25 437
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

nr. 62
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2008

In het Algemeen Overleg van de VC Justitie van donderdag 19 juni jl. met de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn door de heer de Wit (SP) vragen gesteld over het voorwaardenpakket inzake de fiscale afhandeling van prostitutiearbeid en door de heer Teeven (VVD) over de informatieuitwisseling tussen de Belastingdienst en de politie Amsterdam.

Vraag de heer de Wit

De vraagstelling was in het bijzonder gericht op de mate waarin het zogenoemde voorwaardenpakket door de medewerkers in de prostitutiebranche aanvaard zou zijn.

Achtergrond en korte schets voorwaardenpakket

Bevindingen van de Belastingdienst hebben uitgewezen dat in het overgrote deel van de arbeidsrelaties met medewerkers in deze branche sprake is van loondienst. Door exploitanten wordt echter meestal het standpunt ingenomen dat geen sprake is van loondienst. Dit leidt tot veel procedures. Het standpunt van de Belastingdienst is echter in diverse procedures bevestigd. Door veel medewerkers in de branche wordt de loondienstsituatie niet als de meest gewenste situatie gezien. Om hieraan tegemoet te komen en tegelijkertijd de handhaving in de branche te verbeteren is door de Belastingdienst het zogenoemde voorwaardenpakket opgesteld.

Het voorwaardenpakket omvat afspraken over de verhouding medewerker-exploitant en een regeling van de fiscale verplichtingen inzake omzetbelasting, en loon-/inkomstenbelasting.

In de relatie medewerker-exploitant geldt onder meer dat medewerkers zonder opgaaf van redenen klanten mogen weigeren, niet verplicht zijn mee te drinken of te animeren, een inkomstenoverzicht verkrijgen, zelf hun kledingkeuze mogen bepalen enz.

De fiscale verplichtingen worden op grond van het voorwaardenpakket afgehandeld via de administratie van de exploitant. De heffing van de verschuldigde belasting over de inkomsten van de medewerker gebeurt via de wettelijke regeling «opting-in», een al bestaande regeling volgens artikel 4f Wet op de loonbelasting 1964; de verschuldigde inkomstenbelasting wordt dan al via loonheffing ingehouden op de verdiensten. De verschuldigde omzetbelasting wordt via aangifte van de exploitant gedaan.

De medewerkers hebben zodoende van de fiscale afhandeling geen verdere (administratieve) last. Het moeten voldoen aan allerlei (administratieve) verplichtingen is juist een belangrijk bezwaar van de medewerkers in de branche om als echte zelfstandig ondernemer in fiscale zin te werken. In de situatie van het voorwaardenpakket krijgen de medewerkers van de exploitant uiteindelijk een netto bedrag in handen waar alle verschuldigde belastingen al van betaald zijn. Het voorwaardenpakket beoogt zo recht te doen aan de wensen van de medewerkers en geeft hen een meer zelfstandige positie. Hierbij is geen sprake van loondienst of van zelfstandig ondernemerschap, maar van resultaat uit overige werkzaamheden.

Totstandkoming voorwaardenpakket

Bij de totstandkoming van het voorwaardenpakket zijn zowel vertegenwoordigers van de exploitanten (de VER en Excellent) als die van de medewerkers (via ondermeer de Rode Draad, het Prostitutie Informatie Centrum en SOA/AIDS Nederland) betrokken geweest. Ook andere deskundigen op het gebied van prostitutie en/of arbeidsrecht zijn geraadpleegd. Deze deskundigen hebben de hiervoor genoemde organisaties ook geadviseerd. De betrokkenen hebben direct inbreng gehad bij het opstellen van het voorwaardenpakket. Dit heeft er toe geleid dat naast de loondienstsituatie, die zich naar bevindingen van Belastingdienst in het overgrote deel van de gevallen voordoet, het voorwaardenpakket is gekomen. Zo is er een alternatief voor de minder gewenste situatie van loondienst. De medewerkers zijn hiermee tegemoet gekomen en er is de gewenste duidelijkheid.

Ik meen dan ook dat bij het opstellen van het pakket, op voorhand al voor voldoende draagvlak is gezorgd.

Acceptatie pakket

Zoals hierboven aangegeven is het voorwaardenpakket mede totstandgekomen met inbreng van vertegenwoordigers van de medewerkers. Dit om een zo groot mogelijke acceptatie te bereiken.

Op dit moment is mij slechts 1 klacht bekend over het voorwaardenpakket. Via het Prostitutie Informatie Centrum zijn wel meer meldingen van medewerkers binnengekomen maar deze zijn vooral vragen om meer informatie of uitleg van het voorwaardenpakket. Deze vragen worden door de vertegenwoordigende organisaties, in samenwerking met de Belastingdienst, zo goed mogelijk beantwoord. Ook de informatiebrochure geeft de medewerkers meer inzicht in het voorwaardenpakket. Deze brochure is via de voornoemde vertegenwoordigende organisaties van medewerkers verspreid en is ook via de website van de Belastingdienst te downloaden.

Na een voorlichtingsronde door de Belastingdienst over het voorwaardenpakket is aan de exploitanten gevraagd een keuze te maken. Van de 541 aangeschreven exploitanten hebben 270 al aangegeven het voorwaardenpakket te willen gaan toepassen en hebben 26 exploitanten aangegeven loondienst te gaan toepassen. Twaalf exploitanten hebben aangegeven geen keuze te zullen maken. In de overige gevallen is bijvoorbeeld aangegeven dat men het bedrijf heeft gestaakt of dat men nog nadere informatie wil alvorens een keuze te maken.

Ik zie in deze cijfers, met het hierboven aangegeven geringe aantal klachten, een duidelijke bevestiging van de beleidsmatig gemaakte keuze van aanpak en de aanvaarding van het voorwaardenpakket.

Vraag de heer Teeven

Gevraagd is naar de wijze waarop samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de Belastingdienst en de politie Amsterdam verloopt. De samenwerking tussen diverse handhavingsorganisaties verloopt naar mijn mening goed. De samenwerking is vastgelegd in convenanten, laatstelijk nog voor het zogeheten Emergo-project. Op verzoek van convenantpartners verstrekt de Belastingdienst de benodigde informatie. Mede op basis daarvan worden door de handhavingsorganisaties gezamenlijke acties gehouden welke positieve resultaten hebben gehad.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven