25 474
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige rechten met het oog op de aanpassing van enkele strafbepalingen in verband met de verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1994 tot vaststelling van maatregelen om het in het vrije verkeer brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te verbieden (PbEG L342) en de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, Bijlage 1C, Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trb. 1995, 130)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

1. In de derde volzin van de tweede alinea van paragraaf 1 ontbrak de bijzin «zijnde een afkorting van de Engelse benaming van het verdrag (Trade related aspects of intellectual property rights)».

2. De tweede zin van de zesde alinea van paragraaf 3.1 luidde als volgt:

«Blijkens de memorie van toelichting van de wijziging van het Wetboek van Strafrecht betreffende de algemene strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen (kamerstukken II 1990/91, 22 268, nr. 3) duiden de begrippen «invoeren», «doorvoeren» en «uitvoeren» op het binnen, respectievelijk door, dan wel buiten het grondgebied van Nederland brengen».

3. De derde zin van de zesde alinea van paragraaf 3.1 ontbrak.

4. Het opschrift van paragraaf 3.3 luidde:

«Verhoging van strafmaat bij het stelselmatig plegen van artikel 337 WSr».

5. De tekst van de eerste alinea van paragraaf 3.3 luidde als volgt:

«Artikel I voegt onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid een nieuw tweede lid aan artikel 337 toe. Het nieuwe tweede lid strekt ertoe de strafmaat van het delict van artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht te verhogen voor de gevallen waarin het delict stelselmatig wordt gepleegd. Van stelselmatigheid kan worden gesproken wanneer sprake is van het beroeps- of bedrijfsmatig plegen van deze delicten. De verhoging van de strafmaat wordt voorgesteld in verband met artikel 61 van het TRIPS's-verdrag en artikel 11 van de piraterij-Vo. Beide artikelen sporen aan om te voorzien in strenge en ontmoedigende sancties. Met het oog daarop bevat het nieuwe tweede lid van artikel 337 een strafmaat voor stelselmatig gepleegde namaak van door merk-, tekening- of modelrechten beschermde goederen, die overeenkomt met de straffen die opgelegd kunnen worden in geval van stelselmatig plegen van misdrijven waarbij sprake is van een inbreuk op een auteursrecht of een naburig recht (artikel 31b van de Auteurswet 1912, respectievelijk artikel 23 van de Wet op de naburige rechten). Voor het gebruik van de begrippen ter aanduiding van het stelselmatig karakter is overigens ook aansluiting gezocht bij laatstgenoemde bepalingen (zie ook: memorie van toelichting van de wijziging van de Auteurswet 1912 in verband met de bestrijding van piraterij van auteursrechtelijk beschermde werken, kamerstukken II 1986/87, 19 921, nr. 3, blz.13). Als gevolg van de hier voorgestelde verhoging van de strafmaat is in geval van een verdenking voorlopige hechtenis toegelaten en kunnen opsporingsambtenaren de daarmee verbonden dwangmiddelen toepassen».

6. De tweede en derde zin van de eerste alinea van paragraaf 4 luidden:

«Uit informatie van de Economische Controledienst blijkt dat met de huidige personele bezetting geen verandering zal optreden in de capaciteit om jaarlijks vijf à tien grote onderzoeken te verrichten naar professionele handel in nagemaakte of door piraterij verkregen goederen. Ook voor de opsporingsdienst BUMA/STEMRA geldt dat de voorgestelde wijzigingen naar alle waarschijnlijkheid niet zullen leiden tot een stijging van het aantal in behandeling te nemen zaken».

7. De eerste zin van de tweede alinea van paragraaf 4 luidde als volgt:

«De voorgestelde wijziging betreffende de verhoging van de strafmaat voor de gevallen waarin het delict van artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht stelselmatig wordt gepleegd, zal geen werklastverzwaring teweegbrengen».

Naar boven