25 437
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

nr. 38
MOTIE VAN DE LEDEN DE PATER-VAN DER MEER EN GRIFFITH

Voorgesteld 25 november 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in de prostitutiebranche grote onduidelijkheid bestaat over de arbeidsrelatie tussen prostituee en exploitant;

overwegende, dat het wenselijk is voor de gehele prostitutiebranche, hanteerbare, eenduidige criteria te formuleren voor zowel de zelfstandig ondernemers (m/v) als de werknemers (m/v) en exploitanten;

verzoekt de regering in overleg met de belastingdienst, UWV en andere betrokken partijen, voor 1 april 2004 aan te geven welke maatregelen nodig zijn om de gewenste duidelijkheid met betrekking tot de arbeidsrelatie te creëren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De Pater-van der Meer

Griffith

Naar boven