25 437
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

nr. 36
MOTIE VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Voorgesteld 25 november 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat bij de evaluatie van de opheffing van het algemeen bordeelverbod veel knelpunten zijn gebleken in het bereiken van:

– het ontvlechten van prostitutie en criminele randverschijnselen;

– het verbeteren van de bestrijding van onvrijwillige prostitutie;

– het beschermen van minderjarigen tegen seksueel misbruik in de prostitutiebranche;

overwegende, dat de samenhangende en omvangrijke handhavingsinspanning noodzakelijk is om de gestelde doelen naderbij te brengen;

overwegende, dat de regering heeft aangegeven dat een intensivering van de opsporing en vervolging zal plaatsvinden;

verzoekt de regering uiterlijk 1 juni 2004 de Kamer te informeren over de wijze waarop die handhavinginspanningen hun beslag hebben gekregen, en tot welke resultaten dit heeft geleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Staaij

Rouvoet

De Pater-van der Meer

Naar boven