25 507
Wijziging van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf teneinde het begunstigingsverbod te doen vervallen

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 1999

In de Nota naar aanleiding van het nader verslag bij het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf teneinde het begunstigingsverbod te doen vervallen (Tweede Kamer 1998–1999, 25 507, nr. 7) is bij de beantwoording van vraag 40 onder meer de werking van de zogenoemde saldomethode bij retourprovisie en bij het verstrekken van cadeaus aan de orde geweest.

In aanvulling en verbetering op de in de beantwoording van vraag 40 gegeven uitleg van de saldomethode merk ik op dat een door de klant betaalde lijfrentepremie tot de waarde van het cadeau (of tot het bedrag van de retourprovisie) inderdaad niet voor aftrek als persoonlijke verplichting in aanmerking komt. Dit brengt echter – anders dan in het antwoord vermeld staat – niet mee dat op grond van de saldomethode de in de toekomst te ontvangen lijfrentetermijnen – in ieder geval – tot de waarde van het cadeau (of tot het bedrag van de retourprovisie) niet tot het inkomen behoren. De in het antwoord gegeven uitleg zou tot gevolg hebben dat de belastingplichtige bij het tot uitkering komen van de verzekering minder te belasten inkomen geniet dan wettelijk is bepaald. Op grond van de in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 vastgelegde saldomethode wordt het inkomen uit de verzekering immers als volgt berekend: verzekeringsuitkering -/- (betaalde premies -/- afgetrokken premies) = inkomen.

Voorbeeld

Betaalde premie 110, retourprovisie 10, verzekeringsuitkering 140.

Volgens de saldomethode moet 140 minus de uiteindelijk betaalde premie 100 (110 – 10) = 40 worden belast. Volgens het in het nader verslag gegeven antwoord zou slechts belast worden 140 – 110 = 30. De retour-provisie wordt voor de toepassing van de saldomethode dan dus eigenlijk aangemerkt als een betaalde premie. Dit is niet de bedoeling. Een retourprovisie is immers per saldo niet door de belastingplichtige betaald.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven