25 657 Persoonsgebonden Budgetten

Nr. 224 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2015

De vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij verzocht om te reageren op de plannen van gemeente Almere inzake een aantal wijzigingen van het lokale pgb-beleid. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

Naar aanleiding van dit verzoek heb ik contact opgenomen met gemeente Almere teneinde mij nader te laten informeren over de inhoud van de aanpassingen. De gemeente Almere heeft een aantal nadere regels doorgevoerd in haar lokale beleid, waarbij ook de Advies Raad Sociaal Domein betrokken is geweest. De gemeente Almere heeft naar mij toe benadrukt dat zij het pgb een geschikte financieringsvorm vinden voor mensen die zelf regie kunnen en willen voeren. Daarbij achten zij het van groot belang dat de zorg van goede kwaliteit is en dat het pgb een gelijkwaardig alternatief is voor de zorg in natura. Ik zal hieronder kort ingaan op de belangrijkste aanpassingen van het lokale pgb beleid van de gemeente Almere ter zake.

Voorwaarden om een pgb te kunnen krijgen

Een cliënt die een maatwerkvoorziening krijgt toegekend, heeft, als aan een aantal in de wet en nader in gemeentelijke verordening geëxpliciteerde voorwaarden wordt voldaan, het recht te kiezen voor een persoonsgebonden budget. Mensen moeten bij de keuze voor een pgb een bewuste keuze maken en weten welke rechten en plichten hieraan zijn verbonden. Hierbij is het zeer van belang dat de budgethouder zelf of met een betrouwbare vertegenwoordiger het pgb kan beheren, de rechten kan uitoefenen en de plichten kan nakomen. De gemeente Almere geeft met de toets of iemand pgb-vaardig is een lokale invulling aan het beleid. Dit sluit aan bij hetgeen in de wet1 is opgenomen waarbij het college de aanvrager in staat acht aan het pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren. Het toepassen van een zorgvuldige gemeentelijke toets om kwetsbare cliënten tegen misbruik en oneigenlijk gebruik te beschermen sluit daar in mijn ogen goed op aan.

Stapeling van pgb’s binnen één huishouden

In de door de gemeente voorgenomen aanpassing van het lokale beleid wordt gesteld dat pgb aanvragen niet per individu maar per gezin worden bekeken. Het is niet zo dat er één pgb per gezin wordt afgegeven, maar er wordt bij de ondersteuningsvraag gekeken naar de behoefte van het gehele huishouden om te kijken of bepaalde ondersteuning op elkaar kan worden afgestemd of gecombineerd. Er wordt vervolgens wel – in geval van meerdere aanvragen in datzelfde gezin – een beschikking per aanvraag (individu) afgegeven.

De door de gemeente beoogde brede benadering sluit goed aan bij het in de wet voorgeschreven onderzoek naar de specifieke kenmerken van de persoon en diens situatie.

Pgb voor informele zorg

De gemeente kan in de verordening bepalen onder welke voorwaarden2 de persoon aan wie de gemeente een pgb verstrekt, de mogelijkheid heeft om voor zijn maatschappelijke ondersteuning personen in te schakelen uit zijn sociale netwerk. Tot het sociale netwerk worden gerekend de personen uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt. Met dat laatste worden personen bedoeld met wie hij regelmatig contacten onderhoudt, zoals mantelzorgers, buren, (mede)leden van een vereniging etc. Hiermee krijgt de gemeente de ruimte om te bepalen onder welke voorwaarden een persoonsgebonden budget wordt ingezet om mensen uit het sociale netwerk van de betrokkene financieel voor hun diensten te belonen. De gemeente Almere heeft voor de informele zorg een richtlijn van 14 uur per week ingesteld voor onbetaalde mantelzorg. Daarnaast heeft zij in de nadere regels opgenomen dat er geen pgb meer wordt verstrekt voor dagbesteding en behandeling welke wordt ingekocht via het informele netwerk.

Het categoraal en vooraf uitsluiten van zowel de eerste 14 uur per week als de dagbesteding en behandeling van informele ondersteuning middels een pgb verhoudt zich in mijn ogen niet met de uitgangspunten van de Wmo 2015 en de Jeugdwet, waarin via een zorgvuldig onderzoek en daarop gebaseerde individuele afweging wordt bezien of een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie geboden is en waaruit die dient te bestaan.

Uit nader contact met de gemeente Almere heb ik begrepen dat er in de toepassing van het beleid wel degelijk maatwerk wordt geboden en dat het in individuele situaties mogelijk is om af te wijken van de gestelde regels. Dit is ook zo opgenomen in de instructies van de «wijkwerkers» (consulenten voor Wmo2015 en Jeugdhulp). Echter, stel ik vast dat dit niet uit de «nadere regels verordeningen Wmo 2015 en Jeugdwet» blijkt. Ik heb gemeente Almere daarom verzocht om de inhoud van genoemde nadere regels te laten aansluiten en waar relevant aan te passen op de hierboven beschreven uitvoeringspraktijk. De gemeente Almere heeft inmiddels aangegeven deze aanpassingen door te gaan voeren.

Beschermd wonen

De gemeente Almere heeft in haar nadere regels nader omschreven wat er onder Beschermd Wonen wordt verstaan en wanneer dit via een pgb kan worden ingekocht.

De definitie in de wet is helder, namelijk: Wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

Tegelijkertijd is in de memorie van toelichting duidelijk gemaakt dat die definitie in de praktijk ruimer kan worden opgevat en dat er ook een veelheid aan andere verschijningsvormen is die door de wet niet onmogelijk worden gemaakt: «Achter een «accommodatie van een instelling» kan een veelheid van variëteiten schuilgaan».

Ik constateer dat Almere hier – zowel voor zorg in natura als voor pgb – strikt vasthoudt aan de wettelijke definitie, «wonen in de accommodatie van een instelling». Als de cliënt liever thuis wil blijven wonen, dan is er volgens die strikte lijn geen sprake van beschermd wonen. De gemeente wijst dan ambulante begeleiding toe en geen beschermd wonen. Die vrijheid heeft de gemeente, zolang er maatwerk geleverd kan worden voor de cliënt en er geen onderscheid wordt gemaakt tussen zorg in natura en pgb.

Tot slot

Zoals ik ook heb aangegeven in de derde voortgangsrapportage Hlz3 hecht ik er zeer aan dat het pgb een gelijkwaardig alternatief is voor de zorg in natura. Het pgb is daarom als recht opgenomen in alle domeinen, zo ook de Wmo 2015 en de Jeugdwet. In algemene zin merk ik op dat er gegronde redenen kunnen zijn waarop gemeenten besluiten om geen pgb toe te kennen. Daarnaast is er voor budgethouders altijd de mogelijkheid om in bezwaar en beroep te gaan. Er zal ook op dit onderwerp jurisprudentie moeten worden opgebouwd. Ik blijf de ontwikkelingen in de uitvoering binnen het gemeentelijk domein nauwlettend volgen. Het is mijn verantwoordelijkheid de wettelijke kaders van de Wmo 2015 en de Jeugdwet te bewaken: dat zal ik doen ook op het vlak van het pgb beleid.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Wmo, art. 2.3.6 lid 2, Jeugdwet art. 8.1.1 lid 3

X Noot
2

Ingevolge art. 2.3.6, vierde lid, van de Wmo 2015 betreft dit voorwaarden aangaande het tarief.

X Noot
3

Kamerstuk 34 104, nr. 83

Naar boven