25 533
Regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet)

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 17 februari 1998

Het Overlegorgaan Post en Telecommunicatie (OPT) heeft onlangs stil gestaan bij de uitvoeringsregelingen behorende bij de nieuwe Telecommunicatiewet op het terrein van het aftappen. Het OPT acht het van belang dat de Tweede Kamer hieromtrent geïnformeerd wordt. Gaarne voldoe ik aan dit verzoek van het OPT. Bijgaand bied ik u de brief gedateerd 5 februari 1998, kenmerk OPT 98/16, aan.1

Ten aanzien van de zienswijze van het OPT ben ik van mening dat:

a. Beleidsvoornemens, algemeen verbindende regelingen, technische regelingen inbegrepen, op het terrein van het aftappen, welke in het kader van de Telecommunicatiewet tot stand komen, worden besproken in het OPT waarbij van de zijde van de overheid ook andere betrokken ministeries deelnemen;

b. de concrete technische implementatie van de uit de regelingen voortvloeiende voorzieningen overleg wordt gevoerd tussen de bevoegde instanties en betreffende aanbieders. Ik ben in overleg met mijn collega's van Justitie en Binnenlandse Zaken of deze vorm van overleg al dan niet geïnstitutionaliseerd dient te worden;

Ik hoop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven