25 621
Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet 19..)

nr. 26
AMENDEMENT VAN HET LID LANSINK

Ontvangen 16 januari 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 52 vervalt.

II

In artikel 62 vervalt «dan wel van een certificaat als bedoeld in artikel 52,».

Toelichting

Artikel 51, eerste lid, geeft de Minister de mogelijkheid om ter bevordering van duurzame energie een systeem in te stellen voor het uitgeven en innemen van certificaten. Artikel 52 vormt al een uitwerking van dit systeem en bovendien is het optionele aspect vervallen: de Minister is op grond van artikel 52 meteen na invoering en uitvoering van de wet verplicht om op aanvraag certificaten te verlenen. Het amendement beoogt om de invoering en uitvoering van het certificatensysteem optioneel te houden. Het ligt immers in de rede om eerst de effectiviteit te beoordelen van de huidige activiteiten van de energiedistributiebedrijven op dat gebied. Die activiteiten vinden plaats zonder dwingende regelgeving. Ze zijn onderdeel van de Set van Afspraken, die de Minister voor de periode van 1997 tot en met 2000 is aangegaan met de energiedistributiesector.

Bovendien is het gewenst om uitvoeringstechnische aspecten, zoals door wie en op welke wijze certificaten worden verleend, pas in te vullen als duidelijkheid bestaat over de gehele systematiek. Door nu al vast te leggen dat certificaten moeten worden aangevraagd, wordt wellicht al bij voorbaat een bureaucratische procedure ingebed, waarvoor meer gestroomlijnde alternatieven beschikbaar zijn (vergelijk de systematiek van de energiedistributiebedrijven, waarbij de producent altijd een label/certificaat krijgt als voor de door hem geleverde stroom op grond van artikel 36, lid o, van de Wet belastingen op milieugrondslag regulerende energiebelasting naar hem wordt doorgesluisd).

Lansink

Naar boven