Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 25479 nr. 37 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 25479 nr. 37 |
Vastgesteld 23 oktober 1997
De vaste commissie voor Justitie1 en de commissie voor de Rijksuitgaven2 hebben op 10 september 1997 overleg gevoerd met minister Sorgdrager van Justitie over:
– de financiële verantwoording over het jaar 1996 (Kamerstuk 25 479, nr. 8);
– de Slotwet 1996 (Kamerstuk 25 485);
– het op het ministerie van Justitie betrekking hebbende onderdeel van het rechtmatigheidsonderzoek van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 25 470, nrs. 1–2, blz. 61–81).
Van het gevoerde overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Van Walsem (D66) wees erop dat de Algemene Rekenkamer (ARK) heeft aangekondigd dat zij over het jaar 1997 een bezwaaronderzoek zal uitvoeren naar de bewakingskosten van de luchthavens, omdat het plan voor verbetering onvoldoende resultaat lijkt op te leveren. Hoe staat het met de oplossing van de twintig gesignaleerde knelpunten in fase 2? Wat is de oorzaak van de forse overschrijding van de bewakingskosten mede in verhouding tot de groei van het aantal reizigersbewegingen?
De decentrale diensten van het ministerie van Justitie hebben alle een plan van aanpak opgesteld, behalve de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND). Wat is de oorzaak van deze uitzondering?
Het is verontrustend dat deze dienst en het Korps landelijke politiediensten (KLPD) geen goede prioriteiten hebben gesteld bij de verbetering van de administratieve organisatie (AO). Hij maakte zich verder zorgen over de agentschapstatus van de KLPD. Zou het niet beter zijn de invoering van die status, die is voorzien voor 1 januari 1998, uit te stellen tot de AO op orde is?
De opmerkingen over de Stichting reclassering Nederland (SRN) brachten hem tot de vraag of de reclassering wordt gefinancierd op basis van «outputcijfers». De productiecijfers zijn dermate onbetrouwbaar dat de accountants over 1995 een verklaring met beperking hebben uitgegeven en de verwachting lijkt gerechtvaardigd dat dit ook voor 1996 zal gebeuren. Zijn de producten inmiddels definitief en eenduidig vastgesteld? Wil de minister ingaan op het sanctiebeleid?
Door tekortkomingen in de AO bestaat onzekerheid over een bedrag van 26 mln. in het kader van de plukzewetgeving. Bovendien is het verschil tussen de raming van 35 mln. en de verwachte ontvangsten van 3,8 mln. respectievelijk 5,5 mln. erg groot. Wordt dit veroorzaakt door de onzekerheid over het bedrag van 26 mln.?
De toezegging dat de subsidie voor de tolkencentra zal worden verhoogd, leidt in de praktijk bijna tot verdubbeling van het budget. Had dit niet eerder kunnen worden voorzien?
De heer Van Walsem vroeg een toelichting op de overloopverplichtingen op de post Personeel en materieel KLPD van 9,4 mln. Verder vroeg hij waarom de uitgaven voor de projecten IT-organisatie in dit kader 2,5 mln. hoger zijn dan voorzien.
Hij vroeg of de onderuitputting van het budget NMP/milieu duidt op een lagere prioriteit voor de handhaving van de milieuwetgeving.
Tot slot vroeg hij de minister helderheid te verschaffen over de extra overloopverplichting van 29 mln. voor de Raad voor de kinderbescherming.
De heer O. P. G. Vos (VVD) wees erop dat de informatie die in het kader van de rekeningen aan gemeenteraden wordt voorgelegd, toegankelijker is dan de stukken die het Rijk opstelt. Steeds meer gemeenten gaan ertoe over de doelstellingen van het beleid strak te formuleren, opdat aan de hand daarvan de mate van verwezenlijking kan worden vastgesteld. Een dergelijke inrichting van de rekeningen zou ook op landelijk niveau aanbeveling verdienen. Acht de minister het mogelijk bij de verantwoording over 1997 beter aan te sluiten bij de beleidsvoornemens die in de begroting voor dat jaar zijn geuit? Acht zij het mogelijk de begroting voor 1998 zodanig in te richten dat in de verantwoording een goed beeld kan worden gegeven van de realisatie?
In dit verband vroeg hij verder welke actie wordt ondernomen om de waarde van de kengetallen steviger te verankeren. Het voornemen is erop gericht in de toekomst al in juni van het lopende jaar de rekening te presenteren. Een groepje ministeries zal hiertoe het initiatief nemen. Behoort het ministerie van Justitie tot die groep?
De ARK heeft vorig jaar ernstige kritiek geuit op de inrichting van de AO. De situatie is inmiddels verbeterd, maar nog niet op orde en dat terwijl de inrichting van de AO cruciaal is voor een goede rekening. Omdat dit al jaren een punt van zorg is, vroeg de heer Vos of dit onderwerp ook in de toekomst prioriteit zal houden. Wanneer verwacht de minister dat de AO zodanig op orde is dat de ARK zich van kritiek zal onthouden? Eenderde van alle processen in de AO worden «als meest risicovol» aangeduid. Wat zijn de consequenties van dit predikaat? Hoe groot zijn die risico's in de praktijk?
Voor het financieel beheer van de arrondissementsrechtbanken zijn verbeterplannen gepresenteerd die zich nu in fase 2 bevinden. Zijn die plannen inmiddels uitgevoerd?
Van het aantal geraamde taakstraffen (20 200) is slechts een gedeelte (15 827) gerealiseerd. Hoe kan dit verschil worden verklaard?
Wat zijn de gevolgen van de problemen in de AO van de KLPD? Hebben die gevolgen voor de agentschapstatus? Hoe verloopt de verzelfstandiging van de informatietechnologieafdeling in dit kader? Wat is er gebeurd met het bedrag van 24 mln. dat in 1996 is gereserveerd voor taakstraffen? Hoe hard is de prognose dat het aantal taakstraffen zal doorgroeien tot 26 000?
De heer Vos herhaalde dat de instrumenten voor de controle op de financiële verantwoording verbetering behoeven. Hij suggereerde dat de financiële verantwoording in de toekomst zodanig wordt ingericht dat raming, realisatie en het verschil tussen beide, tegen elkaar worden afgezet. Acht de minister dit op korte termijn mogelijk?
De heer Van Heemst (PvdA) vroeg allereerst welke onderdelen van de financieel administratieve bedrijfsvoering naar het oordeel van de minister moeten worden versterkt of verbeterd.
Verder vroeg hij een toelichting op de opbrengsten van de plukzewetgeving. Hoe zijn de financiële ontwikkelingen? Is er inzicht in de kosten van de organisatie en uitvoering van deze wetgeving? Is er voldoende deskundigheid of kan er voldoende deskundigheid worden ontwikkeld om deze regeling optimaal uit te voeren?
Vervolgens vroeg hij om een karakteristiek en naar de looptijd en kostenraming van het Cryptoproject en de werkelijke uitgaven ten opzichte van de ramingen.
Tot slot vroeg hij of het aangekondigde evaluatieonderzoek van het agentschap IND volgens schema verloopt.
De heer Van de Camp (CDA) vroeg de minister in te gaan op de stand van zaken in de AO.
Hij sloot zich aan bij de vraag naar de kosten van de bewaking van de luchthavens. Een beter financieel beheer kan zijns inziens tot een kostendekkende werkwijze leiden.
De Hoge Raad heeft zich in een arrest uitgesproken over het vraagstuk van de geschatte waarde en de feitelijke opbrengst van de plukzewetgeving. Zal dit met zich meebrengen dat de opbrengsten nog verder afnemen?
Naar aanleiding van de constatering dat circa 100 van de 290 beschreven administratieveorganisatieprocessen risicovol zijn, vroeg hij of dit reden is voor extra controle. Wordt aan deze processen specifiek aandacht besteed binnen de AO?
De beheersstructuur van het Openbaar ministerie zal per 1 augustus 1998 worden gewijzigd. Verlopen de voorbereidingen voor de AO in dit kader volgens schema?
De gemeenten vervullen een rol bij de vaststelling van de draagkracht voor de gefinancierde rechtsbijstand. Hoe verhoudt die inbreng zich tot de afrekening van de kosten en de verantwoordelijkheid van de minister?
De heer Van de Camp vroeg vervolgens of de getuigenbescherming onder de geheime uitgaven valt.
De uitgaven voor «management development» zijn in 1996 verdubbeld. Welke resultaten heeft die forse uitbreiding van het budget opgeleverd?
Hij was verbaasd over het feit dat er geen uitgaven zijn gedaan voor de handhaving van de milieuwetgeving. Hoe kan de minister dit verklaren?
In een persbericht van de ARK wordt gesteld dat de ministeries van Justitie en van Economische Zaken samen de tweede plaats bezetten bij de ontwikkeling van kengetallen. De vraag is echter hoe die voorsprong zich verhoudt tot het feit dat de AO nog niet helemaal op orde is. Tijdens een werkbezoek aan de ARK is opgemerkt dat hier geen directe verbinding mag worden gelegd, maar het is niettemin een opvallend feit. Kan de minister dit toelichten?
Het antwoord van de minister van Justitie
De minister wees erop dat zij bij haar aantreden een organisatie aantrof waarin door een reorganisatie nog geen sprake was van een actuele AO. Het ministerie van Justitie is bovendien van oudsher een ministerie dat beleid en geld slecht met elkaar combineert, ook was er nog niet eens een goedkeurende accountantsverklaring. De huidige tijd waarin op een andere manier uitvoering wordt gegeven aan het beheer, dwingt tot maatregelen. Inmiddels is ongelooflijk veel bereikt. Ook al is de AO nog niet geheel op orde, de motivatie om tot verdere verbetering te komen, is groot. De ARK heeft zich vorig jaar kritisch uitgesproken over de AO en de accountantsdienst (AD). Het rapport over 1996 is op deze punten positiever van toon. Natuurlijk zijn er nog kritiekpunten zoals de reclassering, de KLPD en de luchthavenbewaking, maar zij vond dit minder dramatisch dan kritiek op de gehele AO en de AD. Zij vond het persbericht van de ARK wat somber. De Rekenkamer wekt de indruk dat het ministerie van Justitie nog steeds ernstig tekortschiet. Dat is jammer, want in het afgelopen jaar is veel bereikt, zowel bij de AO als bij de ontwikkeling van kengetallen en de informatievoorziening met behulp waarvan een sturing op gang wordt gebracht die echter nog lang niet volmaakt is. Het systeem moet voortdurend worden onderhouden en verbeterd, opdat het zo inzichtelijk mogelijk wordt. Een vergelijking tussen die moderne technieken en de AO op zich is niet eenvoudig, maar het ministerie van Justitie is hard op weg een moderne organisatie te worden.
De minister onderschreef de wens te komen tot een rekening waaruit onmiddellijk kan worden opgemaakt wat de beleidsvoornemens waren, hoeveel geld ervoor beschikbaar was, wat met dit budget is gedaan en wat van de beleidsvoornemens terecht is gekomen. De huidige presentatie berust op voorschriften van het ministerie van Financiën. Zij zegde toe met de minister van Financiën te spreken over de vraag hoe de Kamer beter inzicht kan worden verschaft.
Het systeem van kengetallen en informatievoorziening moet nog verder worden verbeterd, opdat een heldere sturingslijn ontstaat tussen het centrale ministerie en haar onderdelen. In die systematiek zal duidelijk zichtbaar zijn wanneer wat met de budgetten gebeurt en op welke momenten door het centrale niveau kan of moet worden ingegrepen. Verder verdient evaluatie van het proces van centralisatie en decentralisatie aanbeveling. Zo is de neiging de budgetten voor automatisering te decentraliseren, inmiddels ingehaald door de wetenschap dat koppeling van de verschillende onderdelen niet alleen mogelijk, maar ook noodzakelijk is. Dergelijke ontwikkelingen doen zich ook op andere terreinen voor. Een voortdurend onderhoud van de systemen is daarom geboden. Daarnaast wordt gewerkt aan noties als kostprijsberekening. Het lijkt wat wonderlijk te praten over «producten van Justitie», maar het kan. Met een dergelijk systeem kunnen de werkzaamheden en budgetten beter worden gevolgd en in de hand gehouden.
Volgend jaar zal worden geprobeerd de verantwoording op 1 april in te dienen bij de minister van Financiën in plaats van op 23 april. Stapsgewijs moet het mogelijk zijn tot het optimale moment te komen.
De evaluatie van de IND, het eerste agentschap, is afgerond en is overwegend positief.
De bewakingskosten van de luchthaven zijn aanzienlijk hoger dan in de raming voorzien. Voor de bewaking is een particuliere bewakingsdienst ingehuurd. De kosten stijgen jaarlijks, enerzijds door de toename van het aantal reizigers, anderzijds door de jaarlijkse aanpassing van de vergoeding aan CBS-indexcijfer voor bewakingskosten. Tegenover de kosten staan de opbrengsten uit de beveiligingsheffing die inmiddels is verhoogd van f.6,50 tot f.8. De heffing geldt alleen uit Nederland vertrekkende reizigers; de transitpassagiers, de grootste stroom reizigers, betalen geen heffing. Dit systeem zal in 1997 niet kostendekkend zijn; tegenover een uitgavenpost van 75 mln. wordt een bedrag van 68 mln. aan inkom- stenverwacht. Er is een nieuw beveiligingscontract in voorbereiding en zodra dit van kracht is, zal worden geprobeerd de kosten en uitgaven met elkaar in evenwicht te brengen. In dit contract zullen een betere efficiency en de wijze van financiering een nadrukkelijke plaats krijgen.
De twintig knelpunten in de AO van de beveiliging die in het rapport van 1996 worden opgesomd, worden langs twee wegen opgelost. In de eerste plaats worden onder regie van de directie financieel economische zaken de door de ARK gesignaleerde problemen met de rechtmatigheid van de uitgaven aangepakt. Dit project wordt naar verwachting in oktober a.s. afgerond. Daarna zal ook een interne controle over 1997 worden uitgevoerd. Met hulp van een extern bureau en in overleg met de AD en de marechaussee wordt een controleprogramma opgesteld.
In de tweede plaats zullen de aanbevelingen uit het rapport worden uitgevoerd, in het bijzonder de ontwikkeling van een risicomodel en verbetering van het geautomatiseerd planningssysteem.
De ARK had aanvankelijk nogal wat bezwaar tegen het financieel beheer van de reclassering. Dit bezwaar is niet gehandhaafd, omdat veel verbeteringen in gang zijn gezet. De belangrijkste bezwaren betroffen het sanctiebeleid en de betrouwbaarheid van de productiecijfers. In een programma van maatregelen is per tekortkoming aangegeven hoe en op welke termijn de problemen worden aangepakt. Het sanctiebeleid zal worden vastgelegd in de beleidsregel subsidiëring reclassering Nederland. Verder zal een externe accountant ieder kwartaal de productiecijfers controleren. Naar verwachting zijn alle voornemens op 1 mei 1998 uitgevoerd. De minister zegde toe de overige vragen over de reclassering schriftelijk te beantwoorden.
De raming van het aantal taakstraffen is gebaseerd op prognoses over opgelegde straffen, groei van de criminaliteit, het soort delinquenten en de filosofie dat in beginsel alle straffen korter dan zes maanden taakstraffen zouden moeten zijn. Voor de verwezenlijking van deze raming zijn verschillende factoren verantwoordelijk: het soort delict, de eis van het OM en de uitspraak van de rechter. Het grote verschil tussen raming en werkelijkheid heeft vanzelfsprekend de vraag opgeroepen hoe de prognoses kunnen worden benaderd. Bij het OM wordt erop aangedrongen om waar mogelijk taakstraffen te vragen in plaats van gevangenisstraffen. Verder is in het interdepartementale beleidsonderzoek een aantal vragen geformuleerd dat nader zal worden uitgewerkt, evenals vervolgacties die zullen worden meegenomen bij de voorbereiding van de begroting voor het jaar 1999. Het budget op de begroting voor taakstraffen is besteed aan de werving van projecten, het aanstellen van extra coördinatoren bij de reclassering en anderen die hierbij een taak vervullen, zoals de werkmeesters voor groepsprojecten bij bijvoorbeeld Staatsbosbeheer. Zij zegde toe de besteding van het bedrag van 24 mln. nader te preciseren.
De post getuigenbescherming valt voor de verantwoording 1996 onder de gerechtskosten.
Onder meest risicovolle processen worden processen verstaan die in relatie tot bedrijfsvoering en accountantsverklaring het meest kwetsbaar zijn, maar ook het meest belangrijk. Welke processen daartoe worden gerekend, wordt vastgesteld in overleg tussen de diensten financieel eco- nomische zaken, de departementale AD en het betreffende dienstonder- deel van het bestuursdepartement. Juist omdat dit kwetsbare, belangrijke, risicovolle processen zijn, wordt er dus extra aandacht aan besteed.
De problemen met het financieel beheer van de arrondissementen hangen voor een deel samen met de beheersovergang van het OM en met de AO bij het OM. De aanpassing van de AO met het oog op de beheersovergang per 1 januari 1998 verloopt volgens schema. Verder is een verbetertraject voor de arrondissementen opgezet. De minister wees erop dat het centrale ministerie, ondanks de keuze voor een gedecentraliseerd beheer, toch niet helemaal op afstand kan blijven. De discussie over de vraag wie in de rechterlijke organisatie verantwoording aflegt aan wie en hoe, is een complex proces dat door het centrale ministerie wordt begeleid en in fasen zal verlopen. Deze maand zal een extern bureau een afrondende toets opstellen van de nog resterende punten uit de eerste fase van dit verbetertraject. Deze bevindingen zullen worden gebruikt om erop toe te zien dat de verbeteringen werkelijk worden doorgevoerd.
De KLPD zou oorspronkelijk al op 1 januari 1997 een agentschapstatus krijgen, maar die beslissing is uitgesteld, omdat de AO en het financieel beheer nog teveel mankementen vertoonden. Inmiddels is, ook naar aanleiding van dit uitstel, een verbetertraject ingezet. De ARK heeft haar bezwaar niet doorgezet, juist omdat zij vertrouwen heeft in dit traject. Gedurende de eerste acht maanden van dit jaar zijn de voornemens volgens plan uitgevoerd. Daarom lijkt het verantwoord per 1 januari 1998 de agentschapstatus te verlenen, zij het dat de ontwikkelingen nauwgezet zullen worden gevolgd. Hernieuwd uitstel is bovendien onwenselijk, omdat de organisatie al is opgezet met het oogmerk van een agentschap. De gang van zaken zal steeds worden getoetst. Indien daartoe aanleiding bestaat, zal onmiddellijk worden ingegrepen, maar dit geldt voor alle onderdelen van het ministerie.
De IT-organisatie is nu nog onderdeel van het agentschap KLPD. In samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt nagegaan of die organisatie elders moet worden ondergebracht, wellicht bij dit ministerie.
Dat de raming van de opbrengsten van de plukzewetgeving zo afwijkt van de werkelijke opbrengst kan voor een deel worden verklaard uit het feit dat de opbrengsten wel worden verwerkt in de post boetes en transacties. Door een combinatie van een vonnis wordt bij de arrondissementen niet altijd een uitsplitsing gemaakt, maar hierin komt in de toekomst hopelijk verandering. Anderzijds leggen de rechtbanken dikwijls een boete op waarin de plukzegelden zijn verdisconteerd, omdat het opleggen van een boete een andere, vaak eenvoudiger procedure is dan de plukzeprocedure. De aparte plukzevorderingen verlopen minder goed dan verwacht door de ingewikkeldheid en de lange duur van de procedure. In een arrest van de Hoge Raad wordt de opbrengst op de zwarte markt als leidraad genomen voor de te plukken gelden. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Daarom wordt bezien of en welke consequenties dit arrest heeft voor de wetgeving. De minister beaamde dat het verschil tussen raming en werkelijke opbrengst erg groot is. De raming was waarschijnlijk te optimistisch. Bovendien blijkt het in de praktijk heel lastig wederrechtelijk verkregen goederen te confisqueren. Aan de hand van de evaluatie zal worden nagegaan of de procedure kan en mag worden vereenvoudigd. Aan de andere kant wordt het OM min of meer opgelegd per officier tot een bepaald aantal plukzevorderingen per jaar te komen. Deze «incentive» is bedoeld om het OM ervan te doordringen dat de plukzeprocedure een logische plaats verdient in de behandeling van een zaak. Dit neemt niet weg dat de praktijk weerbarstig is, want bij veel delinquenten zal het weinig zin hebben een vordering in te stellen. De plukzewetgeving is vooral bedoeld voor de wat grotere criminelen, maar die zijn zo inventief in het laten verdwijnen van geld dat het innen ervan een moeizame en langdurige kwestie kan worden. De procedure is bovendien kostbaar. Zij meende niettemin dat dit proces een aantal jaren de kans moet krijgen om zijn nut te bewijzen.
De organisatie van het ministerie noopte tot grote investeringen in het management en leiderschap. Niet alleen door het aantrekken van nieuwe medewerkers, maar ook door een cultuuromslag wordt het ministerie aangepast aan de moderne tijd. «Management development» in de vorm van opleidingen, cursussen en overplaatsingen is daarbij onontbeerlijk. Het budget is hoog, maar de resultaten zijn ernaar.
De minister zegde ten slotte toe de overgebleven vragen schriftelijk te beantwoorden.
Samenstelling: Leden: V. A. M. van der Burg (CDA), voorzitter, Schutte (GPV), Korthals (VVD), Janmaat (CD), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van de Camp (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, M. M. van der Burg (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van Heemst (PvdA), Aiking-van Wageningen (groep-Nijpels), Rabbae (GroenLinks), Koekkoek (CDA), J. M. de Vries (VVD), Van Oven (PvdA), Van der Stoel (VVD), Dittrich (D66), Verhagen (CDA), De Graaf (D66), Rouvoet (RPF), B. M. de Vries (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Van Vliet (D66). Plv. leden: Smits (CDA), Van den Berg (SGP), Van Blerck-Woerdman (VVD), Marijnissen (SP), Bremmer (CDA), Doelman-Pel (CDA), Feenstra (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Rehwinkel (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Apostolou (PvdA), Meyer (groep-Nijpels), Sipkes (GroenLinks), Biesheuvel (CDA), Rijpstra (VVD), Middel (PvdA), Passtoors (VVD), Van Boxtel (D66), Van der Heijden (CDA), Roethof (D66), Leerkes (Unie 55+), Van den Doel (VVD), Weisglas (VVD), De Koning (D66).
Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van Rey (VVD), voorzitter, Terpstra (CDA), Van Gelder (PvdA), Smits (CDA), ondervoorzitter, Reitsma (CDA), Ter Veer (D66), Ybema (D66), Witteveen-Hevinga (PvdA), Hillen (CDA), A. de Jong (PvdA), Leerkes (Unie 55+), Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Noorman-den Uyl (PvdA), Liemburg (PvdA), H. G. J. Kamp (VVD), Zonneveld (CD), Hoogervorst (VVD), Van der Ploeg (PvdA), Bakker (D66), Van Walsem(D66), Hofstra (VVD), Passtoors (VVD), Ten Hoopen (CDA). Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Hessing (VVD), De Haan (CDA), Adelmund (PvdA), Heeringa (CDA), Wolters (CDA), Schimmel (D66), Jeekel (D66), Van Zuijlen (PvdA), G. de Jong (CDA), Van Heemst (PvdA), Van Dijke (RPF), Hendriks, Rosenmöller (GroenLinks), Vliegenthart (PvdA), Van Zijl (PvdA), Remkes (VVD), Marijnissen (SP), B. M. de Vries (VVD), H. Vos (PvdA), Giskes (D66), Assen (CDA), Verbugt (VVD), Klein Molekamp (VVD), Visser-van Doorn (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25479-37.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.