25 478
Vaststelling van nieuwe regels met betrekking tot de (re)integratie van arbeidsgehandicapten (Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten)

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 6 november 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder verlettering van de onderdelen E, F, G, H, I en J tot F, G, H, I, J en K wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

E

Aan artikel 76c wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

i. bij ministeriële regeling te bepalen baten voor het Landelijk instituut sociale verzekeringen, de uitvoeringsinstellingen of de Arbeidsvoorzieningsorganisatie in verband met de overgang van personeel en vermogensbestanddelen naar de Arbeidsvoorzieningsorganisatie voor het verrichten van werkzaamheden gericht op de bevordering van inschakeling in de arbeid van arbeidsgehandicapten in de zin van artikel 2 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.

b. In het tot F verletterde onderdeel wordt aan artikel 76d, eerste lid, onder vervanging van de punt door een puntkomma een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

h. bij ministeriële regeling te bepalen kosten in verband met de overgang van personeel en vermogensbestanddelen naar de Arbeidsvoorzieningsorganisatie voor het verrichten van werkzaamheden gericht op de bevordering van inschakeling in de arbeid van arbeidsgehandicapten in de zin van artikel 2 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.

c. In het tot H verletterde onderdeel wordt artikel 77b als volgt gewijzigd:

1. «loonsom» wordt telkens vervangen door «premieplichtige loonsom».

2. Het zesde lid vervalt.

d. In het tot I verletterde onderdeel wordt artikel 77c als volgt gewijzigd:

1. «loonsom» wordt telkens vervangen door «premieplichtige loonsom» en «tweederde van de netto toegevoegde waarde» wordt telkens vervangen door: de netto toegevoegde waarde.

2. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

De netto toegevoegde waarde, bedoeld in de eerste zin, wordt jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld op een percentage van de omzet die met de opdrachten is gemoeid, welk percentage verschillend kan worden vastgesteld afhankelijk van de aard van de opdracht en de omstandigheden waaronder die wordt uitgevoerd.

e. In het tot J verletterde onderdeel wordt artikel 77d als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «arbeidsgehandicapte werknemers als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in dienst heeft» wordt vervangen door: werknemers in dienst heeft die arbeidsgehandicapte zijn als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.

2. «loonsom» wordt vervangen door: premieplichtige loonsom.

3. «tweederde van de netto toegevoegde waarde» wordt vervangen door: de netto toegevoegde waarde.

B

Aan artikel 75 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

4. Ten laste van het Reïntegratiefonds kunnen komen bij ministeriële regeling te bepalen kosten verband houdende met de invoering van deze wet, die betrekking hebben op:

a. de taakuitoefening door het Landelijk instituut sociale verzekering op grond van artikel 75c;

b. voor de datum van inwerkingtreding door het Landelijk instituut sociale verzekeringen op grond van artikel 16, tweede lid, van de Wet arbeid gehandicapte werknemers gestarte taakuitoefening, die na de datum van inwerkingtreding van deze wet nog voortduurt.

C

Na artikel 75b wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 75c. Overgangsbepaling arbeidstoeleidingstaken

1. In verband met de intrekking van de Wet arbeid gehandicapte werknemers kan met het oog op een goede overgang van taken van het Landelijk instituut sociale verzekeringen naar gemeenten en de Arbeidsvoorzieningsorganisatie bij ministeriële regeling worden bepaald, dat de taakuitoefening van het Landelijk instituut sociale verzekeringen op grond van deze wet zich mede uitstrekt tot de bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces van arbeidsgehandicapten als bedoeld in artikel 12 en 13, voor wie voor de datum van inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 16, tweede en derde lid, van de Wet arbeid gehandicapte werknemers een aanvang is gemaakt met arbeidsbemiddeling.

2. In de ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, kan worden bepaald in hoeverre uitoefening van de taak van het Landelijk instituut sociale verzekeringen zich uitstrekt tot het verstrekken van instrumenten als bedoeld in deze wet door dit instituut in plaats van door de gemeenten of de Arbeidsvoorzieningsorganisatie.

Toelichting

Onderdelen A (onder a en b), B en C

Deze wijzigingen hebben alle betrekking op de overgangssituatie. De intrekking van de Wet arbeid gehandicapte werknemers (WAGW) heeft tot gevolg, dat er wijzigingen optreden in de verantwoordelijkheid voor de arbeidsbemiddeling van arbeidsgehandicapten en ook in de organen die de arbeidsbemiddeling daadwerkelijk uitvoeren. Op dit moment is het Lisv verantwoordelijk voor de arbeidsbemiddeling van alle arbeidsgehandicapten. De uitvoering geschiedt voornamelijk door GAK Arbeidsintegratie (GAK AI), een onderdeel van de uvi Gak Nederland B.V.. Na inwerkingtreding van het voorliggende wetsvoorstel wordt de taak van het Lisv in die zin beperkt, dat Arbeidsvoorziening bij uitsluiting verantwoordelijk wordt voor de basisdienstverlening aan alle arbeidsgehandicapten, terwijl de gemeenten respectievelijk Arbeidsvoorziening verantwoordelijk worden voor de reïntegratie van arbeidsgehandicapten met louter een sociale voorziening respectievelijk louter een ANW-uitkering of zonder uitkering. De daadwerkelijke uitvoering zal voor alle arbeidsgehandicapten in ieder geval de eerste tijd grotendeels door Arbeidsvoorziening gaan plaatsvinden. Hiertoe dient GAK AI zo volledig mogelijk over te gaan naar Arbeidsvoorziening. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op beide omstandigheden: verantwoordelijkheid en daadwerkelijke uitvoering.

In onderdeel C is een overgangsbepaling opgenomen op grond waarvan kan worden bepaald, dat arbeidstoeleidingstrajecten, die voor inwerkingtreding van het voorliggende wetsvoorstel door het Lisv zijn gestart en betrekking hebben op arbeidsgehandicapten die wat betreft de nieuwe verantwoordelijkheidslijnen behoren tot de verantwoordelijkheid van gemeenten dan wel de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, toch nog worden voortgezet onder verantwoordelijkheid van het Lisv. Aldus kan worden voorkomen dat de reïntegratieverantwoordelijke halverwege een arbeidstoeleidingstraject wijzigt (hetgeen risico's met zich zou brengen voor de naadloze voortgang van zo'n traject). Daarbij wordt in het tweede lid van dit nieuw in te voegen artikel 75c ook mogelijk gemaakt, dat het Lisv voor dezelfde arbeidsgehandicapten ook instrumenten verstrekt. In welke mate deze overgangsbepaling noodzakelijk zal zijn, kan nog niet geheel worden voorzien. Hiertoe zal overleg met de betrokken uitvoeringsorganisaties plaatsvinden. Vandaar dat e.e.a. nader zal worden uitgewerkt in een ministeriële regeling. In onderdeel B wordt in het nieuw toe te voegen artikellid in artikel 75 mogelijk gemaakt, dat de kosten van het Lisv, die voortvloeien uit dit artikel 75c, ten laste van het Reïntegratiefonds kunnen worden gebracht (onderdeel a). Daarnaast wordt geregeld, dat reeds voor de inwerkingtreding van deze wet in gang gezette arbeidstoeleidingstrajecten, voorzover ze na de datum van inwerkingtreding van deze wet nog declarabel zijn ten laste van het Reïntegratiefonds kunnen worden gebracht (het nieuwe onderdeel b in dit vierde lid van artikel 75).

De wijziging in onderdeel A, onder a en b, heeft betrekking op de overgang van de uitvoeringswerkzaamheden. Deze werkzaamheden worden nu vooral door GAK AI verricht. Zoals boven reeds aangegeven, dient GAK AI over te gaan naar de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. Deze overgang kan tot gevolg hebben dat de Arbeidsvoorzieningsorganisatie of het GAK – en mogelijkerwijs ook de andere uitvoeringsinstellingen of het Lisv, hoewel dit op dit moment niet wordt voorzien – een financieel voordeel of nadeel leidt. In dit onderdeel wordt erin voorzien, dat deze eventuele baten (overschotten) of kosten ten gunste of ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds kunnen worden gebracht.

Onderdeel A (onder c tot en met e)

Het vervangen van «loonsom» door «premieplichtige loonsom» in de in de tot H, I en J verletterde onderdelen voorgestelde artikelen 77b, 77c en 77d van de WAO houdt verband met het volgende. In de premievrijstellings- en premiekortingsregeling zijn loon en loonsom kernbegrippen: premievrijstelling en premiekorting worden verleend over het loon van arbeidsgehandicapte werknemers en andere werknemers. Om in aanmerking te komen voor premievrijstelling of premiekorting dient het loon van arbeidsgehandicapten een bepaald percentage te bedragen van de totale loonsom van de werkgever. Het gaat hierbij om loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen (CSV). Premievrijstelling en premiekorting worden verleend over het premieplichtig loon. Vanwege de consistentie hiermee dient ook bij het bezien of het loon van arbeidsgehandicapten een bepaald percentage uitmaakt van de totale loonsom, het premieplichtig loon en de totale premieplichtige loonsom in aanmerking te worden genomen.

Het vervangen «tweederde van de netto toegevoegde waarde» door «de netto toegevoegde waarde» in de in de onderdelen I en J voorgestelde artikelen 77c en 77d van de WAO en de toevoeging van een zin aan het eerste lid van artikel 77c van de WAO houden enerzijds verband met toespitsing op het begrip netto toegevoegde waarde, zoals dat in het kader van de EG-richtlijnen voor de jaarverslaglegging wordt gebezigd, en anderzijds met de wens een zo eenvoudig mogelijk uit te voeren regeling tot stand te brengen.

De netto toegevoegde waarde opgevat volgens de definitie in de EG-richtlijnen maakt de correctie met een factor tweederde overbodig. Uitgangspunt blijft dat de netto toegevoegde waarde van WSW-opdrachten als benadering geldt van het loonsom-equivalent van die opdrachten. Het probleem is hier hoe de netto toegevoegde waarde – opgevat volgens de definitie in de EG-richtlijnen – af te leiden van de toegevoegde waarde zoals dat begrip in WSW-verband wordt gebezigd. In plaats van WSW-bedrijven voor elke order die zij uitvoeren de netto toegevoegde waarde te laten berekenen en te specificeren op de factuur is er voor een landelijk uniforme benadering gekozen. Bij deze benadering wordt de netto toegevoegde waarde uitgedrukt als een vast percentage van de omzet die de opdracht vertegenwoordigt. Dit percentage wordt jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld op basis van landelijke realisaties van alle WSW-bedrijven tezamen.

Naast eenvoud is het kenmerk van deze regeling dat niet gedifferentieerd wordt naar WSW-bedrijven met een hoge en WSW-bedrijven met een lagere productiviteit.

Onderscheid moet worden gemaakt tussen WSW-opdrachten in de zin van het plaatsen van orders en contracten met de sociale werkvoorziening die bestaan uit het inhuren van WSW-personeel. Omdat de afleiding van de netto toegevoegde waarde voor het ene soort opdrachten verschilt van het andere is de mogelijkheid van verschillende afleidingspercentages open gehouden.

Aangezien het percentage vóór het begin van het jaar, waarvoor het percentage geldt, moet zijn vastgesteld, vindt vaststelling voor het jaar t plaats in het jaar t-1. De laatst bekende realisatiecijfers betreffen op dat moment het jaar t-2, zodat op basis daarvan het percentage vastgesteld wordt.

De wijziging in onderdeel H, onder 2, betreffende het vervallen van het zesde lid van artikel 77b van de WAO is van technische aard. Het desbetreffende artikellid is overbodig geworden nu in artikel 2 van het onderhavige wetsvoorstel bepaald is, dat werknemers in de zin van de WSW niet als arbeidsgehandicapte worden aangemerkt.

De wijziging in onderdeel J, onder 1, is van redactionele aard en behoeft geen verdere toelichting.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F. H. G. de Grave

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven