgdomein is door de Tijdelijke Beheer- en Ontwikkelorganisatie (TBO) gestart met het beheren en doorontwikkelen van het Zorgdomein van het PGB2.0-systeem. De omvang van de benodigde ontwikkelcapaciteit is hierbij vastgesteld op basis van testen van software op de DSW-omgeving (uitgevoerd door de Software Improvement Group) en een analyse van de Landsadvocaat.

    Inmiddels is bekend dat de overname van het Zorgdomein meer capaciteit heeft gekost dan verwacht en dat er meer additionele technische aanpassingen in de software nodig zijn dan was voorzien. Op basis van dit inzicht heb ik besloten extra ontwikkelcapaciteit in te zetten en is deze reeds aangetrokken.

  • 9) Vraag: Kan er meer inzicht gegeven worden in hoe deze tien tranches eruitzien?

    Antwoord: Uit de vraag haal ik dat hier eigenlijk bedoeld wordt de tien releases zoals beschreven in de brief. De doorontwikkeling van het PGB2.0-systeem wordt uitgevoerd op basis van een Agile aanpak. Dat wil zeggen dat op basis van een vast schema van 6 weken in afstemming met de ketenpartners nieuwe functionaliteit wordt toegevoegd aan het PGB2.0-systeem. Op die manier kunnen de gebruikers van het systeem profiteren van nieuwe functionaliteit zodra die gereedkomt. Eventuele problemen die zich voordoen worden door een apart team opgepakt en direct opgelost. In overleg en afstemming met de ketenpartners wordt invulling gegeven aan de 6-wekelijkse sprints. Per kwartaal wordt een plan opgesteld waaruit blijkt wat in de komende twee sprints gerealiseerd wordt met de daarbij behorende begrote kosten en deze zal ter besluitvorming worden voorgelegd om de beheersbaarheid van de ontwikkeling te borgen.

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

  • 10) Vraag: Is er voldoende ontwikkelcapaciteit?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 8.

2. Implementatie en Invoering

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

  • 11) Vraag: Het budgethoudersportaal is ontwikkeld door zorgverzekeraar DSW. De pilot is ook gehouden in een gebied met veelal DSW verzekerden. Waarom is er geen pilot uitgevoerd in gebieden met meer andere verzekerden om te achterhalen of de systemen en wijzen van declaraties op elkaar zijn afgestemd?

    Antwoord: De pilot is gestart met DSW zorgkantoor en de gemeente Westland. Daarna is de pilot verder verbreed door de aansluiting van Zorgkantoor Flevoland (Zilveren Kruis) en Zorgkantoor Zeeland (CZ). Deze uitbreiding is uitgevoerd om ervaring op te doen met het implementeren en aansluiten van het PGB2.0-systeem. Het is een landelijk systeem waarin gekozen is om de verwerking van onder andere declaraties zo uniform mogelijk te laten plaatsvinden.

  • 12) Vraag: Het Zorgdomein is nog niet geschikt voor landelijke uitrol omdat nog niet alle functionaliteiten voor vooral gemeenten en SVB zijn gerealiseerd. Hoe kan de basis goed zijn, maar is uitrol niet mogelijk? Antwoord: De basis van het PGB2.0-systeem is voldoende maar is vooral gebaseerd op de eisen en wensen van de budgethouders (voorheen genoemd het budgethoudersportaal), maar er zijn nog functionaliteiten nodig zodat (grotere aantallen) verstrekkers, en daarmee meerdere budgethouders en zorgverleners, gebruik kunnen maken van PGB2.0. In de strategie van kleine stappen is voorzien dat er functionaliteit ontwikkeld wordt parallel aan het aansluiten van verstrekkers, budgethouders en zorgverleners. Er is hier dus ook sprake van een afhankelijkheid zoals bij de inleidende passage over de voortgang reeds aan de orde is gekomen.

  • 13) Vraag: Kunt u een update geven over de planning van de invoering van PGB2.0?

    Antwoord: In juli en september zijn de zorgkantoren van Zilveren Kruis Flevoland en CZ Zeeland aangesloten op het PGB2.0-systeem. In november zullen twee zorgkantoren aansluiten. De volgende aansluitingen vinden plaats in 2020. Ook in 2020 zal de focus blijven liggen op beheerste aantallen aansluitingen, om op deze wijze te leren en opschaling mogelijk te maken.

  • 14) Vraag: Wat schuift allemaal op in de tijd en hoe komt dit in de planning er dan uit te zien?

    Antwoord: Zorgvuldigheid gaat boven snelheid, dit staat boven aan en is leidend voor het tijdspad van invoering. Samen met de betrokken partijen bepaal ik na elke volgende stap in de invoeringsstrategie wat de optimale omvang van het aantal nieuwe gebruikers is, welke organisaties dit zijn en wanneer zij kunnen aansluiten. Van elke aansluiting wordt geleerd en de invoeringsbouwstenen worden indien nodig verbeterd.

    De afgelopen periode hebben de gemeenten Rijssen-Holten, Smallingerland en Het Hogeland voorbereidingen getroffen om in november aan te sluiten op PGB2.0. Er blijkt echter meer tijd nodig te zijn om invulling te geven aan de randvoorwaarden die vooraf door alle betrokken partijen zijn gesteld, bijvoorbeeld op het gebied van conversie en communicatie naar budgethouders en zorgverleners. Daarom is gezamenlijk besloten om de aansluiting van deze gemeenten door te schuiven van november naar het voorjaar van 2020. De eerste tranche in 2020 vindt eind januari plaats. Dit betreffen budgethouders die vallen onder de reeds aangesloten zorgkantoren en de gemeente Westland, maar die vanwege hun verplichtingen als werkgever nog niet konden aansluiten op het PGB2.0-systeem, omdat zij gedurende het belastingjaar niet kunnen wisselen van salarispakket.

    Voor de periode maart tot en met mei 2020 zijn een aantal tranches voorzien. In deze periode sluiten de zorgkantoren binnen de CZ-groep, Zilveren Kruis, ENO, Zorg en Zekerheid en de gemeenten Smallingerland, Het Hogeland, Sudwest Fryslân en mogelijk gemeente Rijssen-Holten aan op het PGB2.0-systeem.

    In de volgende voortgangsrapportage informeer ik u over verstrekkers die in de periode juni tot en met oktober 2020 aansluiten. In de daaropvolgende rapportage zal ik u vervolgens informeren over welke partijen aansluiten in de periode november 2020 tot en met mei 2021.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

  • 15) Vraag: In de kostenbrief is te lezen dat nog niet alle functionaliteiten voor vooral gemeenten en de SVB zijn gerealiseerd. Hoe is het mogelijk dat in sommige gemeenten gebruikers toch overgaan naar PGB2.0?

    Antwoord: Gemeenten die in deze fase aansluiten op PGB2.0, zijn zich ervan bewust dat er nog een aantal gewenste functionaliteiten niet ontwikkeld is, zoals zorgfuncties, proceskeuzes en maximum tarieven. Zij zijn voorlopers die het gemis van de uiteindelijk gewenste functionaliteit en het bestaan van work-arounds, voor de korte termijn, accepteren.

  • 16) Vraag: De functionaliteiten voor de SVB hebben toch een landelijke werking?

    Antwoord: Ja, dat klopt.

  • 17) Vraag: Waarom kan het dan op de ene plek wel en op de andere niet?

    Antwoord: In principe kan elke gemeente en elk zorgkantoor aansluiten. Het is alleen nog niet mogelijk om gemeenten die onderdeel uitmaken van een samenwerkingsverband aan te sluiten. Door de beperkingen in en het ontbreken van functionaliteit is, zoals gezegd, het echter niet mogelijk nu alle gemeenten, zorgkantoren, budgethouders en zorgverleners op PGB2.0 aan te sluiten.

  • 18) Vraag: Waarom is er niet gekozen om de tranches per ICT-systeem en de daarbij aangesloten gemeenten te doen?

    Antwoord: Er zijn meer factoren die bepalen of een gemeente kan aansluiten, zoals andere lopende projecten binnen de gemeente, beschikbare capaciteit etc. Met de voorlopers is inmiddels kennis opgedaan met de twee grootste ICT-leveranciers van de gemeenten, wat wordt meegenomen bij de verdere invoering, waardoor dit naar verwachting soepeler zal verlopen.

  • 19) Vraag: Is overigens nu al zeker dat alle gemeenten gaan meewerken?

    Antwoord: Ja. De VNG neemt daarin een actieve rol in.

  • 20) Vraag: Als dit niet het geval is, welke sancties heeft de Minister wanneer een gemeente niet wil meewerken?

    Antwoord: Op dit moment heb ik geen reden om hiervan uit te gaan. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou ik kunnen besluiten om over te gaan tot het maken van een wettelijke verplichting tot het gebruikmaken van het PGB2.0-systeem.

  • 21) Vraag: Tot en met het eerste kwartaal 2021 zullen stapsgewijs steeds grotere groepen worden aangesloten op het PGB2.0-systeem. Kan de Minister aangeven hoe deze groepen eruitzien en wie wanneer aansluit op het PGB2.0-systeem?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 14.

  • 22) Vraag: Leden zijn benieuwd naar de eerste resultaten en ervaringen naar aanleiding van de eerste groep voorlopers die sinds enkele maanden gebruikmaakt van het PGB2.0-systeem. Kan de Minister de eerste resultaten nader toelichten?

    Antwoord: Budgethouders en zorgverleners die gebruik maken van PGB2.0 zijn zeer tevreden. Ze ervaren meer gebruiksgemak en minder administratieve lasten. Ook de aangesloten verstrekkers ervaren de voordelen van PGB2.0, zoals efficiënte behandeling van zorgovereenkomsten en de signalering van fraude.

    Naast de bovengenoemde positieve ervaring van gebruikers, hebben we bij de voorlopers geleerd dat het aansluiten op PGB2.0 een intensief traject is voor de verstrekkers, de SVB en de Tijdelijke beheer- en ontwikkelorganisatie. Daarom zal de invoeringsorganisatie worden ingericht op het gerichter ondersteunen van gemeenten en zorgkantoren. Daarnaast blijkt uit de nu opgedane ervaringen met de voorlopers dat er meer technische aanpassingen noodzakelijk zijn voordat grotere groep verstrekkers, dus ook budgethouders en zorgverleners kunnen aansluiten.

  • 23) Vraag: En kan de Minister aangeven wat er (nog) niet goed loopt; waar lopen de voorlopers tegen aan?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 22.

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

  • 24) Vraag: Wordt er voldoende gecommuniceerd over de veranderingen a.g.v. de invoering van het PGB2.0-systeem naar de aankomende groep?

    Antwoord: Zes weken voor aansluiting van een budgethouder en zijn zorgverlener(s) wordt gestart met de communicatie. Zo worden meerdere brieven en flyers verstuurd waarin uitleg gegeven wordt over de wijzigingen ten opzichte van het oude systeem en de periode van overgang. Ook is er een informatieve website waarop door middel van animatiefilmpjes stap voor stap wordt getoond hoe een budgethouder en/of zorgverlener zijn administratie kan verwerken. Daarnaast wordt op dit moment in het aanvraagproces van een pgb en tijdens het huisbezoek al uitleg gegeven over de komst van het PGB-portaal. Na implementatie worden deze contactmomenten met de budgethouder ook gebruikt om meer uitleg te geven over het portaal.

  • 25) Vraag: Hoe gaan zorgkantoren en de SVB om met problemen die hier ontstaan?

    Antwoord: Budgethouders, maar ook zorgverleners hebben één aanspreekpunt waar zij met vragen over het PGB2.0-systeem terecht kunnen. Indien vragen hier niet direct beantwoord kunnen worden is er achter de schermen sprake van een «warme overdracht» zodat de vraagsteller altijd antwoord krijgt op zijn of haar vraag. De gemeenten, zorgkantoren en de SVB hebben hier samen met PerSaldo en BVKZ gezamenlijk werkafspraken over gemaakt.

  • 26) Vraag: Wat is de laatste stand van zaken van de implementatie van het PGB2.0-systeem bij de gemeente Westland?

    Antwoord: gemeente Westland maakt sinds 18 juni 2018 gebruik van PGB2.0 en zij krijgen sindsdien automatisch de beschikking over de nieuwe versies van het PGB2.0-systeem.

  • 27) Vraag: Heeft u al een planning voor de verdere implementatie van het PGB2.0-systeem?

    Antwoord: Zie antwoord vraag 14.

  • 28) Vraag: Kunt u al een uiteindelijke implementatiedatum noemen voor het gehele systeem?

    Antwoord: Zie het antwoord bij vraag 14.

  • 29) Vraag: De SVB is verantwoordelijk voor het overzetten van de cliënt gegevens van Mijn PGB naar het nieuwe PGB-portaal. Kunt u aangeven wat de procedure is wanneer hierbij fouten worden gemaakt?

    Antwoord: Het overzetten van gegevens is een samenwerking van de SVB, de Tijdelijke beheer- en ontwikkelorganisatie en de verstrekker. Er zijn een aantal stappen die gevolgd worden om te voorkomen dat er fouten gemaakt worden bij het overzetten van gegevens:

    • Voordat de gegevens overgezet worden, wordt de overzetting een aantal keer getest. Fouten en problemen worden voor het definitief overzetten gecorrigeerd. Indien blijkt dat deze correcties niet voldoende zijn, zal de betreffende verstrekker uitgesloten worden van de lopende invoering en livegang, maar wordt hij onderdeel van een volgend invoeringsmoment.

    • Indien er desondanks tijdens het echte overzetten onverwachte problemen ontstaan, worden die ter plekke opgelost of direct na de overzetting opgelost.

    • Voor de zekerheid heeft de Tijdelijke beheer- en ontwikkelorganisatie een plan om het overzetten te onderbreken en gegevens terug te zetten. De budgethouders worden dan geïnformeerd door de verstrekker en de budgethouder kan verder werken in de huidige systemen van de SVB.

  • 30) Vraag: Worden PGB-houders gevraagd om deze informatie te verifiëren? Antwoord: De overgezette informatie wordt door de betrokken partijen gecontroleerd. Na controle wordt het PGB2.0 portaal voor de budgethouders vrijgegeven en kunnen de betalingen doorgaan. De budgethouders hebben na de livegang de mogelijkheid om hun gegevens te controleren en aan te vullen. Overigens kunnen ook de zorgverleners vanaf dat moment declaraties digitaal indienen, betalingen volgen en wijzigingen aanbrengen.

  • 31) Vraag: Heeft de SVB extra mensen ter beschikking die problemen kunnen oplossen en vragen kunnen beantwoorden tijdens de overgangsperiode?

    Antwoord: Ja. Bij de SVB zijn extra mensen beschikbaar. Uit de ervaringen van voorlopers blijkt dat het aantal vragen van budgethouders en zorgverleners beperkt is. Ook PerSaldo en BVKZ staan paraat om vragen te beantwoorden en indien noodzakelijk warm door te verbinden.

  • 32) Vraag: Welk percentage van de PGB-houders zal aangesloten zijn op het nieuwe systeem na het uitrollen van de bovengenoemde tranches?

    Antwoord: Op dit moment maken 3.000 budgethouders gebruik van PGB2.0. Dit aantal wordt in november bijna verdubbeld. Met het zetten van kleine stappen, die steeds groter worden zullen uiteindelijk alle budgethouders gebruik kunnen maken van PGB2.0-systeem.

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

  • 33) Vraag: Zijn ervaringen van medewerkers van deelnemende zorgkantoren meegenomen bij de overwegingen tot verdere implementatie?

    Antwoord: Iedere aansluiting wordt afgesloten met een evaluatie. De ervaringen worden meegenomen als verbeteringen in de volgende aansluiting. Hierdoor wordt bijvoorbeeld de opleiding voor de medewerkers van de zorgkantoren en de communicatie naar budgethouders en zorgverleners steeds beter. Een invoering is een grote verandering voor budgethouders en zorgverleners, maar ook voor het deelnemende zorgkantoor. Door de voorlopers weten we nu veel beter wat vooraf gedaan kan worden door verstrekkers, zodat de budgethouders en zorgverleners alle tijd en aandacht krijgen op het moment dat zij het systeem gaan gebruiken.

  • 34) Vraag: Welke conclusies kunnen getrokken worden uit dergelijke ervaringen van de medewerkers van deelnemende zorgkantoren en in hoeverre worden die teruggezien in de verdere implementatie?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 33.

  • 35) Vraag: Welke conclusies kunnen getrokken worden uit dergelijke ervaringen van de deelnemende zorgvragers en in hoeverre worden die teruggezien in de verdere implementatie?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 33.

  • 36) Vraag: Is de evaluatie van die ervaringen ook meegenomen in de berekening van de implementatiekosten?

    Antwoord: Evaluaties zijn onderdeel van de invoeringsstrategie en dus onderdeel van de begrote implementatiekosten.

  • 37) Vraag: Hoe hebben gemeentelijke medewerkers de ontwikkeling tot nu toe ervaren?

    Antwoord: De dienstverlening voor de gemeentelijke medewerker is volop in ontwikkeling. Uit de terugkoppeling blijkt dat de medewerkers de nu beschikbare functionaliteiten voor de budgethouder positief ervaren. Zodra er meerdere gemeenten zijn aangesloten is hier een beter beeld over te geven.

  • 38) Vraag: Komen die ervaringen overeen met misschien wel de belangrijkste groep: de daadwerkelijke hulpvragers?

    Antwoord: Ja, ook de budgethouders geven aan de beschikbare functionaliteiten als positief te ervaren, zoals makkelijk in gebruik en intuïtief.

  • 39) Vraag: In hoeverre worden ervaringen meegewogen in de verdere implementatie?

    Antwoord: Door het houden van evaluaties en het vragen van feedback worden de ervaringen meegenomen in de ontwikkeling van de communicatieve begeleiding, maar ook in de doorontwikkeling van het systeem en de bijbehorende dienstverlening.

  • 40) Vraag: Welk deel van de implementatiekosten is gereserveerd voor de evaluatie hiervan?

    Antwoord: Er worden regelmatig gebruikersonderzoeken en evaluaties van de aansluitingen uitgevoerd. Kosten zijn onderdeel van de implementatiekosten.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

  • 41) Vraag: Wat zijn de ervaringen van de gemeenten en zorgkantoren die als voorlopers zijn aangesloten op het nieuwe systeem?

    Antwoord: De ervaringen van de medewerkers van de gemeente Westland en de zorgkantoren van DSW, Zilveren Kruis Flevoland en CZ Zeeland zijn overwegend positief. Zij geven aan dat de voordelen ten opzichte van het huidige systeem met name te maken hebben met het inzicht wat ze nu hebben in de financiële status van de budgethouder en de efficiënte verwerking van de zorgovereenkomsten. Dat laatste is hierdoor een volledig digitaal proces geworden.

  • 42) Vraag: Is daarbij ook gekeken wat de pgb-houders in die betreffende gemeenten zelf van het systeem vinden?

    Antwoord: Ja, ook de budgethouders geven aan de beschikbare functionaliteiten als positief te ervaren.

  • 43) Vraag; Zo nee, dan vragen genoemde leden of dit alsnog onderzocht kan worden.

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 42.

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

  • 44) Vraag: Wat zijn de ervaringen met de voorlopende zorgkantoren?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 41.

  • 45) Vraag: Hoe werd dit ervaren door de medewerkers van het zorgkantoor en door de zorgvragers die hebben deelgenomen?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 41.

  • 46) Vraag: Wat zijn de ervaringen van de voorlopende gemeenten?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 41.

  • 47) Vraag: Hoe werd dit ervaren door de medewerkers van de gemeenten en door de hulpvragers die hebben deelgenomen?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 41.

  • 48) Vraag: Hoe staat het met de aansluiting van de zorgverzekeraars?

    Antwoord: Ook zorgverzekeraars zullen aansluiten op het PGB2.0-systeem. Er wordt op dit moment gewerkt het definiëren van de eisen door de zorgverzekeraars.

3. Tijdelijk en structureel beheer

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

  • 49) Vraag: Wordt een deel van de beheerkosten ad € 9,4 miljoen besteed aan doorontwikkeling?

    Antwoord: Ja, in de beheerkosten wordt rekening gehouden met de doorontwikkeling van het PGB2.0-systeem, daarvoor is structurele inzet van één ontwikkelteam ingecalculeerd.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

  • 50) Vraag: De CDA-fractie constateert dat er een beheerder is voor het Zorgdomein en het Financieel domein. Waarom is er niet gekozen om tot één beheerder te komen van beide domeinen?

    Antwoord: De uitvoering van PGB-betalingen en het beheren van de budgetten zijn wettelijke taken van de SVB. Voor de uitvoering van die wettelijke taak heeft SVB het Financieel domein ontwikkeld en voert de SVB het beheer hierover uit. Ik onderzoek op dit moment de mogelijkheden waarop het beheer van het PGB2.0-systeem (Zorgdomein en Financieel domein samen) structureel kan worden vormgegeven en bereid hier besluitvorming op voor. Ik zal de Kamer informeren over dit besluit.

  • 51) Vraag: Zijn er wettelijke bepalingen dat de SVB beheerder moet zijn van het Financieel domein?

    Antwoord: Het verrichten van betalingen en wat verder noodzakelijk is om deze taak goed uit te kunnen voeren is een wettelijke taak van de SVB. Het beheer van het Financieel domein is hier onderdeel van.

  • 52) Vraag: Is er dan geen sprake van een monopolie en hoe wenselijk is dat?

    Antwoord: De Sociale Verzekeringsbank (SVB) mag de salarisadministratie en werkgeversondersteuning voor mensen met een persoonsgebonden budget (pgb-houders) uitvoeren. De SVB voert hiermee een publieke taak uit die niet onder de Wet Markt & Overheid valt. Daarom kan de SVB de ondersteuning gratis aan budgethouders beschikbaar stellen. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) vastgesteld op 3 december 2018.

  • 53) Vraag: Stel dat een andere organisatie het Financieel domein goedkoper kan beheren dan de SVB, is het dan mogelijk dat die andere organisatie een concessie kan krijgen?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 52.

  • 54) Vraag: En zo niet, waarom niet?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 52.

4. Begroting en verdeling kosten

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

  • 55) Vraag: Welke extra inspanningen zijn nodig geweest om het systeem te laten voldoen aan de overheidsstandaarden?

    Antwoord: Op 29 juli 2019 is het Zorgdomein succesvol verhuisd van het datacenter van DSW naar het overheidsdatacenter ODC-Noord (onderdeel van de Tijdelijke beheer- en ontwikkelorganisatie onder aansturing van VWS). De overgang van het Zorgdomein van DSW naar de Tijdelijke beheer- en ontwikkelorganisatie, heeft meer inspanning gekost dan was voorzien. Uit testen van de software op de DSW-omgeving (uitgevoerd door de Software Improvement Group) en een analyse van de Landsadvocaat, was al helder dat de overgang van het Zorgdomein van een private naar een publieke omgeving technische aanpassingen vereiste.

    Pas bij daadwerkelijke ontvangst werd zichtbaar dat het geschikt maken van het Zorgdomein voor de publieke omgeving een grotere mate van technische aanpassing en doorontwikkeling vereiste dan was voorzien.

  • 56) Vraag: Hoeveel tijd is nodig voor die extra inspanningen?

    Antwoord: Parallel aan het ontwikkelen van de functionaliteiten voor gemeenten en zorgkantoren worden de benodigde technische aanpassingen uitgevoerd. De doorlooptijd loopt door tot in 2020.

  • 57) Vraag: Wat zijn de kosten van de extra inspanningen?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 59.

  • 58) Vraag: Sinds wanneer is bekend dat die extra inspanningen nodig zijn? Was dit al bekend voor de overdracht? Zo ja, waarom is hier dan niet eerder rekening mee gehouden? Zo nee, hoe kan dat?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 55.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

  • 59) Vraag: Kan het kostenoverzicht in tabelvorm worden weergegeven? Antwoord: Onderstaand zijn de in het brief Kostenoverzicht PGB2.0-systeem genoemde kosten in tabelvorm weergegeven. Deze tabel is opgesteld op basis van het onderzoek wat het externe onderzoeksbureau Software Improvement Group in het najaar 2018 heeft uitgevoerd en een analyse van de Landsadvocaat.

    Naast de incidentele kosten inzake doorontwikkeling en implementatie bedragen de te verwachten jaarlijkse structurele beheerkosten voor zowel het Zorgdomein als het Financieel domein € 9,4 miljoen. Daar staat tegenover dat de uitvoeringslasten in de keten zeer afnemen. Deze baten zijn vooralsnog geraamd op € 20,0 miljoen.

    Zoals reeds in de passage over de voortgang is aangeven, is door de stapsgewijze aanpak geconstateerd dat er meer overname activiteiten nodig zijn geweest en technische aanpassingen noodzakelijk zijn.

    De overname activiteiten van het systeem van een private naar een publieke omgeving waaronder kennisopbouw- en overdracht (tijdelijk in stand houden van een dubbele organisatie), extra inspanningen bij conversie en aansluitingen, alsmede de noodzakelijke technische aanpassingen die nog gerealiseerd moeten worden zullen leiden tot additionele kosten. De omvang van deze additionele kosten wordt geschat op € 12,5 miljoen, daarvoor bestaat dekking. De komende periode laat ik deze schatting toetsen op juistheid en onvermijdelijkheid.

  • 60) Vraag: Klopt het dat er drie verschillende kostensoorten zijn binnen het project; doorontwikkelkosten, implementatiekosten en beheerkosten? Antwoord: Dat klopt. Alvorens budgethouders gebruik kunnen maken van het PGB2.0-systeem is het proces van ontwikkeling tot beheer in drie processtappen opgedeeld, te weten doorontwikkeling, implementatie en beheer. Deze stappen corresponderen met de begrote kostensoorten.

  • 61) Vraag: Klopt het dat er drie partijen zijn die kosten maken, namelijk gemeenten, de SVB en zorgkantoren?

    Antwoord: Naast VWS, maken de SVB, gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars kosten voor de doorontwikkeling en implementatie van het PGB2.0-systeem.

  • 62) Vraag: Klopt het dat de doorontwikkelkosten in totaliteit geschat worden op 20,5 miljoen, de implementatiekosten op € 19,0 miljoen en de beheerkosten op € 9,4 miljoen jaarlijks?

    Antwoord: Ja, zie antwoord bij vraag 59.

  • 63) Vraag: Wat zijn de beheerkosten van het huidige pgb systeem?

    Antwoord: De beheerkosten van het huidige ICT-systeem van de SVB bedragen € 3,7 miljoen.

  • 64) Vraag: Hoeveel heeft de SVB de afgelopen jaren ontvangen aan beheerkosten?

    Antwoord: De afgelopen jaren heeft de SVB de volgende bedragen ontvangen aan ICT-beheerkosten: 2017 € 4,0 miljoen, 2018 € 3,6 miljoen en 2019 € 3,7 miljoen.

  • 65) Vraag: Klopt het dat een deel van de € 9,4 miljoen beschikbaar is voor de SVB en dat een ander deel beschikbaar is voor de beheerder van het zorgdomein?

    Antwoord: De € 9,4 miljoen beheerkosten is beschikbaar voor het gehele PGB2.0-systeem, bestaande uit het Zorgdomein en het Financieel domein. Beide domeinen zijn onderdeel van het PGB2.0-systeem. Zodra er besluitvorming heeft plaatsgevonden over de inrichting van het structureel beheer van het PGB2.0-systeem wordt u hierover geïnformeerd.

  • 66) Vraag: Hoe is de € 9,4 miljoen verdeeld over het Zorg-domein en het Financieel domein?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 65.

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

  • 67) Vraag: De leden willen graag voor alle genoemde bedragen in de kostenbrief de exacte begrote waarden weten zoals deze er nu liggen.

    Antwoord: De kosten in de brief Kostenoverzicht PGB2.0-systeem zijn bepaald op basis van bevindingen uit het onderzoek dat het externe onderzoeksbureau Software Improvement Group najaar 2018 ten aanzien van de beoordeling van de functionaliteiten heeft uitgevoerd. Uit dit onderzoek bleek dat er meerdere scenario’s voor doorontwikkeling mogelijk zijn. De scenario’s zijn uitgedrukt in manjaren doorontwikkeling. De gemiddelde inzet in manjaren is als uitgangspunt gebruikt voor het opstellen van de begroting die bij Voorjaarsbesluitvorming 2019 is vastgesteld. Door toepassing van de gekozen stapsgewijze ontwikkel- en invoeringsstrategie kunnen kosten afwijken.

  • 68) Vraag: Kan de Minister aangeven hoe de begroting van de doorontwikkeling van € 20,5 miljoen tot stand is gekomen?

    Antwoord: De kosten voor doorontwikkeling zijn gebaseerd op het onderzoek van het externe onderzoeksbureau Software Improvement Group najaar 2018. De resultaten uit dit onderzoek gaven aan hoeveel tijd de Software Improvement Group destijds verwachtte dat nodig is om de functionaliteit van het programma van eisen te realiseren. De verwachting was dat voor het realiseren van de functionaliteiten nog 44 manjaar nodig zou zijn, hier is de begroting voor de doorontwikkeling op gebaseerd. Na de overdracht in juli 2019 en de aansluitingen van de zorgkantoren in juli en september 2019 werd helder dat het geschikt maken van het Zorgdomein voor het aansluiten van grotere groepen verstrekkers, budgethouders en zorgverleners nog additionele technische aanpassingen vereist.

  • 69) Vraag: Is VWS de enige partij die een financiële bijdrage levert aan de doorontwikkeling of doen meerdere partijen dat?

    Antwoord: VWS betaalt als stelselverantwoordelijke voor de doorontwikkeling van het PGB2.0-systeem.

  • 70) Vraag: Indien meerdere partijen hieraan bijdragen, vernemen we graag welke partijen hier nog meer aan bijdragen en welk deel zij vergoeden.

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 69.

  • 71) Vraag: Hoeveel budgethouders worden voor € 1,5 miljoen aangesloten? Antwoord: De aansluiting van het PGB2.0-systeem gebeurt beheerst, stapsgewijs en is opbouwend van aard. In het begin vraagt aansluiting een grote inspanning voor een relatief klein aantal verstrekkers (en daarmee budgethouders en zorgverleners), naarmate het aantal gebruikers toeneemt daalt de benodigde inspanning die daarmee gemoeid is. Dit betekent dat de kosten niet lineair zijn toe te rekenen aan het aantal budgethouders.

  • 72) Vraag: Welke ketenpartijen zijn verantwoordelijk voor de implementatiekosten en welke kosten dekken zij precies?

    Antwoord: De SVB, zorgkantoren en gemeenten zijn ieder verantwoordelijk voor de implementatie van hun deel van het PGB2.0-systeem. Afgesproken is dat alle partijen de landelijke projectkosten en invoeringskosten die met implementatie gemoeid gaan voor hun rekening nemen, zie kamerbrief d.d. 1 oktober 2018 1422914–181146-PPGB.

  • 73) Vraag: Moet de € 5,3 miljoen implementatiekosten van de SVB worden opgeteld bij de implementatiekosten van € 19,0 miljoen? Of is de € 5,3 miljoen onderdeel van de € 19,0 miljoen?

    Antwoord: De implementatiekosten bedragen € 19,0 miljoen en zijn als volgt te verdelen: € 5,3 miljoen SVB, € 8,7 miljoen gemeenten en € 5,0 miljoen zorgkantoren. Zie ook kostentabel bij vraag 59.

  • 74) Vraag: De € 9,4 miljoen beheerkosten betreft dit de landelijke structurele kosten of alleen de beheerkosten voor de geïmplementeerde tranches?

    Antwoord: Dit betreft de structurele beheerkosten van het Zorg- en Financieel domein, wanneer alle functionaliteiten van het programma van eisen zijn gerealiseerd en de implementatie van het PGB2.0-systeem bij alle zorgkantoren en gemeenten heeft plaatsgevonden.

  • 75) Vraag: Hoe kan het dat de beheerkosten bijna de helft bedragen van de implementatiekosten.

    Antwoord: De omvang van de implementatiekosten en beheerkosten hebben geen relatie met elkaar hebben en staan niet in verhouding tot elkaar.

  • 76) Vraag: Hoe is het bedrag van de implementatiekosten en de beheerkosten tot stand gekomen?

    Antwoord: Ketenpartijen SVB, ZN, VNG en VWS hebben in gezamenlijk overleg met elkaar de begroting voor de implementatiekosten en beheerkosten opgesteld. Afhankelijk van onze invoeringsstrategie kunnen deze kosten worden bijgesteld.

  • 77) Vraag: Is VWS de enige partij die een financieel bijdrage levert aan de beheerkosten of doen meerdere partijen dat?

    Antwoord: VWS is de enige partij die de beheerkosten van de tijdelijke beheerorganisatie financiert.

  • 78) Vraag: Indien meerdere partijen en bijdrage leveren aan de beheerkosten, welke bijdrage leveren de verschillende partijen hieraan?

    Antwoord: zie antwoord bij vraag 77.

  • 79) Vraag: Klopt het dat de doorontwikkelkosten € 20,5 miljoen, de implementatiekosten € 19,0 miljoen en de beheerkosten € 9,4 miljoen bedragen?

    Antwoord: Ja, zie antwoord bij vraag 59.

  • 80) Vraag: Kan de Minister in een tabel toelichten welke partijen een financiële bijdragen leveren aan de verschillende kostenposten?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 59.

  • 81) Vraag: Is er in totaal € 48,9 miljoen nodig voor de implementatie van het PGB2.0-systeem?

    Antwoord: Het totaal van de implementatiekosten is geraamd op € 19,0 miljoen. Afhankelijk van onze invoeringsstrategie kunnen deze kosten worden bijgesteld.

  • 82) Vraag: Kan de Minister toelichten hoe deze bedragen zich verhouden tot de bedragen die heden ten dage staan in de begroting 2020 van het Ministerie van VWS? Hierin wordt vermeld dat in 2019 het budget € 14,7 miljoen bedraagt en dat het budget in 2020 € 18,3 miljoen bedraagt. In totaal is van 2019 tot en met 2024 een bedrag van € 34,4 miljoen beschikbaar gesteld.

    Antwoord: Op pagina 41 in H16 van de Rijksbegroting 2020 zijn de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van vorig jaar nader toegelicht. De € 34,4 miljoen voor de jaren 2019 t/m 2024 betreft een mutatie ten opzichte van voorgaand jaar en niet de begroting.

  • 83) Vraag: Hoe verhouden de kosten van € 48,9 miljoen en € 34,4 miljoen zich tot elkaar?

    Antwoord: De € 48,9 miljoen heeft betrekking op de som van het totaal aan doorontwikkelkosten, implementatiekosten en beheerkosten. Deze som bevat incidentele en structurele posten.

    De € 34,4 miljoen is geen begroting, maar betreft de mutatie op het budget van voorgaand jaar. Deze mutatie heeft betrekking op de doorontwikkeling en het beheer van het PGB2.0-systeem.

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

  • 84) Vraag: Hoe gaan de baten gemonitord worden?

    Antwoord: Verstrekkers (vertegenwoordigd door ZN en VNG), VWS en SVB bespreken frequent de kwaliteit van de dienstverlening en de daarvoor benodigde financiële middelen voor de uitvoering van het Trekkingsrecht door SVB. In dit overleg wordt ook gestuurd op de baten (zowel kwantitatief en kwalitatief) welke door alle ketenpartijen gerealiseerd moeten worden.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

  • 85) Vraag: Welke verwachtingen zijn er qua reducties in de uitvoeringskosten?

    Antwoord: De implementatie van het systeem gebeurt beheerst en stapsgewijs. De effecten van de implementatie op de uitvoeringskosten worden gevolgd. De verwachting is dat de reductie van de uitvoeringskosten in de keten € 20,0 miljoen bedraagt.

  • 86) Vraag: Als de leden de verschillende bedragen van doorontwikkeling, implementatie optellen dan komen zij uit op € 45,6 miljoen excl. de structurele beheerkosten van € 9,4 miljoen. Wat is het oordeel van de Minister met betrekking tot dit bedrag?

    Antwoord: Naar schatting zijn de totaalkosten voor doorontwikkeling en implementatie € 39,5 miljoen. PGB2.0 ondersteunt gebruikers (budgethouders, zorgverleners, gemeenten, zorgkantoren en de SVB) in het complexe stelsel van het pgb-trekkingsrecht. Een stelsel waar het belang van de budgethouder en zorgverleners en rechtmatigheid centraal staan en waarin ketenpartners in gezamenlijkheid hun individuele wettelijke taken uitvoeren. Al deze aspecten stellen hoge kwaliteitseisen aan het systeem. De kosten die gemoeid zijn met de doorontwikkeling en het beheer zijn passend en gebruikelijk bij de complexiteit en omvang van het stelsel.

  • 87) Vraag: Komt dit bedrag overeen met de benodigde kosten die van tevoren voor het systeem waren ingeschat?

    Antwoord: Voorafgaand aan de bouw is door VWS geen inschatting van de kosten gemaakt. Het systeem is «om niet» overgedragen van ZN aan VWS. Bij overdracht van het PGB-portaal is meer functionaliteit opgenomen dan bij aanvang van het project voorzien, maar minder dan op basis van voortschrijdend inzicht door ketenpartijen gewenst.

  • 88) Vraag: Wat is de mening van de Minister met betrekking tot de verhouding tussen de kosten voor de bouw en het beheer van het PGB2.0-systeem versus de door het nieuwe systeem te verwachten reducties?

    Antwoord: Naast de te verwachten financiële baten hecht ik er sterk aan om te benadrukken dat niet alle baten in geld zijn uit te drukken. Meer gebruikersgemak, zekerheid over de status van declaraties, snelle betalingen, zelf zonder rompslomp een overeenkomst met een zorgverlener opstellen, minder tijd kwijt zijn aan de administratie rondom een pgb. Het zijn maar enkele voorbeelden van baten die wij horen van budgethouders en zorgverleners. Daarnaast ervaren verstrekkers duidelijke voordelen. De beschikbaarheid van meer data geeft hen bijvoorbeeld meer mogelijkheden om fraude te signaleren en efficiënter (want digitaal) af te handelen.

  • 89) Vraag: Kunnen de baten van het PGB2.0-systeem wellicht worden uitgedrukt in een bedrag?

    Antwoord: De baten van het PGB2.0-systeem bestaan uit kwalitatieve baten en kwantitatieve baten op basis van de door ketenpartners vastgestelde aannames en uitgangspunten. Deze baten zijn niet allemaal uit te drukken in concrete bedragen. De verwachte kwantitatieve besparing in de keten bedraagt € 20,0 miljoen.

  • 90) Vraag: Wat gebeurt er daarnaast met de ongeveer 300 fte bij de SVB die niet meer nodig zijn na de invoering van het nieuwe PGB2.0-systeem?

    Antwoord: De SVB hanteert een grote flexibele schil van werknemers. Daarnaast is er een hoge mobiliteit onder SVB-werknemers in het pgb-domein. De SVB verwacht daarom dat de krimp via natuurlijk verloop kan worden gerealiseerd.

5. Overig

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

  • 91) Vraag: Welke nadelen kent het PGB2.0-systeem ten opzichte van het oude systeem?

    Antwoord: Zodra het PGB2.0-systeem volledig geïmplementeerd is kent deze ten opzichte van het oude, tevens huidige systeem (PGB1.0) geen nadelen. PGB2.0 kent juist veel voordelen voor budgethouders, zorgverleners en verstrekkers, zoals meer inzicht en gebruiksgemak, rechtmatigheid en mogelijkheid tot fraudesignalering.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

  • 92) Vraag: Kent elke gemeente een totaal ander ICT-systeem?

    Antwoord: Nee, de gemeenten maken voor het ondersteunen van hun primaire proces gebruik van verschillende leveranciers die elk een eigen systeem hebben. Voor PGB2.0 is dat minder relevant omdat er een landelijke berichtenstandaard (iPGB) is afgesproken met de VNG en ZN voor de aanlevering van gegevens aan het centrale PGB2.0-systeem. Alle leveranciers houden zich aan deze afgesproken standaard en bereiden zich voor om tijdig te kunnen aansluiten op het PGB2.0-systeem.

  • 93) Vraag: Klopt het dat het Financieel domein open source is ontwikkeld? Antwoord: Het overgrote deel van het Financieel domein maakt gebruik van een standaardproduct van Oracle.

  • 94) Vraag: Is het mogelijk dat ook de software van het Financieel domein open source wordt? Zo nee, waarom niet?

    Antwoord: Nee, dat is momenteel niet mogelijk. Er bestaat voor de functionaliteit die nodig is voor de verwerking van salarissen, werkgeverstaken en boekhouding momenteel geen open source software.

De CDA-fractie heeft de volgende vragen rondom DigiD en authenticatie:

  • 95) Vraag: Klopt het dat mensen in het nieuwe PGB2.0-systeem verplicht zijn in te loggen via DigiD?

  • 96) Vraag: Hoeveel kost een inlog van een cliënt via DigiD per keer?

  • 97) Vraag: Waar gaan deze middelen naar toe?

  • 98) Vraag: Wie betaalt deze middelen?

  • 99) Vraag: Waarom wordt het niet mogelijk gemaakt om naast DigiD via andere wijze in te loggen?

  • 100) Vraag: Klopt het dat het technisch mogelijk is om via de IRMA-app het mogelijk te maken om in te kunnen loggen in het PGB2.0-systeem?

  • 101) Vraag: Hoe kijkt de Minister aan tegen het idee om het inloggen via de IRMA-app mogelijk te maken?

  • 102) Vraag: Zijn er wettelijke bepalingen dat iemand verplicht moet inloggen via DigiD?

  • 103) Vraag: En zo ja, welke bepalingen zijn dat?

    Antwoord vragen 95 t/m 103:

    Er is geen wettelijke verplichting voor burgers om DigiD als authenticatiemiddel te gebruiken. Op dit moment is DigiD het toegelaten middel binnen de digitale overheid en wordt daarmee ook ingezet bij het PGB2.0-systeem. Het gebruik hiervan is gratis voor budgethouders. Conform de AWB, hebben budgethouders daarnaast de mogelijkheid om op papier hun pgb-zaken af te handelen. Zorgverleners kunnen ook gebruik maken van overheid identificatie systemen als E-herkenning en VekTis certificaten. Voor publieke authenticatie volgt mijn Ministerie de richtlijnen van de digitale overheid en hanteert daarom DigiD.

  • 104) Vraag: Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat ook de mensen die niet digitaal vaardig zijn of niet de beschikking hebben over een computer kunnen profiteren van de baten van het PGB2.0-systeem?

    Antwoord: Ook als de budgethouder zijn administratie liever op papier verwerkt profiteert hij toch van de voordelen van het PGB2.0-systeem. Dit natuurlijk wel in mindere mate. De SVB verwerkt de papieren administratie digitaal waardoor er ook voor budgethouders in deze gevallen sneller zicht is op de stand van zaken. Bijvoorbeeld als een budgethouder naar het zorgkantoor belt met een vraag dan heeft het zorgkantoor in één oogopslag zicht op het hele dossier van de budgethouder. Hetzelfde geldt voor de zorgverleners als eindgebruiker.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

  • 105) Vraag: Hoe staat het met de (bescherming van) privacy in het PGB2.0-systeem?

    Antwoord Het PGB2.0-systeem is geclassificeerd als BBN: 2. Deze classificatie sluit aan bij de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Daarnaast moet het systeem ook voldoen aan de NEN7510 (Informatiebeveiliging in de Zorg). Maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan deze normen worden risico gebaseerd ingevoerd. Deze maatregelen dragen bij aan de (bescherming van) privacy. De technische beveiliging van persoonsgegevens wordt meerdere malen per jaar getoetst.

  • 106) Vraag: Kunt u een nadere toelichting geven over de samenwerking tussen de verschillende ketenpartners sinds VWS de regie heeft overgenomen?

  • 107) Vraag: Is deze samenwerking verbeterd ten opzichte van de periode daarvoor?

  • 108) Vraag: Hoe staat het daarbij met de aansluiting van de zorgverzekeraars op deze samenwerking?

    Antwoord: vraag 106 t/m 108:

    Met de betrokken partijen in het pgb-stelsel (Per Saldo, BVKZ, ZN, VNG en SVB) hebben we het afgelopen jaar gezamenlijk intensief geïnvesteerd in onze samenwerking. En met resultaat. Ik heb waardering voor de wijze waarop partijen zich gezamenlijk inspannen voor het belang van de budgethouder, de zorgverlener en de keten. De Programmaraad PGB2.0, met een vertegenwoordiging van de betrokken partijen en onder voorzitterschap van VWS, ziet toe op de ontwikkeling en invoering van PGB2.0. De constructieve ketensamenwerking en het toegenomen vertrouwen is dit voorjaar ook geconstateerd door de ADR. Ik heb er alle vertrouwen dat we in samenwerking toewerken naar een succesvolle invoering van PGB2.0.

  • 109) Vraag: Welke maatregelen worden er genomen om in het systeem fraude sneller te kunnen opsporen?

    Antwoord: Het systeem is zodanig ingericht dat controle van de gegevens (bijvoorbeeld declaraties en zorgovereenkomsten) aan de voorkant wordt geregeld. Op basis van het zogenaamde «Control framework» wordt inzichtelijk gemaakt welke controles digitaal afgedwongen worden, waardoor betalingen rechtmatig gedaan kunnen worden. Daarnaast ontvangen de verstrekkers en de SVB een export van de gegevens waarmee zij in staat worden gesteld mogelijk misbruik en oneigenlijk gebruik te detecteren. De SVB beschikt daarnaast (uit hoofde van haar wettelijke taak) ook over de financiële (betaal) gegevens op basis waarvan zij een aantal maatregelen hebben getroffen om misbruik en oneigenlijk gebruik in een zo vroeg mogelijk stadium te kunnen detecteren.

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

  • 110) Vraag: Hoe wordt de privacy gewaarborgd in het systeem?

    Antwoord: Zie antwoord bij vraag 105.

  • 111) Vraag: Is na de overname de regie door VWS de samenwerking tussen de ketenpartners verbeterd?

    Antwoord: Zie antwoord bij vragen 106 t/m 108.

Naar boven