B
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 4 augustus
1997 en het nader rapport d.d. 6 augustus 1997, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Justitie. Het advies van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 30 juli 1997, no.97.003657, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting tot wijziging
van het Wetboek van Strafrecht, de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige
rechten met het oog op de aanpassing van enkele strafbepalingen in verband
met de verordening (EG) nr.3295/94 van de Raad van de Europese Unie van 22
december 1994 tot vaststelling van maatregelen om het in het vrije verkeer
brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling
van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te verbieden (PbEG L 341)
en de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, Bijlage
1C, Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trb.1995,
130).
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 30 juli 1997,
nr. 97.003657, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake
bovenvermeld voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 4 augustus 1997, nr. W03.97.0282., bied ik U hierbij
aan.
1. In paragraaf 3.3 van de memorie van toelichting (Artikel I, artikel
337, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht) wordt een verband gelegd
met het begrip «stelselmatigheid». Volgens de toelichting strekt
het nieuwe tweede lid ertoe de strafmaat te verhogen voor de gevallen waarin
het delict stelselmatig wordt gepleegd. Van stelselmatigheid kan volgens de
toelichting worden gesproken wanneer sprake is van het beroeps- of bedrijfsmatig
plegen van deze delicten. De Raad van State wijst erop dat door het gebruik
van het begrip stelselmatigheid in de memorie van toelichting verwarring kan
ontstaan omdat de bepaling een ruimere strekking wordt toegedicht dan gelet
op de bewoordingen van artikel 31b van de Auteurswet 1912, respectievelijk
artikel 23 van de Wet op de naburige rechten mogelijk is. Het tweede lid heeft
slechts betrekking op het beroeps- of bedrijfsmatig uitoefenen van het bedoelde
delict; een opzet die aansluit bij artikel 61 van de op 15 april 1994 te Marrakesh
totstandgekomen Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele
eigendom (Trb.1995, 130) («op commerciële schaal»). Gelet
op deze ongewenste effecten adviseert de Raad van het gebruik van de term
stelselmatigheid in de memorie van toelichting af te zien.
1. De opmerkingen van de Raad van State hebben geleid tot wijziging van
paragraaf 3.3 van de memorie van toelichting. De paragraaf is gedeeltelijk
herschreven teneinde eventuele verwarring over de reikwijdte van het voorgestelde
tweede lid van artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht te voorkomen. Conform
het advies van de Raad van State is daarbij het gebruik van het woord «stelselmatig»
vermeden.
2. In paragraaf 3.1 van de memorie van toelichting (Artikel I, artikel
337, van het Wetboek van Strafrecht) is ten onrechte aangegeven dat in de
memorie van toelichting op het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek
van Strafrecht inzake algemene strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen
(kamerstukken II 1990/91, 22 268, nr. 3, blz. 18) een verklaring wordt
gegeven van het begrip «uitvoeren». In de bedoelde passage komen
slechts de begrippen invoeren en doorvoeren aan de orde. De Raad adviseert
de memorie van toelichting op dit punt aan te passen.
2. Overeenkomstig het advies van de Raad van State is de passage in paragraaf
3.1 van de memorie van toelichting betreffende de voorgestelde begrippen «invoeren»,
«doorvoeren» en «uitvoeren» aangepast. De door de
Raad geconstateerde onjuiste voorstelling van zaken, inhoudende dat de memorie
van toelichting op het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van
Strafrecht inzake de strafbaarheid van voorbereidingshandelingen (kamerstukken
II 1990/91, 22 268, nr. 3, blz. 18) uitleg geeft over het begrip «uitvoeren»,
is rechtgezet.
3. Voor enkele redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de
bij het advies behorende bijlage.
3. De door de Raad gemaakte redactionele kanttekeningen zijn in de memorie
van toelichting verwerkt.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht
zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 4 augustus 1997, no.W03.97.0282,
met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.
– De in de memorie van toelichting veelvuldig gebruikte afkorting
«TRIPS's» de eerste keer voorzien van een voluit geschreven verklaring:
Trade related aspects of intellectual property rights.
– In paragraaf 4 van de memorie van toelichting de vindplaatsen
aangeven van de door de Economische Controledienst en de door de BUMA/STEMRA
ter beschikking gestelde informatie.