25 444
Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met een aanpassing van de procedure tot benoeming van de burgemeester en de commissaris van de Koning

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID SCHUTTE

Ontvangen 21 augustus 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel A, wordt gewijzigd als volgt:

I

In artikel 61 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.

B. In het vijfde lid vervalt na «gegeven» de volgende zinsnede: , of, indien een raadplegend referendum ten behoeve van de aanbeveling inzake de benoeming is gehouden, binnen een maand nadat het raadplegend referendum is gehouden.

II

In het derde lid van artikel 61c vervalt de tweede volzin.

Toelichting

Het amendement beoogt de bij nota van wijziging (nr. 6) toegevoegde mogelijkheid van een raadplegend referendum te doen vervallen. De argumentatie hiervoor is helder weergegeven in het advies van de staatscommissie-Elzinga: het raadplegend burgemeestersreferendum is ten principale op generlei wijze geschikt en gepast voor de aanstelling van de burgemeester.

Schutte

Naar boven