25 479
Financiële verantwoordingen over het jaar 1996

25 485
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 1996 (slotwet)

25 470
Rechtmatigheidsonderzoek 1996

nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 29 september 1997

Inleiding

In vervolg op ons overleg van 10 september 1997 (25 479/25 485/25 470, nr. 37) ga ik in deze brief nader in op de door u gestelde vragen die tijdens het overleg niet afdoende aan de orde zijn geweest. Ik zal de vragen per onderwerp behandelen.

Beantwoording vragen

Reclassering/taakstraffen

De Algemene Rekenkamer meldt dat de producten voor de Reclassering nog niet volledig zijn gedefinieerd. De vraag is of alsdan voor 1997 een goedkeurende accountantsverklaring kan worden verkregen.

In de toelichting van de financiële verantwoording 1996 is opgenomen dat, vooruitlopend op een aanpassing van de Reclasseringsregeling 1995, een overgangsregeling wordt opgesteld die de onvolkomenheden in de invulling van de relatie tussen de omvang van de productie en de hoogte van het subsidiebedrag opheft (zie Algemene Toelichting, paragraaf 9 c, blz. 22).

Terecht merkt de Rekenkamer daarbij op dat er achterstand bestaat in het definitief toekennen van de subsidie 1997, waardoor onduidelijkheid zou kunnen ontstaan voor de Stichting Reclassering Nederland (SRN) voor welke producten zij gesubsidieerd zullen worden.

Voortdurend is met de SRN, de Departementale Accountantsdienst en de externe accountant afgestemd of de overgangsregeling realiseerbaar is voor de SRN.

Daarbij is het zo dat de voorgestelde zes producten onderdeel uitmaken van de subsidietoekenning van de afgelopen jaren en dus ook van de voorlopige toekenning over 1997. In die zin is voor de SRN ook in de overgangsregeling duidelijk welke producten in de subsidietoekenning en -vaststelling bepalend zijn en is bij de SRN de productieregistatie daarop afgestemd.

De registratie en verantwoording van deze zes hoofdproducten door de SRN is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Het ligt dan ook in de verwachting dat op de verantwoording van deze zes producten een goedkeurende accountantsverklaring kan worden verkregen.

Met betrekking tot de vraag wanneer beleidsvoorstellen beschikbaar zijn ten aanzien van de taakstraffen (met het oog op de stagnerende ontwikkeling) kan ik melden dat op dit moment twee sporen zijn te onderscheiden:

– door het bureau Berenschot wordt een onderzoek uitgevoerd naar de knelpunten rond de instroom en verwerking van de taakstraffen;

– de door het kabinet overgenomen aanbevelingen uit het rapport «Substitutie van vrijheidsstraffen door taakstraffen» worden uitgewerkt in een plan van aanpak met concrete vervolgacties.

De uiteindelijke resultaten van voorgenoemde activiteiten worden meegenomen in de begrotingsvoorbereiding 1999.

De in de begroting extra ter beschikking gestelde middelen ad 24 mln. zijn bestemd voor cellen en taakstraffen, in de brede zin van het woord.

Circa 1 mln. was bestemd voor het penitentiair reclasseringswerk, 5 mln. voor de ontwikkeling van taakstraffen voor zwaardere categorieën gedetineerden. Circa 9 mln. was bestemd voor de (gezins)voogdij-instellingen in het kader van de jeugdreclassering. Met de resterende 9 mln. is niet alleen de productie verhoogd maar zijn ook nieuwe taakstrafprojecten ontwikkeld.

De middelen die in 1996 resteerden als gevolg van de onderproductie van taakstraffen zijn aangewend voor een extra investering in de verwerkings-capaciteit van de werkstraffen in verband met de verdere productiegroei in 1997 en volgende jaren.

Slotwet

Diverse budgetten voor overloopverplichtingen zijn verhoogd bij Slotwet. Voorbeelden hiervan zijn de tolkencentra (28,2 mln.), het KLPD (9,4 mln.) en de Raad voor de kinderbescherming (29 mln.).

De verhoging van de verplichtingenbudgetten houden verband met inhaalslagen waarbij verplichtingen eerder zijn aangegaan dan tot nu toe het geval was. Dit betekent dat de betreffende organisaties nog voor de aanvang van het uitvoeringsjaar 1997 zekerheid kregen over de budgetten waarover zij kunnen beschikken.

De mutatie van 2,5 mln. die in de Slotwet is opgenomen voor de IT-organisatie van het KLPD in verband met projecten voor de Nederlandse politie is een technische mutatie. De projecten zijn door de IT-organisatie uitgevoerd ten behoeve van het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat de IT-organisatie hiervoor heeft betaald.

De gerealiseerde uitgaven van de IT-organisatie zijn in verband hiermee aangepast, evenals de ontvangsten.

Crypto

De cryptoproblematiek houdt onder meer in het analyseren van gegevens-(dragers) in het kader van opsporingsactiviteiten.

De ministerraad van 7 juli 1995 is akkoord gegaan met de instelling van een interdepartementaal samenwerkingsverband gericht op de praktische aanpak van de cryptoproblematiek.

De stand van zaken op het terrein van het financieel beheer is dat de AO-procedures binnen Justitie zijn beschreven. Deze worden thans beoordeeld door betrokkenen. Gestreefd wordt een en ander voor 31 december 1997 af te ronden.

De AO-procedures met betrekking tot crypto bij de andere departementen vallen onder verantwoordelijkheid van de desbetreffende ministers.

Onderuitputting milieu-uitgaven Openbaar Ministerie

De onderuitputting is te verklaren doordat de projectgroep zware milieu-criminaliteit niet alle voorziene activiteiten, waaronder het ontwikkelen van een cursus, heeft gerealiseerd in 1996.

Wel is in 1996 de ontwikkeling van de OM-milieukaart ter hand genomen.

Rechtbijstand/draagkracht

De taak van de gemeenten met betrekking tot het vaststellen van de draagkracht betreft het verifieren van de inkomensgegevens op de verklaring van inkomen en vermogen met de daarbij overgelegde originele basisbescheiden zoals de loonstrook en uitkeringsspecificatie e.d. Daarnaast controleert de gemeente de vermelde persoonsgegevens in de gemeentelijke basisadministratie.

In de praktijk blijkt sprake te zijn van een onvoldoende uitvoering bij enkele gemeenten. Er zijn overigens veel gemeenten die deze (wettelijke) taak wel consciëntieus uitvoeren. Momenteel wordt onderzocht of en zo ja, onder welke voorwaarden, de raden deze taken kunnen overnemen.

Door de raden vinden aanvullende controles plaats op basis van met de aanvraag meegezonden afschriften van de loonstrook. Voorts is op grond van een steekproef bij de belastingdienst gebleken dat ten aanzien van slechts een beperkt gedeelte van de inkomensafhankelijke toevoegingsaanvragen geen zekerheid over de juistheid en volledigheid van de verstrekte inkomensgegevens kon worden verkregen. Dit onderzoek dat noodzakelijkerwijze achteraf dient plaats te vinden wordt periodiek herhaald.

Administratieve organisatie IND

De Algemene Rekenkamer heeft opgemerkt dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst nog geen plan van aanpak had opgesteld ten aanzien van de te realiseren verbeteringen op het gebied van de administratieve organisatie.

Inmiddels heeft de IND een werkplan opgesteld ter oplossing van de knelpunten en aandachtspunten zoals die in het accountantsrapport over de financiële verantwoording 1996 zijn opgenomen. Voor elk aandachtspunt is vermeld welke maatregelen de IND zal nemen, inclusief de verantwoordelijkheden en het bijbehorende tijdpad.

In het accountantsrapport inzake de financiele verantwoording over het jaar 1996 van het ministerie van Justitie is evenals in het rapport over 1995 gewezen op de problematiek met betrekking tot het bestaan van onzekerheid ten aanzien van de volledigheid van de ontvangsten uit hoofde van leges. De onzekerheid bedroeg 3,2 mln. op een totaal van 11,1 mln. Het betreft hier leges VTV ( 7,1 mln.) en leges naturalisatie (4,0 mln.). In het begrotingsonderzoek 1995 van 24 oktober 1996 heeft u ook op deze problematiek gewezen.

De oorspronkelijke planning van 1 januari 1997 is niet gehaald mede vanwege het feit dat in 1996 en 1997 prioriteit is gegeven aan de aanpassing van het financiële systeem en de administratieve organisatie aan het baten- en lastensysteem.

De problematiek is in het voorjaar van 1998 opgelost.

Getuigenbescherming

De kosten gemaakt in het kader van getuigenbescherming zijn tot en met de financiële verantwoording 1996 verantwoord onder de post gerechtskosten (art. 06.04).

Vanaf 1997 zijn deze uitgaven geraamd onder de bijzondere uitgaven Politie, onderdeel verbetering recherchefunctie.

Ik hoop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd over de verantwoording 1996 en de voortgang ter zake van de administratieve organisatie.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager