nr. 9
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
machtiging tot medewerking aan de oprichting van een Waarborgfonds voor de
zorgsector.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
6 mei 1998
Beatrix
nr. 10
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is dat de Staat
medewerking verleent aan de oprichting van een Stichting Waarborgfonds voor
de zorgsector;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt gemachtigd mede
te werken aan de oprichting van een Stichting Waarborgfonds voor de zorgsector
door:
a. een initiële storting aan die Stichting te doen;
b. de positie van achterborg te bekleden door aan die Stichting op een
bij overeenkomst bepaalde wijze en tot bedragen als in die overeenkomst bepaald
renteloze leningen te verstrekken ter voorkoming van liquiditeitstekorten
bij de Stichting.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,