nr. 76
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ROETHOF C.S. TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 54
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel 18.10 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 18.11
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens de
artikelen 9.1, eerste en tweede lid, 20.1, vierde lid, en 20.3, vierde lid,
wordt, met uitzondering van de eerste keer dat een dergelijke algemene maatregel
wordt vastgesteld, niet gedaan dan nadat het ontwerp aan de beide kamers der
Staten-Generaal is overgelegd. Binnen vier weken na de overlegging kan door
of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk
aantal leden van een der kamers de wens te kennen worden gegeven dat het in
het ontwerp te regelen onderwerp bij de wet wordt geregeld. In dat geval wordt
een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
2. Een krachtens de artikelen 3.1, eerste lid, 4.10, tweede lid, 4.10,
derde lid, 6.1, zevende lid, en 6.9, vijfde lid, vastgestelde algemene maatregel
van bestuur treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld
mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal. De eerste en tweede
volzin vinden de eerste keer dat de maatregel wordt vastgesteld, geen toepassing.
Toelichting
Het bij dit amendement ingevoegd nieuwe artikel regelt de parlementaire
betrokkenheid bij een aantal uitvoeringsregelingen.
Ingevolge het eerste lid wordt voorafgaand aan de voordracht voor een
aantal amvb's, het ontwerp daarvan aan de beide kamers overgelegd. Deze hebben
vier weken de tijd voor overleg met de minister en kunnen binnen die termijn
ook om regeling bij wet vragen. Het betreft amvb's over de aanwijzing van
universele diensten en de regels betreffende prijs en kwaliteitsniveau daarvan,
over de criteria voor de tarieven van telex- en telegraafdienst,
en over de vaststelling van de termijnen waarvoor de WTV-vergunningen gelden.
Het tweede lid geeft de kamers middels de uitgestelde inwerkingtreding
gelegenheid om over een aantal vastgestelde amvb's met de minister van gedachten
te wisselen, alvorens die amvb's in werking treden.
Het ingevoegde artikel vindt geen toepassing op de eerste vaststelling
van de genoemde algemene maatregelen van bestuur.
Roethof
Van Zuijlen
Leers