25 437
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

nr. 55
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2008

Op 25 januari 2008 en op 29 februari 2008 (08-Just-B-004 en 08-Just-B-015) heeft u verzocht om een (uitgewerkte) kabinetsreactie op de tweede evaluatie opheffing bordeelverbod (25 437, nr. 54). Mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bericht ik u hierover het volgende.

Een eerste uitwerking van het coalitieakkoord en het beleidsprogramma en tevens een kabinetsreactie op de tweede evaluatie opheffing bordeelverbod is opgenomen in de aan uw Kamer gezonden brief «Naar een veiliger samenleving»1. Daarnaast wordt momenteel door mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in samenwerking met mij, een kaderwet vergunningen prostitutie voorbereid. Bij dit wetsvoorstel worden de uitkomsten van de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod meegenomen. Ruim vóór het Algemeen Overleg opheffing bordeelverbod op 17 juni 2008 zal ik, samen met mijn collega bewindslieden van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, u een brief sturen met nadere informatie omtrent de stand van zaken bij de ontwikkeling en uitwerking van het prostitutiebeleid, waaronder de inhoud en het proces van de ontwerp-kaderwet vergunningen prostitutie. Daarbij zal ook nader ingegaan worden op aangenomen moties. Overigens vraag ik wel uw aandacht voor het feit dat het wetgevingsproces omtrent de kaderwetgeving momenteel in volle gang is. Dit zal tot gevolg hebben dat er in de te sturen brief uitgangspunten voor de kaderwet genoemd kunnen worden maar dat het kabinet u nog niet de precieze inhoud van de kaderwet voor zal kunnen leggen. Deze inhoud zal in de vorm van de indiening van het wetsvoorstel voor het eind van 2008 aan uw Kamer bekend worden gemaakt.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 28 684, nr. 119

Naar boven