nr. 29
AMENDEMENT VAN HET LID LANSINK
Ontvangen 16 januari 1998
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 19, eerste lid, vervalt.
II
Na artikel 19 worden drie nieuwe artikelen toegevoegd, luidende:
Artikel 19a
1. Een ieder is verplicht de aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering
van een net in en op openbare gronden te gedogen, indien dit net is of wordt
aangelegd, beheerd, onderhouden en verwijderd door een netbeheerder in het
voor hem op grond van artikel 24, vierde lid, vastgestelde gebied.
2. Voor de toepassing van het eerste lid worden onder openbare gronden
mede verstaan alle andere gronden, met uitzondering van afgesloten tuinen
en erven die met bewoonde percelen één geheel vormen.
3. Een ieder is verplicht te gedogen dat ten dienste van een net:
a. elektriciteitsverbindingen zonder aanhechting of aanraking worden aangelegd,
beheerd en onderhouden boven gronden, gebouwen en wateren,
b. in en aan gebouwen, alsmede in en op gronden welke daarmee één
geheel vormen, elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten worden aangelegd,
beheerd en onderhouden, indien dat nodig is voor het voorzien van een aansluiting
van die gebouwen of van naburige gebouwen, en
c. de elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten, bedoeld onder a en
b, worden verwijderd.
Artikel 19b
1. De gedoogplichten, bedoeld in artikel 19a, eerste en derde lid, gelden
onverminderd het recht op schadevergoeding van degene op wie de gedoogplicht
rust.
2. Artikel 14 van de Belemmeringenwet privaatrecht is van overeenkomstige
toepassing op het recht op schadevergoeding, bedoeld in het eerste lid.
3. Het recht op schadevergoeding dat verband houdt met de gedoogplicht,
bedoeld in artikel 19a, eerste lid, is voor eigenaren en beheerders van openbare
gronden beperkt tot vergoeding van de kosten van de voorzieningen en van de
meerdere kosten van onderhoud.
Artikel 19c
1. De aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering van net, bedoeld
in artikel 19a, eerste lid, leidt niet tot een verandering in de bestemming
en tot zo min mogelijk belemmering in het gebruik van de desbetreffende gronden.
2. De aanleg, het beheer, het onderhoud en de verwijdering van elektriciteitsverbindingen,
bedoeld in artikel 19a, derde lid, onder a, leidt niet tot een verandering
in de bestemming, tot zo min mogelijk verandering in de uiterlijke gedaante
en tot zo min mogelijk belemmering in het gebruik van hetgeen waarin, waaraan,
waarop of waarboven de elektriciteitsverbindingen zijn of worden aangelegd.
3. De aanleg van netten, elektriciteitsverbindingen en aansluitpunten
in en op gronden, alsmede in en aan gebouwen van derden brengt geen wijziging
in de eigendom van hetgeen is aangelegd.
4. Dit artikel is mede van toepassing op netten, elektriciteitsverbindingen
en aansluitpunten die zijn aangelegd voor het tijdstip van inwerkingtreding
van dit artikel.
Toelichting
Deze bepalingen komen, met de nodige wetstechnische wijzigingen, ook voor
in de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen en het ontwerp voor een nieuwe
Telecommunicatiewet. Deze bepalingen zouden een einde maken aan de ten aanzien
van veel netten bestaande onzekerheid wie de eigenaar ervan geacht kan worden
te zijn. Deze bepalingen zouden verder veel kosten besparen (precariobelastingen,
kosten vestigen erfdienstbaarheden, kosten kadaster, etc.).
Lansink