25 621
Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet 19..)

nr. 29
AMENDEMENT VAN HET LID LANSINK

Ontvangen 16 januari 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 19, eerste lid, vervalt.

II

Na artikel 19 worden drie nieuwe artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 19a

1. Een ieder is verplicht de aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering van een net in en op openbare gronden te gedogen, indien dit net is of wordt aangelegd, beheerd, onderhouden en verwijderd door een netbeheerder in het voor hem op grond van artikel 24, vierde lid, vastgestelde gebied.

2. Voor de toepassing van het eerste lid worden onder openbare gronden mede verstaan alle andere gronden, met uitzondering van afgesloten tuinen en erven die met bewoonde percelen één geheel vormen.

3. Een ieder is verplicht te gedogen dat ten dienste van een net:

a. elektriciteitsverbindingen zonder aanhechting of aanraking worden aangelegd, beheerd en onderhouden boven gronden, gebouwen en wateren,

b. in en aan gebouwen, alsmede in en op gronden welke daarmee één geheel vormen, elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten worden aangelegd, beheerd en onderhouden, indien dat nodig is voor het voorzien van een aansluiting van die gebouwen of van naburige gebouwen, en

c. de elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten, bedoeld onder a en b, worden verwijderd.

Artikel 19b

1. De gedoogplichten, bedoeld in artikel 19a, eerste en derde lid, gelden onverminderd het recht op schadevergoeding van degene op wie de gedoogplicht rust.

2. Artikel 14 van de Belemmeringenwet privaatrecht is van overeenkomstige toepassing op het recht op schadevergoeding, bedoeld in het eerste lid.

3. Het recht op schadevergoeding dat verband houdt met de gedoogplicht, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, is voor eigenaren en beheerders van openbare gronden beperkt tot vergoeding van de kosten van de voorzieningen en van de meerdere kosten van onderhoud.

Artikel 19c

1. De aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering van net, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, leidt niet tot een verandering in de bestemming en tot zo min mogelijk belemmering in het gebruik van de desbetreffende gronden.

2. De aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering van elektriciteitsverbindingen, bedoeld in artikel 19a, derde lid, onder a, leidt niet tot een verandering in de bestemming, tot zo min mogelijk verandering in de uiterlijke gedaante en tot zo min mogelijk belemmering in het gebruik van hetgeen waarin, waaraan, waarop of waarboven de elektriciteitsverbindingen zijn of worden aangelegd.

3. De aanleg van netten, elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten in en op gronden, alsmede in en aan gebouwen van derden brengt geen wijziging in de eigendom van hetgeen is aangelegd.

4. Dit artikel is mede van toepassing op netten, elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten die zijn aangelegd voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel.

Toelichting

Deze bepalingen komen, met de nodige wetstechnische wijzigingen, ook voor in de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen en het ontwerp voor een nieuwe Telecommunicatiewet. Deze bepalingen zouden een einde maken aan de ten aanzien van veel netten bestaande onzekerheid wie de eigenaar ervan geacht kan worden te zijn. Deze bepalingen zouden verder veel kosten besparen (precariobelastingen, kosten vestigen erfdienstbaarheden, kosten kadaster, etc.).

Lansink

Naar boven