25 621
Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet 19..)

nr. 75
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 18 maart 1998

Tijdens de regeling van werkzaamheden van de Tweede Kamer van 17 maart jl. heeft u een brief gevraagd aangaande de laatste stand van zaken rondom de totstandkoming van het Grootschalig Productiebedrijf (GPB).

In de bijlage treft u een brief van het GPB i.o. aan1, waarin zij een overzicht geven van de voortgang van het proces. Zoals uit de inhoud van deze brief blijkt worden er nog steeds vorderingen gemaakt in de zakelijke onderhandelingen.

Hoewel een en ander meer tijd kost dan eerder voorzien, ga ik er toch vanuit dat alle partijen er nog steeds naar streven binnen afzienbare tijd hun gesprekken af te ronden, zodat de fusiedocumenten in de achterbannen van de aandeelhouders kunnen worden geaccordeerd.

Ik heb in mijn brief van 12 januari jl. en tijdens het wetgevingsoverleg van 18 februari reeds aangegeven en wil nogmaals benadrukken dat de partijen het wetgevingsproces met bijzondere belangstelling volgen, aangezien daarmee de randvoorwaarden voor hen helder worden, hetgeen mijns inziens de voortgang van de besluitvorming tussen productie en distributiesector bevordert.

De Minister van Economische Zaken,

G. J. Wijers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven