nr. 59
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LANSINK TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 29
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 19, eerste lid, vervalt.
II
Na artikel 19 worden vier nieuwe artikelen toegevoegd, luidende:
Artikel 19a
1. Een ieder is verplicht de aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering
van een net in en op openbare gronden te gedogen, indien dit net is of wordt
aangelegd, wordt beheerd, wordt onderhouden en wordt verwijderd door een netbeheerder
in het voor hem op grond van artikel 24, vierde lid, vastgestelde gebied.
2. Voor de toepassing van het eerste lid worden onder openbare gronden
mede verstaan alle andere gronden, met uitzondering van afgesloten tuinen
en erven die met bewoonde percelen één geheel vormen.
3. Een ieder is verplicht te gedogen dat ten dienste van een net:
a. elektriciteitsverbindingen zonder aanhechting of aanraking worden aangelegd,
beheerd en onderhouden boven gronden, gebouwen en wateren,
b. in en aan gebouwen, alsmede in en op gronden welke daarmee één
geheel vormen, elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten worden aangelegd,
beheerd en onderhouden, indien dat nodig is voor het voorzien van een aansluiting
van die gebouwen of van naburige gebouwen, of
c. de elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten, bedoeld onder a en
b, worden verwijderd.
Artikel 19b
1. De gedoogplichten, bedoeld in artikel 19a, eerste en derde lid, gelden
onverminderd het recht op schadevergoeding van degene op wie de gedoogplicht
rust.
2. Artikel 14 van de Belemmeringenwet privaatrecht is van overeenkomstige
toepassing op het recht op schadevergoeding, bedoeld in het eerste lid.
3. Het recht op schadevergoeding dat verband houdt met de gedoogplicht,
bedoeld in artikel 19a, eerste lid, is voor eigenaren en beheerders van openbare
gronden beperkt tot vergoeding van de kosten van de voorzieningen en van de
meerdere kosten van onderhoud.
Artikel 19c
1. De aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering van een net,
bedoeld in artikel 19a, eerste lid, leidt niet tot een verandering in de bestemming
en tot zo min mogelijk belemmering in het gebruik van de desbetreffende gronden.
2. De aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering van elektriciteitsverbindingen,
bedoeld in artikel 19a, derde lid, onder a, leidt niet tot een verandering
in de bestemming, tot zo min mogelijk verandering in de uiterlijke gedaante
en tot zo min mogelijk belemmering in het gebruik van hetgeen waarin, waaraan,
waarop of waarboven de elektriciteitsverbindingen zijn of worden aangelegd.
3. De aanleg van netten, elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten
in en op gronden, alsmede in en aan gebouwen van derden brengt geen wijziging
in de eigendom van hetgeen is aangelegd.
4. Dit artikel is mede van toepassing op netten, elektriciteitsverbindingen
en aansluitpunten die zijn aangelegd voor het tijdstip van inwerkingtreding
van dit artikel.
Artikel 19d
1. Een netbeheerder is verplicht op eigen kosten een net te verplaatsen,
indien de verplaatsing nodig is voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering
van werken door of vanwege degene op wie een gedoogplicht rust.
2. De netbeheerder en degene op wie een gedoogplicht rust, streven naar
overeenstemming over het tijdstip en de wijze van uitvoering van de verplaatsing,
bedoeld in het eerste lid.
3. Bij gebreke van overeenstemming geeft de netbeheerder aan degene op
wie een gedoogplicht rust onverwijld een schriftelijke kennisgeving waarin
een omschrijving van de kosten, het tijdstip en de wijze van uitvoering van
de voorgenomen verplaatsing wordt gegeven.
4. Indien degene op wie een gedoogplicht rust tegen de kennisgeving bedenkingen
heeft, kan hij na ontvangst daarvan de directeur-generaal van de Nederlandse
mededingingsautoriteit, bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet, verzoeken
een beschikking te geven.
Toelichting
Deze bepalingen komen, met de nodige wetstechnische wijzigingen, ook voor
in de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen en het ontwerp voor een nieuwe
Telecommunicatiewet. Deze bepalingen beogen een einde te maken aan de ten
aanzien van veel netten bestaande onzekerheid wie de eigenaar ervan geacht
kan worden te zijn. Deze bepalingen kunnen verder veel kosten besparen (precariobelastingen,
kosten vestigen erfdienstbaarheden, kosten kadaster, etc.). Bovendien kunnen
zij duidelijkheid scheppen over de kostenverdeling bij het verplaatsen van
netten. Degene op wie een gedoogplicht rust en de netbeheerder
dienen overeenstemming na te streven over het tijdstip en de wijze waarop
een net wordt verplaatst, hetgeen tot een redelijke kostenverdeling dient
te leiden.
Lansink