nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 5 februari 1998
Refererend aan mijn brief d.d. 30 januari 1998 (25 657, nr. 1) bericht
ik u het volgende.
Met ingang van 1 januari jl. heeft met betrekking tot de thuiszorg een
aanpassing plaatsgevonden van het verstrekkingenbesluit waardoor de aanspraak
op verpleging en verzorging wordt beperkt tot een maximum van drie uur per
dag. Op grond van het beleidsuitgangspunt dat het persoonsgebonden budget
(PGB) in overeenstemming dient te zijn met de aanspraak op zorg in natura
is in de Regeling Ziekenfondsraad subsidiëring PGB 1998 dezelfde beperking
opgenomen. In die regeling is in de vorm van een hardheidsclausule een uitzondering
opgenomen voor die gevallen waarin het PGB de enige mogelijkheid is om in
de benodigde zorg te voorzien doordat bij medisch attest vaststaat dat opneming
in een intramurale instelling niet tot de mogelijkheden behoort.
Voor een aantal budgethouders zal de maximering van het onderdeel verpleging
en verzorging tot drie uren per dag aanmerkelijke gevolgen voor de hoogte
van hun budget hebben. Ofschoon het op grond van de gegevens uit het onderzoek
dat in opdracht van de Ziekenfondsraad omtrent het PGB wordt verricht gaat
om een getalsmatig sterk beperkte groep zal, gezien de voor deze groep bestaande
specifieke behoefte aan zorg, het effectueren van deze maximering voor hun
individuele leefsituatie, zoals zij die met het PGB hebben gerealiseerd veelal
ingrijpende gevolgen kunnen hebben.
In het kader van de algemene evaluatie van het PGB komend voorjaar ben
ik voornemens de mogelijkheid te bezien van de introductie van een PGB als
alternatief voor verpleeghuiszorg, zo mogelijk met ingang van 1999.
In afwachting van een meer structurele regeling voor de onderhavige doelgroep
die in dat kader tot stand zal kunnen komen heb ik de Ziekenfondsraad gevraagd
zorg te dragen voor een overgangsregeling die voor de bestaande gevallen het
PGB op het niveau per 1 januari 1998 continueert, met dien verstande
dat uitbreiding van het aantal uren verpleging en verzorging niet plaats heeft.
Een afschrift van de brief die ik daartoe aan de voorzitter van de Ziekenfondsraad
heb gezonden treft u bijgaand aan.1
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. G. Terpstra