25 434 Structuurversterking filmindustrie

Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2015

Hierbij bied ik u de eindrapportage aan van het project Beelden voor de Toekomst1. Deze eindrapportage bestaat uit een inhoudelijke eindpublicatie «Beelden van het verleden» en het rapport «Zelfevaluatie Beelden voor de Toekomst». Het project Beelden voor de Toekomst is eind 2014 succesvol afgerond. Met deze brief informeer ik u over de resultaten en de belangrijkste lessen van het project.

Terugblik op het project

In de archieven van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Eye Film Instituut Nederland en het Nationaal Archief wordt de audiovisuele geschiedenis van Nederland opgeslagen. Samen met stichting Kennisland vormden deze drie organisaties de partners in het consortium van Beelden voor de Toekomst.2 Het belangrijkste doel van het project bij de start in 2007 was het «redden» van deze audiovisuele geschiedenis van Nederland en deze toegankelijk te maken voor verrijking en hergebruik door het publiek, het onderwijs, culturele instellingen en overige partijen. Het redden van het erfgoed ging bijvoorbeeld over gevoelige nitraat- en acetaatfilms die bestaan uit licht ontvlambaar en kwetsbaar materiaal. Het doel van het project was niet alleen het restaureren en conserveren van deze kwetsbare collectie maar vooral ook het digitaliseren en toegankelijk maken van deze collectie. Met een uiteindelijke projectbegroting van ruim € 120 miljoen, voornamelijk gefinancierd uit FES-middelen, werd Beelden voor de Toekomst een van de grootste digitaliseringsprojecten in Nederland en misschien wel in de wereld.3

Tussenevaluatie

Op 30 november 2010 heeft de toenmalige Staatssecretaris van OCW u een brief gestuurd met een uitgebreide tussentijdse evaluatie van dit project.4 De tussenevaluatie wees uit dat het project qua resultaten goed op schema lag maar dat de geplande terugverdienverplichting van de investering niet realistisch bleek.5 Er zijn daarom aanbevelingen gedaan op het gebied van bijstelling van de terugverdienverplichting, de aansturing en uitvoering van het project en over een goede zelfevaluatie. In de bijlage is een overzicht van deze aanbevelingen weergegeven alsmede wat hier in het project mee is gedaan.

Mede op basis van deze tussenevaluatie heeft de toenmalige Staatssecretaris besloten het project financieel neerwaarts bij te stellen. De oorspronkelijke projectbegroting bedroeg € 173 miljoen. Deze is in 2011 bijgesteld naar € 121,6 miljoen, waarvan € 3,7 miljoen gefinancierd uit eigen inkomsten van de consortiumpartners, € 92,9 miljoen netto subsidie uit FES-middelen en € 25 miljoen subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Belangrijkste resultaten

De belangrijkste doelstelling van het project was het conserveren, digitaliseren en beschikbaar en toegankelijk maken van een kerncollectie uit het Nederlandse audiovisuele erfgoed. Daarnaast kende het project een aantal afgeleide doelstellingen zoals het rechtenvrij (of onder heldere licentie) beschikbaar maken van digitaal audiovisueel erfgoed, het ontwikkelen van een distributie-infrastructuur en het ontwikkelen van nieuwe audiovisuele diensten voor de educatieve sector, erfgoedinstellingen, de creatieve industrie en de samenleving.

Zowel de inhoudelijke eindpublicatie «Beelden van het verleden» als het rapport «Zelfevaluatie Beelden voor de Toekomst» beschrijven uitvoerig de resultaten die dit project heeft opgeleverd. In onderstaande tabel zijn de kwantitatieve resultaten van het programma samengevat:

 

Meerjarenbegroting

2007–2014

Meerjarenbegroting

Bijgesteld

Realisatie

2007–2014

Video en film (uur)

159.710

113.269

138.932

Audio

(uur)

123.900

98.734

165.444

Foto’s

(aantal)

2.900.000

2.500.000

2.418.872

Deze cijfers laten zien dat het project kwantitatief een groot succes is geweest. De meeste doelstellingen zijn behaald en er is een grote hoeveelheid audiovisueel erfgoedobjecten gerestaureerd, geconserveerd en gedigitaliseerd. Het gaat bijvoorbeeld om de vroegste Nederlandse cinema, polygoonjournaals en belangrijke foto’s uit de vroege Nederlandse geschiedenis.

Niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief zijn er belangrijke resultaten geboekt. Door de consortiumpartijen is waardevolle kennis en ervaring opgedaan die tijdens het project actief is gedeeld met onder andere de erfgoedsector en mede-overheden. Het project heeft daarmee een grote impuls gegeven aan de Nederlandse erfgoedsector. Kennisdeling en interactie met de erfgoedsector is bijvoorbeeld gedaan tijdens de driedelige internationale conferentie Economies of the Commons en op het slotevent van Beelden voor de Toekomst op maandag 23 maart 2015.6 De kennis die is opgedaan en de samenwerkingsverbanden die zijn ontstaan worden onder meer voortgezet in de Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid en het Netwerk Digitaal Erfgoed.7

Lessen

Beelden voor de Toekomst heeft een pioniersrol vervuld in zowel de ontwikkeling van grootschalige digitaliseringsprocessen als in de gedachtevorming over de rol van erfgoedinstellingen in de digitale samenleving. De voorbereiding van een dergelijk omvangrijk project vergde veel tijd alsook het opstarten en inrichten van de samenwerking tussen mensen, het zoeken naar de juiste deskundigheid, de samenstelling van teams met de goede competenties en het specificeren van resultaten, werkstromen, financiën en schaalvoordelen.

Er is veel geleerd en gedeeld over IT-kennis en -ervaring en over insourcen of outsourcen. Daarnaast is door juist op het terrein van digitalisering zelf verantwoordelijkheid te nemen waardevolle kennis opgedaan die na afloop van het project goed in de organisaties is geborgd. Dat is ook voor de toekomst nodig omdat de digitale opslag en infrastructuur in stand moet worden gehouden en telkens bij de tijd moet worden gehouden. Zo verandert de digitale opslag door ontwikkelingen in de techniek en dat vraagt om migratie van systemen naar de huidige tijd. Tegelijkertijd wordt er al ruim 15 jaar voornamelijk digitaal geproduceerd. Ook dat «digital born» materiaal moet duurzaam worden opgeslagen. Deze ontwikkelingen, die doorlopen na de afronding van Beelden voor de Toekomst, zorgen voor structurele kosten voor de consortiumpartners. Het Ministerie van OCW is daarom in gesprek met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Eye Film Instituut Nederland en het Nationaal Archief over duurzaam behoud, beheer en ontsluiting van het digitale materiaal.

De interactie tussen de erfgoedinstellingen en het publiek is dankzij Beelden voor de Toekomst vergroot. Het bereik wordt gemeten via fysieke en online bezoeken maar ook via het gebruik van hun collecties elders, zoals Wikipedia, Europeana en in televisie-uitzendingen.

Ook bij het zoeken naar oplossingen voor auteursrechtelijke vraagstukken heeft Beelden voor de Toekomst een pioniersrol vervuld. Op de website Open Beelden zijn delen van de collecties onder Creative Commons-licenties beschikbaar gesteld. Het Open Cultuur Data-netwerk deelt kennis bij erfgoedinstellingen en stimuleert de ontwikkeling van nieuwe toepassingen op basis van open data.8 Het Nationaal Archief heeft een generieke overeenkomst gesloten met Pictoright, de collectieve beheersorganisatie voor fotografen. Dit maakt het mogelijk om delen van de collectie online te tonen zonder de belangen van de rechthebbenden te schaden. Het EYE Filminstituut heeft bepaalde films geregistreerd als verweesde werken zodat ze openbaar kunnen worden gemaakt.

Auteursrechtelijke beperkingen blijven een drempel voor het beschikbaar stellen van gedigitaliseerd materiaal aan het publiek. Mogelijke oplossingen zijn te vinden op nationaal niveau, door middel van de introductie van Extended Collective Licensing en op Europees niveau, door de wettelijke uitzonderingen te verruimen zodat werken die niet meer commercieel verkrijgbaar zijn, ook online beschikbaar mogen worden gesteld.9

Conclusies

Beelden voor de toekomst heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een aanzienlijke impuls binnen de erfgoedsector. Er is veel kennis vergaard en ervaring opgedaan die goed bruikbaar is in vervolgtrajecten. Het in stand houden van de digitale infrastructuur en het voortgaan met het clearen van rechten blijven punten van aandacht. Samen met de betrokken instellingen zal ik hier aan blijven werken.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Bijlage: uitwerking aanbevelingen tussenevaluatie

Naar aanleiding van de tussenevaluatie is de terugbetaalverplichting komen te vervallen. De focus van de dienstenontwikkeling verschoof van het realiseren van economische baten met betaaldiensten naar het realiseren van maatschappelijke baten door de toegang en het hergebruik van het gedigitaliseerd materiaal te bevorderen.

De financiële uitgangspunten van het project zijn neerwaarts herzien en zo ook de bijbehorende activiteiten. De oorspronkelijke projectbegroting bedroeg € 173 miljoen welke bestond uit € 19 miljoen aan eigen bijdragen en € 154 miljoen aan subsidie. Na herziening werd de projectbegroting neerwaarts bijgesteld naar € 115 miljoen aan subsidie. De projectdoelstellingen werden eveneens aangepast. Het restaureren, digitaliseren en ontsluiten van

  • uren video wijzigde van 137.200 uur naar 91.183 uur;

  • uren film van 22.510 uur naar 22.086 uur;

  • uren audio van 123.900 uur naar 98.734;

  • aantallen foto’s van 2.900.000 naar 2.500.000.

Dit gedigitaliseerd materiaal wordt inmiddels hergebruikt in talloze toepassingen, van lesmateriaal en Wikipedia tot apps en diensten voor de creatieve industrie.

De dienstenontwikkeling en ontsluiting van materiaal voor eindgebruikers is, waar deze niet werd belemmerd door auteursrechtelijke kwesties, versterkt.

De samenwerking tussen de consortiumpartijen en andere organisaties in de erfgoedsector nam toe. Deels kwam de versterkte samenwerking tot stand onder druk van de beperkte financiële middelen.

De gezamenlijke promotie van het project was beperkt tot enkele evenementen en publicaties daar waar het duidelijk meerwaarde had ten opzichte van individuele promotie. De profilering en promotie van de afzonderlijke partners had een bredere opgave dan slechts die voor het project. Bovendien rechtvaardigde het tijdelijke karakter van het project niet de relatief hoge investeringen voor gezamenlijke promotie.

Voor meer sturing op doelmatigheid en maatschappelijke impact is ervoor gekozen om de conserverings- en digitaliseringsdoelstellingen te realiseren. De aanwezigheid van gedigitaliseerd materiaal is een voorwaarde voor het genereren van maatschappelijke impact. Naast de maatschappelijke impact van behoud van digitaal materiaal is de tweede helft van de planperiode gebruikt om kennisdeling binnen de erfgoedinstellingen, efficiencyverbetering, samenwerking, beschikbaarstelling en toegankelijkheid te realiseren.

Om de financiële sturing te verbeteren is de relatie tussen kosten en output inzichtelijk gemaakt. Daartoe is een prestatiemonitor ontwikkeld die vanaf eind 2010 de resultaten volgde. Het project is in de eerste helft van 2015 beëindigd met een slotmanifestatie waarop een eindpublicatie werd uitgereikt. Hierna heeft het consortium de laatste aanbeveling ingevuld door het project af te ronden met een gedegen zelfevaluatie.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Tot 2010 maakte ook Centraal Discotheek Rotterdam en Vereniging Openbare Bibliotheken onderdeel uit van dit consortium, echter in een beperkte rol.

X Noot
3

Het Fonds Economische Structuurversterking (FES) was een Nederlands begrotingsfonds dat gefinancierd werd uit een deel van de aardgasbaten waarmee investeringen in de infrastructuur en in de Nederlandse kenniseconomie werden gedaan.

X Noot
4

Kamerstuk 25 434, nr. 46

X Noot
5

Het oorspronkelijke projectplan ging uit van aanzienlijke begrote opbrengsten tijdens en na de projectplanperiode, die waren gebaseerd op een kosten-batenanalyse. Een groot deel van deze begrote opbrengsten dienden terug betaald te worden. In de praktijk bleek het na enkele jaren niet haalbaar om economische baten met betaaldiensten te realiseren.

X Noot
9

Zie bijvoorbeeld het rapport «Extended collective licensing: panacee voor massadigitalisering?» https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2014/12/17/aanbieding-rapport-extended-collective-licensing-panacee-voor-massadigitalisering

Naar boven