25 600 VIII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 1998

nr. 76
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 8 mei 1998

Inleiding

In mijn brief van 5 december 1997 heb ik u toegezegd dat ik u op de hoogte zou stellen van de resultaten van een uitvoeringstoets die ik heb laten uitvoeren naar de haalbaarheid van een verplichte benoeming van vakleraren lichamelijke opvoeding.

De uitkomst van de uitvoeringstoets is positief en daarom zal ik gevolg geven aan een tweede toezegging die ik heb gedaan, namelijk het bevorderen van de totstandkoming van een wettelijke regeling voor de verplichte benoeming van leraren die voor lichamelijke opvoeding goed zijn gekwalificeerd.

In het vervolg van deze brief schets ik allereerst in het kort de uitkomst van de uitvoeringstoets, vervolgens ga ik in op de maatregelen die ik van plan ben te treffen en tenslotte geef ik kort aan wat de nieuwe situatie zal zijn.

Uitvoeringstoets

De uitvoeringstoets die ik door Cfi heb laten uitvoeren, is uitgegaan van de volgende condities:

• leraren die nu al werkzaam zijn in het primair onderwijs behouden de bevoegdheid om voor alle groepen het vak lichamelijke opvoeding te verzorgen;

• nieuw afgestudeerde leraren behalen in hun opleiding aan de opleiding leraar basisonderwijs slechts een bevoegdheid voor het vak lichamelijke opvoeding voor groep 1 en 2. Zij kunnen via een afzonderlijk scholingstraject (initieel of post-initieel) een bevoegdheid voor het vak lichamelijke opvoeding voor groep 3 t/m 8 erbij halen;

• nieuw afgestudeerde leraren kunnen voor maximaal 2 jaar een tijdelijke bevoegdheid krijgen voor lichamelijke opvoeding voor groep 3 t/m 8, mits zij zich laten scholen en binnen 2 jaar deze scholing met succes afronden.

Onder deze condities is het ook voor kleinere scholen goed mogelijk uitvoering te geven aan maatregelen die moeten leiden tot een verbetering van de kwaliteit van degenen die het onderwijs in de lichamelijke opvoeding verzorgen.

Maatregelen

Op basis van de positieve uitkomst van de uitvoeringstoets ben ik voornemens de volgende maatregelen te treffen.

1. Aanpassing programma opleidingen leraar basisonderwijs

Met ingang van het studiejaar 1999/2000 zullen nieuw instromende studenten in de opleiding leraar basisonderwijs in het verplichte programma alleen nog maar een bevoegdheid verwerven voor het onderwijs in de lichamelijke opvoeding in groep 1 en 2. Dit zal geëffectueerd worden door een aanpassing van de startbekwaamheden leraar primair onderwijs en door met de HBO-raad in overleg te treden over een daarop aansluitende aanpassing van het gemeenschappelijk curriculum.

Bij de aanpassing van de startbekwaamheden en het gemeenschappelijk curriculum dient met het volgende rekening te worden gehouden. De groepsleraar zal in het basisonderwijs buiten de lessen lichamelijke opvoeding om geregeld te maken krijgen met het bewegen van leerlingen: in de klas, op het schoolplein en bij allerlei andere activiteiten. Voor deze vormen van bewegen zal de groepsleraar als eerstverantwoordelijke over enige algemene, elementaire kennis en vaardigheden dienen te beschikken. In de opleiding moet daarom naast de specifieke kennis en vaardigheden voor het onderwijs in de lichamelijke opvoeding aan groep 1 en 2 ook aandacht worden besteed aan algemene, elementaire kennis en vaardigheden ten aanzien van het bewegingsgedrag en de bewegingsontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar.

2. Aanpassing Bevoegdhedenbesluit WBO

Overeenkomstig het aangepaste opleidingsprogramma op de opleidingen leraar basisonderwijs zal het Bevoegdhedenbesluit WBO worden aangepast. Aangezien de eerste lichting studenten die dit gewijzigde programma heeft gevolgd op z'n vroegst in 2003/2004 de opleiding zal verlaten, hoeft de wijziging van het Bevoegdhedenbesluit WBO pas met ingang van dat schooljaar in werking te treden. Tevens zal geregeld worden dat met ingang van datzelfde schooljaar nieuw afgestudeerden een tijdelijke bevoegdheid (maximaal 2 jaar) kunnen verkrijgen voor het onderwijs in de lichamelijke opvoeding aan groep 3 t/m 8, mits zij scholing gaan volgen om deze bevoegdheid te halen en deze scholing binnen 2 jaar met succes afronden.

3. Ontwikkeling module lichamelijke opvoeding groep 3 t/m 8

Het bovenstaande vraagt om de ontwikkeling van een opleidingstraject voor het behalen van een bevoegdheid lichamelijke opvoeding voor groep 3 t/m 8. Ik ben daarom voornemens de SLO te vragen met inbreng van de deskundigheid van de opleidingen leraar basisonderwijs en van die van de Academies voor Lichamelijke Opvoeding (ALO's) een dergelijk scholingsaanbod te ontwikkelen. Dit ontwikkeltraject moet leiden tot een niet verplichte module voor het programma aan de opleidingen leraar basisonderwijs en tot een zodanige verbetering van het programma aan de ALO's dat zij hun afgestudeerden, voor zover dat nu nog niet het geval is, deskundigheid bijbrengen voor het lesgeven aan kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar.

Wat betreft het scholingsaanbod voor de opleidingen leraar basisonderwijs dient aansluiting te worden gezocht bij de ontwikkeling van het gemeenschappelijk curriculum.

Bovengenoemde maatregelen leiden niet tot het toekennen van additionele formatie noch additionele nascholingsgelden.

Nieuwe situatie

Vanaf het moment dat het nieuwe programma aan de opleidingen leraar basisonderwijs van kracht is geworden, zullen groepsleraren op twee manieren een bevoegdheid kunnen verwerven voor het onderwijs in de lichamelijke opvoeding aan groep 3 t/m 8:

a. via een extra, niet verplichte module binnen de initiële opleiding (een verdieping van de studie met een specialisatie);

b. via een post-initieel scholingstraject.

Scholen kunnen bij het aanstellen van nieuw personeel een keuze maken uit groepsleraren met en groepsleraren zonder een bevoegdheid lichamelijke opvoeding voor groep 3 t/m 8 en uit vakleraren. In alle gevallen zullen scholen ervoor moeten zorgen dat het onderwijs in de lichamelijke opvoeding wordt gegeven door daartoe bevoegde leraren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

T. Netelenbos

Naar boven