nr. 74
ZEVENDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
I
Aan artikel 48 worden vijf nieuwe leden toegevoegd, luidende:
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan een toeslag worden vastgesteld
ter dekking van de kosten voor de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste
lid.
4. De toeslag, bedoeld in het derde lid, wordt opgelegd indien gelijksoortige
toeslagen of heffingen in onvoldoende mate bijdragen aan de bevordering van
de productie en het verbruik van elektriciteit op een doelmatige en milieuhygiënisch
verantwoorde wijze.
5. De directeur van de dienst verhoogt de tarieven voor het transport
van elektriciteit, bedoeld in artikel 24, tweede lid, met de toeslag, bedoeld
in het derde lid.
6. De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de afdracht van de
bedragen, verkregen met toepassing van de toeslag op de tarieven voor het
transport van elektriciteit, aan de producent of leverancier die overeenkomstig
het tweede lid heeft gemeld op welke wijze hij uitvoering heeft gegeven aan
zijn taak, bedoeld in het eerste lid, dan wel aan afnemers die energiebesparingsmaatregelen
treffen.
7. Met ingang van het tijdstip waarop de algemene maatregel van bestuur,
bedoeld in het tweede lid, in werking treedt, stelt Onze Minister het in artikel
10, tweede lid, van de Wet energiedistributie bedoelde deel van de vergoeding
voor het leveren van elektriciteit vast op nihil.
II
In artikel 58a, eerste en tweede lid, wordt «40, 50» steeds
vervangen door: 40, 48, 50.
Toelichting
Het introduceren van meer marktwerking mag niet leiden tot het nalaten
van energiebesparingsmaatregelen. In het bijzonder moet gelet worden op de
maatregelen die niet op een marktconforme wijze terugverdiend kunnen
worden. Ook activiteiten gericht op informatievoorziening en het doorzichtig
maken van de markt voor besparingsdiensten dienen gestimuleerd te worden.
Omdat instrumenten met een vrijwillige basis, zoals de MAP-heffing, onvoldoende
sterk zijn in een situatie van prijsconcurrentie, moet voorzien worden in
een meer dwingend kader. Een voldoende wettelijke basis voor een voorziening
voor de bevordering van energiebesparing is bovendien vereist, omdat het gaat
om het opleggen van een toeslag.
De wijze waarop de toeslag zal worden ingevuld, zal bij algemene maatregel
van bestuur worden bepaald. De noodzaak voor vaststelling van deze algemene
maatregel van bestuur zal worden bezien in het licht van de effectiviteit
van andere maatregelen ter bevordering van energiebesparing en duurzame energievoorziening.
Gedacht moet worden aan de verhoging van de REB-heffingen met hetzelfde doel
als de in deze nota van wijziging voorziene toeslag. Bovendien wordt in het
nieuwe zevende lid bepaald dat de MAP-heffing op nihil zal worden gesteld,
indien de energiebesparingsheffing overeenkomstig het nieuwe derde lid wordt
opgelegd.
Overeenkomstig onderdeel II van de nota van wijziging is op de algemene
maatregel van bestuur de zware voorhangprocedure van artikel 58a, eerste lid,
van toepassing. Daarmee wordt voldoende betrokkenheid van de Staten-Generaal
gewaarborgd, die desgewenst kan eisen dat het in de amvb geregelde bij wet
wordt vastgesteld.
De Minister van Economische Zaken,
G. J. Wijers