25 533
Regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet)

nr. 34
AMENDEMENT VAN HET LID ROETHOF

Ontvangen 19 maart 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 6.2 wordt vervangen door:

Artikel 6.2

1. Indien aanbieders geen overeenkomst als bedoeld in artikel 6.1, zesde lid, tot stand brengen, kan het college op aanvraag van een of meer van hen, de regels vaststellen die tussen hen zullen gelden. Een besluit van het college laat de mogelijkheid van een buitenlandse aanbieder als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, om af te zien van de interconnectie onverlet.

2. Geschillen tussen bij interconnectie als bedoeld in artikel 6.1 betrokken aanbieders met betrekking tot de vraag of de ter zake tussen hen in verband met interconnectie bestaande verbintenissen, of de wijze waarop deze worden nagekomen, strijdig zijn met het bepaalde bij of krachtens deze wet, worden op aanvraag van een of meer van de betrokken aanbieders door het college beslecht. In het geval het college van oordeel is dat er sprake is van strijd met het bepaalde bij of krachtens deze wet kan hij ter beëindiging van deze situatie regels vaststellen die tussen de aanbieders zullen gelden. In voorkomende gevallen treden bedoelde regels in de plaats van de tot dan toe bestaande verbintenissen.

3. Met betrekking tot aanvragen als bedoeld in het eerste en tweede lid geldt dat het college:

a. binnen zes maanden na de datum van de aanvraag op de aanvraag beslist;

b. in spoedeisende gevallen een voorlopig besluit neemt, dat tussen de betrokken aanbieders geldt tot het definitieve besluit.

4. Het college neemt geen besluit op een aanvraag als bedoeld in het eerste lid indien betrokken aanbieders voor het tijdstip van het nemen van het besluit overeenkomstig artikel 6.2, eerste lid, het afschrift van een tussen hen totstandgekomen overeenkomst bij het college hebben gedeponeerd, welke voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze wet, dan wel, indien er sprake is van een buitenlandse aanbieder, deze voor het tijdstip van de uitspraak te kennen geeft af te zien van de interconnectie.

II

Artikel 6.3 wordt vervangen door:

Artikel 6.3

1. De aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en vaste openbare telefoondiensten, de aanbieders van mobiele openbare telefoonnetwerken en mobiele openbare telefoondiensten, en de aanbieders van huurlijnen, die in het gebied waarin zij binnen Nederland actief zijn op de markt met betrekking tot de vaste openbare telefoonnetwerken of de vaste openbare telefoondienst, onderscheidenlijk op de markt met betrekking tot de mobiele openbare telefoonnetwerken of de mobiele openbare telefoondienst, onderscheidenlijk op de markt voor huurlijnen, beschikken over een aanmerkelijke macht worden aangewezen door het college.

2. Het college wijst tevens aanbieders van mobiele openbare telefoonnetwerken en mobiele openbare telefoondiensten aan die op de nationale markt met betrekking tot de vaste en mobiele openbare telefoondienst tezamen, beschikken over een aanmerkelijke macht.

3. Als aanbieders met een aanmerkelijke macht op de markt als bedoeld in het eerste en tweede lid worden door het college aangewezen de aanbieders die op de relevante markt een aandeel hebben van meer dan vijfentwintig procent.

4. In afwijking van het derde lid kan het college aanbieders die op de onderscheiden markten een aandeel hebben van minder dan vijfentwintig procent aanwijzen als aanbieders met een aanmerkelijke macht op de desbetreffende markt, dan wel aanbieders die op de onderscheiden markten een aandeel hebben van meer dan vijfentwintig procent niet aanwijzen als aanbieders met een aanmerkelijke macht op de desbetreffende markt. In beide gevallen beoordeelt het college daarbij het vermogen van de betreffende aanbieder om de marktvoorwaarden te beïnvloeden, zijn omzet in verhouding tot de omvang van de markt, zijn beheersing van de middelen van toegang tot de eindgebruikers, zijn toegang tot financiële middelen, en zijn ervaring met het verstrekken van producten en diensten op de markt.

III

Artikel 6.4 wordt vervangen door:

Artikel 6.4

1. Van overeenkomsten als bedoeld in artikel 6.1 en wijzigingen daarin door aanbieders, aangewezen door het college krachtens artikel 6.3, eerste lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een week nadat bedoelde overeenkomsten zijn gesloten, onderscheidenlijk bedoelde wijzigingen zijn overeengekomen, een afschrift gedeponeerd bij het college.

2. Indien het college van oordeel is dat een overeenkomst strijdig is met het bepaalde bij of krachtens deze wet, stelt het de partijen daarvan in kennis onder mededeling van de onderdelen die naar zijn oordeel wijziging behoeven. Zolang die wijzigingen niet zijn aangebracht, is door betrokken aanbieders niet voldaan aan artikel 6.1.

3. Het college kan een afschrift van bij hem gedeponeerde overeenkomsten op verzoek aan belanghebbenden ter beschikking stellen, met uitzondering van die delen waarin naar het oordeel van het college de commerciële strategie van de bij de overeenkomst betrokken aanbieders wordt behandeld.

IV

In artikel 6.5, aanhef, wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

V

Artikel 6.6 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het eerste lid wordt «artikel 6.4» telkens vervangen door: artikel 6.3.

B. In het tweede lid wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

VI

In artikel 6.7, eerste lid, wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

VII

In artikel 6.8, eerste lid, wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

VIII

Artikel 6.9 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het eerste lid wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

B. In het tweede lid wordt «6.3» vervangen door: artikel 6.4.

C. In het derde lid wordt «6.4» vervangen door: artikel 6.3.

IX

In artikel 7.3, tweede lid, wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

X

Artikel 7.4 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het tweede lid wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

B. In het derde lid wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

XI

In artikel 8.2 wordt «Artikel 6.4» vervangen door: Artikel 6.3.

XII

In artikel 9.2, tweede lid, wordt «Artikel 6.4» vervangen door: Artikel 6.3.

XIII

In artikel 20.1, eerste lid, wordt «artikel 6.4» vervangen door: artikel 6.3.

Toelichting

Dit amendement herziet de wijze waarop interconnectie-overeenkomsten moeten worden gedeponeerd. De verplichting gaat verder dan de EU-eisen en is niet in overeenstemming de in het normale handelsverkeer benodigde zorgvuldigheid.

Roethof

Naar boven