25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 224 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 12 juni 2018

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat en de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat hebben op 17 mei 2018 overleg gevoerd met mevrouw Van Veldhoven, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, en de heer Wiebes, Minister van Economische Zaken en Klimaat, over:

  • de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 31 januari 2018 over de aanbesteding PALLAS-reactor (Kamerstuk 33 626, nr. 7);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 31 januari 2018 ter aanbieding van het onderzoeksrapport «Samenwerken aan nucleaire veiligheid» (Kamerstuk 25 422, nr. 218);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 29 januari 2018 over de resultaten van het Onderzoeksprogramma Eindberging Radioactief Afval (OPERA) (Kamerstuk 25 422, nr. 217);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 14 mei 2018 inzake de integrale beleidsreactie Onderzoeksprogramma Eindberging Radioactief Afval (OPERA) en rapport Kwartiermaker klankbordgroep Eindberging (Kamerstuk 25 422, nr. 223);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 26 april 2018 inzake standpunten aanbevelingen OVV-rapport «Samenwerken aan nucleaire veiligheid» (Kamerstuk 25 422, nr. 222);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 26 april 2018 over verschillende nucleaire onderwerpen (Kamerstuk 25 422, nr. 221).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, Agnes Mulder

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, Diks

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, Israel

Voorzitter: Remco Dijkstra

Griffier: Koerselman

Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Van Aalst, Beckerman, Remco Dijkstra, Dik-Faber, Van Eijs, Von Martels, Van Tongeren, Wassenberg en Ziengs,

en mevrouw Van Veldhoven, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, en de heer Wiebes, Minister van Economische Zaken en Klimaat.

Aanvang 15.37 uur.

De voorzitter:

Een goedemiddag, allemaal. Van harte welkom bij de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat. Het is vandaag volle bak in deze zaal, qua vergaderingen en belangstelling. Dat is heel fijn. Vandaag zijn de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Economische Zaken en Klimaat aanwezig voor een algemeen overleg dat zal duren tot uiterlijk 18.30 uur. We willen het dan ook echt afronden. Het gaat over nucleaire veiligheid. Ik heet de bewindspersonen en de Kamerleden van harte welkom. Er staan een aantal brieven op de agenda en er zijn recent nog wat brieven bijgekomen die we gaan behandelen. De spreektijd is maximaal vier minuten. Ik ga de rij af en begin bij mevrouw Beckerman, die spreekt namens de Socialistische Partij.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter, dank u wel. Ik wilde beginnen met Doel. Het is bijna niet te geloven, maar opnieuw zijn er grote problemen bij kernreactor Doel. Wat aanvankelijk werd neergezet als een relatief onschuldige melding, blijkt een lek uit een reactorvat te zijn: lekkend radioactief water, 6.000 liter, aldus de nieuwe directeur van het FANC, Frank Hardeman. Wanneer wordt de conclusie getrokken dat die centrale niet veilig is? Welke stappen heeft het FANC ondernomen, toen bleek dat Doel niet eerlijk of niet duidelijk heeft gecommuniceerd over het lek?

Het is de aaneenrijging van dit soort berichten die mensen aan de grens het gevoel geeft naast een tijdbom te wonen. Dat is niet alleen aan de grens met België, maar ook bij de grens met Duitsland, waar deze week weer problemen met de kernreactor Emsland werden gemeld. Elke keer worden mensen in het grensgebied gerustgesteld met beloftes dat de veiligheid niet in het geding is, maar hoe moeten mensen dat geloven, wanneer er mist wordt gecreëerd over dit soort incidenten? Het lijkt fout na fout. Wat kan de Staatssecretaris doen om dat te voorkomen?

De Staatssecretaris gaat aan de slag met de aanbeveling van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, vooral gericht op het verbeteren van de communicatie. Aan een betere afstemming met de buurlanden wordt gewerkt, maar de net genoemde berichtgeving over Doel stemt niet gerust. Vertrouwen in elkaar moet toch de basis vormen?

Kan de Staatssecretaris iets meer toelichting geven op de uitwerking van het verbeteren van de internationale samenwerking? Zo wordt gezegd dat bewindslieden die het aangaat in hun contacten met de buurlanden het structurele karakter van gezamenlijke oefeningen zullen bespreken. Dat lijkt me niet direct een systematische aanpak. Dat lijken me vooral intenties om hierover het gesprek aan te gaan, op momenten dat zij elkaar toch al treffen voor overleg. Welke afspraken zijn er nu daadwerkelijk met België en Duitsland gemaakt?

De motie-Beckerman/Wassenberg verzocht om één landelijke site met alle informatie duidelijk zichtbaar bij elkaar, dus over Nederlandse en buitenlandse incidenten. De ANVS heeft op haar website een ingang gemaakt met toegankelijke informatie. Die ziet er in principe goed uit, maar de vraag is toch hoe deze site terug te vinden is, wanneer mensen vragen hebben of ingeval van crisis. De site ANVS komt niet terug als je bijvoorbeeld googelt op kernongeluk. Je komt dan bij de rijksoverheid en die verwijst naar crisis.nl en niet naar de ANVS.

Een ander steeds terugkerend probleem is de financiering van PALLAS, de reactor die medische isotopen moet gaan produceren. Het blijft onduidelijk of PALLAS absoluut noodzakelijk is en wat de toekomstige vraag naar deze isotopen zal zijn. Zijn er geen alternatieven? Hoe denken andere partijen over een rondetafelgesprek over deze kwestie?

PALLAS is niet het enige financiële probleem. Ook de afvoer van het historisch afval van Petten kost weer meer dan eerder geraamd. Ook hier gaan miljoenen naartoe: 117 miljoen uit de regio-envelop. Waarin kan nu niet worden geïnvesteerd omdat het geld naar Petten moet? Hoeveel meer gaat hier in de toekomst nog naartoe? Waar moet het geld dan vandaan komen?

En dan de eindberging van het radioactief afval. Die gaat geen miljoenen maar miljarden kosten. Vooralsnog lijkt het erop dat dit door toekomstige generaties moet worden opgehoest. De nu onderzochte methode van berging in Boomse klei is een van de mogelijkheden. Wat zijn mogelijke risico's voor het grondwater en daarmee voor het drinkwater? Wordt daar gericht onderzoek naar gedaan?

Vorige week publiceerde Leo van de Vate een eerste studie naar de mogelijkheden om afval in 5 kilometer diepe boorgaten op te slaan. Wilt u deze optie verder laten onderzoeken?

Mijn laatste zin, voorzitter: gisteren concludeerde de Algemene Rekenkamer dat de overheid onvoldoende controleert of er genoeg geld opzij wordt gezet voor de ontmanteling van oude nucleaire installaties. Daarmee is er de kans dat wat eigenlijk privaat zou moeten worden geregeld, publiek geld gaat kosten. Graag een reactie hoe u dit beter gaat doen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik had nog niet gezegd dat ik twee interrupties wil toestaan, als u zich wel gedraagt en geen aanloop neemt daarin, want anders wordt het echt minder. Ik geef graag het woord aan mevrouw Van Tongeren, die spreekt namens GroenLinks. Geeft u ook even aan aan welke bewindspersonen, mocht dat niet duidelijk zijn. Ze schrijven druk mee, maar dan weten we wie welke vraag zo meteen zal beantwoorden.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Het FANC meldde het meest recente incident pas na vijf dagen. Dat vindt de Staatssecretaris vast geen goed idee. Wat gaat zij doen om te zorgen dat wij, en zeker de grensregio, niet pas na vijf dagen horen dat er iets aan de hand is?

Gisteravond op tv hoorden we dat C2000, het communicatiesysteem van al onze veiligheidsdiensten dat we nodig hebben bij grote calamiteiten, overbelast kan raken en dat er dan een heleboel clubs afgeschakeld worden. In de grensregio hebben de veiligheidsregio's gevraagd om extra zendmasten om beter te kunnen communiceren, maar dat is door de rijksoverheid herhaaldelijk afgewezen. De veiligheidsorganisatie bij Borssele is een van de organisaties die op de lijst staan die afgaan van het gebruik van C2000 als er een grote calamiteit is. Dat lijkt mij op het eerste gezicht niet handig, maar daar heeft de Staatssecretaris vast een antwoord op.

Mijn collega van de SP had het ook over Borssele en de Algemene Rekenkamer. Er is niet genoeg geld voor de ontmanteling van deze kerncentrale. Hoe gaan we dat oplossen? Ik denk dat de Minister van Economische Zaken daar wellicht ook aan zet is. Die ontmantelingsbijdrage moet gewoon door het bedrijf opgebracht worden. Dat lukt niet omdat EPZ de grootst mogelijke problemen heeft. Wij kunnen dat niet voor ons uit blijven schuiven. Er is bij het langer openblijven van Borssele een set afspraken gemaakt, onder andere dat er veel meer CO2-besparing zou zijn. Ik heb hier een groot bedrag aan tonnen CO2 staan die bespaard zouden worden door projecten waarin Borssele zou investeren. Dat is niet gebeurd. Ook daarover is een kritisch rapport. Gaat de Minister Borssele aan deze afspraken houden?

Dan PALLAS. Ik heb eerder een motie ingebracht die op verzoek van de Minister aangehouden is. Ik noem het dictum: «verzoekt de regering in kaart te brengen welke toekomstige activiteiten, die nu zijn voorzien voor het PALLAS-project, ook kunnen worden vervuld door andere initiatieven in Europa.» Bij ons werkbezoek in België hebben we gehoord dat men daar ook bezig is met het produceren van medische isotopen en daar ook zegt een van de belangrijkste rollen in Europa te vervullen. Dat hebben wij ook gehoord over Petten. Er is ook een Europees project dat hetzelfde gaat doen. Vervolgens horen we dat ASML bezig is met het Lighthouseproject. Als Kamerlid is het mij niet duidelijk hoe essentieel PALLAS nu is en hoeveel extra geld daarnaartoe zou moeten.

Wat betreft de eindberging sluit ik mij aan bij de vragen van de collega van de SP. Ik zou wel exact willen weten hoeveel geld er nu opzijgezet is waar echt een hek omheen staat, hoeveel daarbij moet en waar dat vandaan komt. Ik zei al dat het slecht gaat met Borssele. De opbrengsten uit verkoop van de gezonde delen van het oude DELTA worden aangewend om verliezen te compenseren en de nucleaire veiligheid te blijven betalen. Welke initiatieven zijn er in het laatste halfjaar in Den Haag genomen? Komt er nu directe financiële steun? Moeten we dat wel willen? Moet er toch niet nagedacht worden over wat vroeger sluiten van Borssele, want het is bleeding money?

Mijn laatste vraag aan de Staatssecretaris is of Borssele Fukushimaproof is. Klopt het dat het onderzoek of Borssele echt Fukushimaproof is, en dus bestand tegen een inslag van een passagiersvliegtuig, al twee jaar duurt en dat EPZ en ANVS maar niet tot overeenstemming kunnen komen over de uitkomsten? Is dat een probleem? Zo nee, waarom duurt dat twee jaar?

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Wassenberg, die spreekt namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. In april brachten wij met de vaste commissie een bezoek aan de Belgische nucleaire waakhond FANC en aan de exploitant van de Belgische kerncentrales in Tihange en Doel. We hoorden die dag dat het allemaal wel meevalt; als er al problemen zijn, dan is dat in het nucleaire deel van de reactor en er wordt goed gecommuniceerd over de incidenten, maar dat gaat nog beter worden. Nog geen drie weken later bleken die woorden niets waard te zijn. Er was weer een lek, nu in Doel, 3 kilometer van Nederland, in het nucleaire gedeelte. De berichten werden ook steeds ernstiger. Eerst was er sprake van waterverlies in de reserveleiding van het koelsysteem, toen bleek het gelekte water radioactief, terwijl het lek nauwelijks gedicht kan worden vanwege de zeer hoge straling.

Over de communicatie schreef de Brabantse commissaris van de Koning op 3 mei aan provinciale staten van Noord-Brabant: «Ik moet vaststellen dat de actieve informatievoorziening vanuit FANC en ANVS richting Noord-Brabant en de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant onvoldoende en zelfs afwezig is geweest. Ik heb mijn grote verbazing en teleurstelling hierover uitgesproken.»

Voorzitter. In antwoord op mijn vragen wijt de Staatssecretaris het ontbreken van communicatie aan een administratieve fout. Ik snap dat niet. Juist bij dit dossier, juist bij zo'n ernstig incident – er is 6.000 liter zwaar radioactief water gelekt – is het onbestaanbaar dat FANC zo'n fout maakt. Ook exploitant ENGIE zweeg. Was dat ook een foutje, of botte onwil? Ik hoor graag de opvatting van de Staatssecretaris. Deelt zij de mening dat er een grens komt aan het aantal keer dat er gezegd wordt: «Sorry jongens, foutje in de communicatie; kan gebeuren. Volgende keer beter»? Je kunt er met je verstand toch niet bij dat zo'n ernstig incident dagenlang wordt verzwegen?

Voorzitter. Het recente rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid maakt pijnlijk duidelijk dat dit exemplarisch is voor structurele tekortkomingen in de communicatie. Rond de vergunningprocedures van de kerncentrales zijn die tekortkomingen er ook. België heeft onlangs besloten om de levensduur van de kerncentrales opnieuw te verlengen. Brabanders, Limburgers en Zeeuwen maken zich daar zeer grote zorgen over. De Staatssecretaris schrijft in antwoord op mijn vragen dat de levensduurverlenging van de Belgische kerncentrales onder de bevoegdheid van de Belgische overheid valt. Maar dat is niet het hele verhaal. Nederlandse grensgemeenten die op minder dan 20 kilometer van Doel liggen, hebben geen inspraak gehad in de procedure rond de levensverlenging van de kerncentrale in Doel. Maar volgens de Nederlandse wet zijn die grensgemeenten wel degelijk belanghebbend en hadden ze er actief bij betrokken moeten worden, zo schrijft de OVV. Omdat ze wonen in een gebied met de grootste risico's, hebben mensen recht op inspraak. De Belgische wet beperkt deze inspraak tot omwonenden binnen een straal van 5 kilometer.

Voorzitter. Ik ben geen jurist, maar ik zie hier een heel vervelende discrepantie. Ik weet niet of de Belgische wet hier automatisch boven de Nederlandse gaat. Kan het volgens het Europese recht zo zijn dat Nederlandse inwoners de dupe worden van de zwakke Belgische regels op het gebied van inspraak? En als dat zo is, welke stappen kan Nederland dan zetten? Is een procedure bij het Europese Hof dan een optie? Kan de Staatssecretaris dat onderzoeken? Ik weet dat die vragen niet een-twee-drie te beantwoorden zijn. Daarom vraag ik de Staatssecretaris om te onderzoeken waar de Nederlandse en de Belgische wetgeving op dit punt verschillen, en of het Europese Hof of een andere rechtbank zich erover uit kan spreken.

Voorzitter. Tot slot. Wat als een kernramp zich voordoet? Dan is de kans op chaos volgens de OVV groot. Zowel de communicatie als de samenwerking tussen buurlanden is niet op orde. Landen in de regio moeten goed samenwerken in het geval van een kernramp en hun zaakjes echt tot in detail op orde hebben. Ik verwacht van de Staatssecretaris daarom dat zij snel aan de slag gaat met de aanbevelingen van de OVV. Maar het allerbelangrijkste – dat is echt mijn allerlaatste punt, voorzitter – is dat we moeten voorkomen dat zo'n ramp ooit plaatsvindt. Die schrootcentrales in Tihange en Doel moeten zo snel mogelijk dicht. Niemand, niemand zit te wachten op Fukushima aan de Schelde of Tsjernobyl aan de Maas.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van Eijs. Zij spreekt namens D66.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Dank u wel, voorzitter. Gisteren had ik het tijdens het algemeen overleg Externe veiligheid over het verrichten van de technische wonderen waar de mens tegenwoordig toe in staat is. Ook bij dit AO gaat dat weer op, als we spreken over het ontwikkelen van medische isotopen om bijvoorbeeld ziektes te bestrijden. Maar de productie hiervan levert ook risico's op, want wederom is de vraag: wat doen we met de afvalproducten, de restproducten en de risico's die de productie oplevert?

In dat licht wil ik vandaag een aantal zaken benoemen. Allereerst de aanbesteding van de PALLAS-reactor en het historisch radioactief afval en de ontmanteling in Petten. Ik ben blij dat de Minister van EZK vandaag ook aanwezig is voor het beantwoorden van onze vragen. Vorige keer heb ik het gehad over het belang van een sluitende businesscase. Eerlijk gezegd hink ik op twee gedachten. Aan de ene kant vraag ik mijzelf af: is het wel wenselijk dat de overheid dit soort projecten meefinanciert? Het brengt namelijk financiële risico's met zich mee. Vervolgens is het bedrijf in private handen, waardoor het dividend uitkeert waar de overheid niks van ontvangt. Als het geld op is, moet de overheid weer bijspringen om het afval op te ruimen. Als de overheid meefinanciert en deelt in de risico's, zouden we dan ook niet een deel van de baten moeten kunnen gebruiken? Aan de andere kant zijn medische isotopen van levensbelang. Ze worden maar op enkele plekken in de wereld geproduceerd. Maar in dat kader vraag ik me dan weer af: als het zo belangrijk is, is het dan wel wenselijk om dit in de handen van een privaat bedrijf te leggen? En als de productie zo belangrijk is voor de internationale vraag, waarom liggen de kosten en de risico's dan enkel bij het Nederlandse Rijk? Wat is de rol van de EU hierin? De huidige reactor is van de EU, en de volgende waarschijnlijk niet. Ook Frankrijk is een reactor aan het bouwen. Nederland bouwt voor het gebruik van een groot deel van de wereld. Risico's en financiering spreiden zou dus logisch zijn. Daarom vraag ik mij af: wat is nou de beste governancestructuur? Wie moet welke verantwoordelijkheid dragen? Wie moet geld inleggen? Hoe zit het met het belang van deze taak en de balans tussen privaat en publiek?

Dan de brief over het nucleaire afval. Die staat eigenlijk niet op de agenda; dat weet ik. Maar ik wil er toch iets over zeggen. Het is zorgelijk om te lezen dat de ramingen constant moeten worden bijgesteld. Het is ook zorgelijk dat het onmogelijk lijkt om deze nieuwe onzekerheden uit te sluiten. Hoe kan het dat drie verschillende ramingen binnen een relatief korte periode zover oplopen? De derde raming is 117 miljoen hoger dan de eerste raming. Er is nu 117 miljoen beschikbaar gesteld uit het regiofonds. Het is fijn dat het kabinet hier al rekening mee heeft gehouden, maar er is ook nog een bedrag van 33 miljoen, dat een financieel risico oplevert, en daarnaast 80 miljoen door onzekerheden in de inkomsten van ECN-NRG. Dat zijn nogal wat potentiële risico's. Het kabinet heeft een aanjager aangesteld die ervoor gaat zorgen dat COVRA en ECN-NRG beter gaan samenwerken en dat de planning ook gehaald gaat worden. Er wordt duidelijk gemaakt dat het kabinet niet wil opdraaien voor verdere kosten. Maar wat voor zekerheden krijgen we nu echt? Het kabinet geeft aan dat het publieke belang van de voorzieningszekerheid van die medische isotopen en de nucleaire veiligheid in het algemeen niet in het geding mogen komen, en onderstreept daarmee het belang van de financiële bijdrage van het Rijk. Maar maakt dit de verleiding voor ECN-NRG niet te groot om te denken dat het Rijk in de toekomst toch wel weer bijspringt als het misgaat?

Tot slot wil ik het even hebben over Tihange. We wachten nog op een reactie van de Staatssecretaris op het OVV-rapport over nucleaire samenwerking. Maar nu de Minister van EZK hier zit, heb ik ook mooi de kans om een paar vragen te stellen die de beleidsterreinen overbruggen. De kernuitstap, waar we ook al over hebben gesproken en waarvan we hebben gehoord dat die nu wellicht weer niet doorgaat, baart D66 zorgen. We waren heel positief over het feit dat de Belgen die kernuitstap wilden maken, maar is dat wel haalbaar? We hebben tijdens het bezoek kunnen horen dat ze nu voor 51% afhankelijk zijn van nucleaire energie. Voor Nederland is dit bijvoorbeeld maar 3%. Ze willen binnen nu en 2025 twaalf gasinstallaties bouwen. Gaan ze dit wel halen? Hoe kan Nederland zijn zuiderburen helpen om over te stappen op duurzame energie en zo snel mogelijk minder afhankelijk te worden van kernenergie? Nog twee zinnen, voorzitter. Is het bijvoorbeeld mogelijk om Nederlandse energienetten te verzwaren, zodat België meer windstroom van ons kan afnemen? En hoe kan Europa bijvoorbeeld een rol spelen in het beter laten aansluiten van België op het Europese duurzame-energienetwerk?

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Ziengs. Hij spreekt namens de VVD.

De heer Ziengs (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Vandaag hebben we een algemeen overleg over nucleaire veiligheid. Ik heb ook geconstateerd dat we binnenkort kennelijk nog een plenair debat over dit onderwerp op de lijst hebben staan, althans dat dit zal worden ingepland. Ik hoop dus eigenlijk dat de heer Wassenberg volgende week bij de regeling aangeeft dat hij dat debat gaat intrekken, want dan hebben we hier natuurlijk uitvoerig over kunnen spreken. Dat geef ik alleen even mee om te voorkomen dat we hier in de Kamer iedere keer weer op hetzelfde onderwerp terugkomen, hoewel dat soms wel noodzakelijk is.

Ik wil graag beginnen met de brief over de oprichting van de Stichting Voorbereiding PALLAS-reactor, en vanuit de VVD-fractie hier toch even een ander geluid laten horen. Het is natuurlijk een prachtig, toonaangevend bedrijf. Duizenden patiënten hebben dagelijks baat bij die medische isotopen. We lezen dan ook dat er een vergunning aangevraagd kan worden. Ik denk dat het ook duidelijk moet zijn dat de vergunning essentieel is voor het verkrijgen van financiering, want financiers stappen niet in een avontuur waarbij er geen duidelijkheid is over de vergunning. Ik wil dus graag van de Minister weten of hij al wat zicht heeft op de doorlooptijd. Misschien is dat ook wel ergens in de stukken terechtgekomen. Wanneer is een dergelijke vergunning te verwachten nadat die is aangevraagd?

Dan de overige punten. Laten we beginnen met de kerncentrale in België. Ik onderschrijf ook hier het gevoel dat onze fractie heeft bij het feit dat er opnieuw een melding is geweest. Nog niet zo lang geleden – ik geloof dat het een paar dagen ervoor was – is er een oefening geweest. Mijn collega Dijkstra heeft destijds een motie ingediend om te komen tot plannen over gezamenlijk oefenen. Een dergelijke oefening is er ook geweest, onder de naam Shining Spring, glanzende lente. Ik denk «hoe komen ze erop?», want de glans was er na een paar dagen alweer vanaf. Toen bleek uiteindelijk dat er weer een hoop ellende was in België en dat wij daar niets van horen. Eigenlijk willen we hier niet iedere keer opnieuw geconfronteerd worden met meldingen, denk ik. Ik wil er dus toch op aandringen dat we op dat punt eindelijk eens een keer een wat steviger geluid laten horen. Collega Wassenberg vroeg net ook al: wat zijn de mogelijkheden om dat te doen? Daar moet de Staatssecretaris echt mee aan de slag, want communiceren is altijd leuk, maar als je iedere keer vriendelijk en aardig tegen elkaar blijft, dan komt er vaak niet al te veel uit voort. Onze burgers in Nederland willen gewoon niet bang zijn voor dat Belgische gedoe.

Dan kom ik op het laatste punt waar ik graag wat duidelijkheid over wil hebben. We spreken heel vaak over incidenten. Ik heb geconstateerd dat je, als je daar eens wat nader op inzoomt, denkt: wat zijn dat dan voor incidenten? Zijn die nou daadwerkelijk gevaarlijk voor de volksgezondheid? Moeten we daar echt zo'n heisa over maken? Elk incident is natuurlijk een incident op zich, maar we moeten die angst een beetje zien te voorkomen als die niet echt nodig is. Ik wil graag van de Staatssecretaris weten of zij een beetje inzicht kan geven in het soort incidenten waar het om gaat. Zijn die gerubriceerd? Ik heb ook begrepen dat als de stroom een keer uitvalt, het gelijk door aggregaten wordt opgepakt en niet direct gevaar oplevert, maar wel gemeld moet worden, helder en duidelijk. Volgens mij moet ook voor de burgerij duidelijk zijn over welke dingen zij zich echt heel erg zorgen moet maken en over welke dingen zij zich wat minder zorgen hoeft te maken. Ik zou daar graag een antwoord op hebben van de Staatssecretaris.

Tot zover mijn inbreng. Ik zie al een interruptie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn collega van de VVD is vast bekend met de INES-schaal en ook met de keurige rapportages die daarover afgeleverd worden, maar wellicht kan de Staatssecretaris daar nog wat aan toevoegen. Mijn vraag gaat over het volgende. Ik ben heel erg blij dat de heer Ziengs erkent dat Nederlandse burgers niet de dupe moeten zijn van onveiligheid in België. De kerncentrale die in Nederland staat, is van hetzelfde type en heeft hetzelfde ontwerp en dezelfde levensduur, alleen hebben ze er in België meer bij elkaar staan, dus zijn er ook meer incidenten. Geldt dan hetzelfde voor die Nederlandse kerncentrale? Hoeven de Belgische burgers net over de grens ook niet bang te zijn voor onze centrale? Nemen we daarvoor maatregelen, zoals sluiting, en als sluiting niet plaatsvindt, maken we de centrale dan Fukushimaproof? Zorgen we ervoor dat alle veiligheidsplannen en evacuatieplannen up-to-date en geoefend zijn?

De voorzitter:

Dank u wel. Kortere vragen graag, anders ga ik het echt inperken.

De heer Ziengs (VVD):

Het lijkt mij vrij helder dat plannen up-to-date moeten zijn als het gaat om calamiteiten. Daar heb ik ook iedere keer voor gepleit. Er moeten oefeningen worden gehouden. Dat heb ik net ook aangegeven. Als het gaat om het gevaar dat de Belgen misschien voelen: ik geloof dat wij hier in Nederland vrij goed omgaan met de meldingsplicht bij incidenten. Volgens mij ging het hier om voorbeelden waarbij juist België incidenten niet gemeld heeft. België wordt ook vaker geconfronteerd met incidenten. Vandaar mijn antwoord.

Mevrouw Beckerman (SP):

Alle voorgaande sprekers maakten zich zorgen over de publieke kosten voor kernenergie, bijvoorbeeld voor de opslag van oud afval. We weten nu al dat die veel duurder wordt. Gister zijn we ook gewaarschuwd door de Rekenkamer dat helemaal niet zeker is of dat niet goed gecontroleerd wordt door de regering of er straks wel voldoende geld is om oude nucleaire installaties te ontmantelen. Ik hoor u eigenlijk alleen maar een mooi verhaal vertellen over de kansen. Maakt u zich, net als de voorgaande sprekers, niet ook heel veel zorgen over die enorme druk op de publieke middelen door al die nucleaire installaties en het historisch afval?

De heer Ziengs (VVD):

Heel kort, voorzitter. Dit is een openeindfinanciering als het gaat om kosten. Dat hebben we allemaal kunnen zien. We zijn in Petten geweest. Daar zijn allerlei zaken opgeslagen in een tijd dat men helemaal niet wist welke kosten het met zich mee zou gaan brengen. Met de kennis van toen is er opgeslagen en er moet nu inderdaad geruimd worden, of althans, hersteld worden en afgevoerd worden. Dan blijft het moeilijk om in te schatten wat het gaat kosten. Natuurlijk is dat een punt van zorg en het is terecht dat de Rekenkamer dat noemt, maar ja, dat zijn dingen uit het verleden waarvan je nooit direct het rekensommetje kunt maken van hoe dat uitpakt.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Ziengs vindt ook dat bewoners van de grensstreek niet bang moeten zijn voor Belgische kerncentrales. Recentelijk heeft de Belgische overheid besloten om de levensduur van de centrales opnieuw te verlengen, terwijl ze allang gesloten hadden moeten zijn. Daar zijn vervolgens procedures voor geweest, maar Nederlandse inwoners van die grensgemeenten zijn in de procedures niet gehoord. Ik vroeg of de Staatssecretaris kan laten onderzoeken of dit juridisch en volgens Europees recht kan. Steunt de VVD zo'n verzoek om te kijken of Nederlandse grensbewoners voldoende inspraak hebben gehad en om, als dat niet het geval is, een procedure te beginnen?

De heer Ziengs (VVD):

Laten we eerst even kijken hoe de Staatssecretaris daartegen aankijkt, of het daadwerkelijk mogelijk is dat je als Nederlander mee kunt spreken over een situatie in België. Als er een brief van de Staatssecretaris komt, zou ik me zo kunnen voorstellen dat we in een later overleg eens beoordelen wat je daar dan mee zou kunnen doen. Maar om op voorhand allerlei oplossingen aan te dragen waarvan je de uitslag nu nog niet weet, daar geef ik nog niet direct duidelijkheid over.

De heer Wassenberg (PvdD):

Nee, ik heb het nog niet over allerlei oplossingen, maar ik zeg gewoon dat we een probleem hebben en dat dat probleem weleens ingewikkeld zou kunnen zijn. Op het moment dat het ingewikkeld is, is het waarschijnlijk wel nuttig om te laten uitzoeken hoe het allemaal zit. Steunt de heer Ziengs een verzoek om dat uit te laten zoeken, om er onderzoek naar te laten doen of de belangen van de Nederlandse bewoners wel voldoende geborgd zijn geweest?

De heer Ziengs (VVD):

De heer Wassenberg vraagt nu twee dingen: om het uit te zoeken en vervolgens een groot onderzoek te laten doen. Dan denk ik: het is of het een, of het ander. Als het voor de Staatssecretaris vrij simpel is om eens even te kijken of dat staatsrechtelijk kan, is dat geen enkel probleem. Als we gelijk spreken over grote onderzoeken met grote kosten, zet ik daar eerst even een vraagteken bij.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van Aalst, die spreekt namens de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Enige maanden terug heeft de PVV een bezoek gebracht aan de kernreactor in Petten. De regio is blij met de werkgelegenheid en trots op de innovatie. Het is zelfs een onderdeel van de omgeving. Je zou bijna zeggen: een bezienswaardigheid. De komst van de PALLAS-reactor waarborgt de levering van medische isotopen tot ver in de toekomst. Het is goed om te zien dat daar nu stappen worden gezet.

Daarnaast hebben we een blik kunnen werpen op het verwerken van het historisch afval. Dat heeft toch wel mijn ogen geopend, want ik had daar een heel groot beeld bij, maar het blijkt eigenlijk een groot uitgevallen garagebox te zijn waar vaten uit de grond worden getild, worden gecontroleerd en op een heel correcte manier worden verwerkt. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is de volgende. We constateerden dat het veel kosten met zich mee gaat brengen. Zijn er ook andere mogelijkheden, om het gewoon op die plek te laten en de locatie daarop aan te passen? Kunnen we daar voor de kosten ook naar kijken?

Voorzitter. In een vorig overleg heb ik aangehaald dat van de Belgische kerncentrales het mediabeeld is ontstaan dat de boel met plakband, ducttape et cetera aan elkaar hangt. Op dat moment heeft de Staatssecretaris, of ik geloof toen nog de Minister, mij verzekerd dat de situatie volledig veilig was. Nu kerncentrale Doel is stilgelegd vanwege een lek in het koelwatersysteem zou ik opnieuw willen vragen: gaat alles daar in België wel goed? Kunnen we dit soort mankementen afschuiven op de hoge leeftijd van de kerncentrale of is hier echt meer aan de hand? U zult begrijpen dat we als commissie niet opnieuw verrast willen worden door slecht nieuws en dat de PVV daarom hoopt op een eerlijk en doortastend antwoord van de Staatssecretaris.

Ook een van de collega's noemde het net al: de informatievoorziening aan de burger is vaak onvolledig. De Onderzoeksraad voor Veiligheid adviseert om één loket in te richten waar burgers informatie kunnen vinden over hetgeen zij moeten doen bij een kernongeval. Wat is de Staatssecretaris van plan te doen met deze aanbeveling?

Bovendien blijkt het voor Nederlanders moeilijk om informatie te vinden – ook dit kwam al voorbij – over aankomende procedures voor de kerncentrales van Doel, Tihange en Emsland. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat alle gemeenten binnen een straal van 20 kilometer van die kerncentrales in ieder geval worden geïnformeerd over de lopende procedures? Zo ja, dan zal zij de Belgen en Duitsers moeten wijzen op hun verantwoordelijkheid om ook de Nederlandse omwonenden tijdig in te lichten als er wat staat te gebeuren.

Voorzitter. Tot slot wil ik niet voorbijgaan aan de interne veiligheid van onze kerncentrales. Kan de Staatssecretaris ons garanderen dat er intern bij onze kerncentrales niets speelt waardoor de veiligheid van de omgeving in het geding zou kunnen komen?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Von Martels, die spreekt namens het CDA.

De heer Von Martels (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Mijn verhaal sluit in grote lijnen aan bij dat van de vorige sprekers. Vandaag spreken we met elkaar over nucleaire veiligheid. Dat is een breed terrein met allerlei verschillende aspecten. Vandaag gaan we het over een aantal zaken wat uitgebreider hebben. Grensoverschrijdende samenwerking is het eerste onderwerp. De afgelopen weken heeft dit weer volop gespeeld naar aanleiding van een lekkage in het koelsysteem van de reactor van Doel 1. Er is onrust ontstaan omdat het FANC per abuis was vergeten om Nederland hierover te informeren. Ook was er in Zeeland en West-Brabant onrust omdat de informatie niet gelijk volledig was. Misschien wel hierdoor ontstond er ook desinformatie. Het is betreurenswaardig dat het allemaal zo gelopen is.

De Kamer ontving in dezelfde tijd de beleidsreactie van de Staatssecretaris naar aanleiding van het rapport Samenwerken aan nucleaire veiligheid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Het is goed om te lezen dat de Staatssecretaris de aanbevelingen serieus oppakt. Namens het CDA willen we graag het volgende onder de aandacht brengen bij de Staatssecretaris. Een van de conclusies van de OVV is dat er maar in beperkte mate wordt geoefend en dat het belangrijk is om te toetsen of de plannen in de praktijk daadwerkelijk werken, ook grensoverschrijdend. De Staatssecretaris geeft aan dat er recent een grote nucleaire oefening heeft plaatsgevonden, waar ook Belgische partijen aan deelnamen. Graag zou het CDA willen weten of dit soort oefeningen structureel plaats gaan vinden en, zo ja, met welke regelmaat. Daarnaast willen we graag weten of België en Duitsland ook dit soort oefeningen gaan houden, waar dan Nederlandse partijen aan deelnemen. Het voorval in Doel van twee weken geleden is vooral schadelijk voor het imago van de nucleaire sector, een sector die van belang is en blijft voor Nederland.

Naast kernenergie, is nucleaire kennis ook van belang voor bijvoorbeeld medische toepassingen. Dit brengt ons bij het tweede onderwerp, namelijk de ontwikkelingen rondom de PALLAS-reactor, mede in relatie tot het Lighthouseproject en het opruimen van het historisch radioactief afval, inclusief de ontmanteling van gebouwen bij ECN-NRG in Petten. Om met dat laatste te beginnen: het kabinet concludeert terecht dat ondanks de financiële bijdrage de afgelopen jaren de problematiek rondom het historisch radioactief afval een hardnekkig probleem is gebleken. We moeten voorkomen dat de kosten van sanering op het bordje van de overheid terechtkomen. Daarnaast geeft het kabinet aan dat het van belang is dat met beide initiatieven, PALLAS en Lighthouse, voortgang wordt gemaakt. Graag zou het CDA willen weten hoe de toekomst van PALLAS door het kabinet gezien wordt als in beide wordt geïnvesteerd. Is het niet zo dat door Lighthouse te stimuleren, PALLAS geen investeerder zal vinden? Wanneer gaat het kabinet over tot het verstrekken van de derde tranche van de lening? Het CDA zou ook graag willen weten of voor de uitbetaling van de laatste tranche aan PALLAS afspraken gemaakt kunnen worden over leveringszekerheid van medische isotopen aan Nederlandse ziekenhuizen ten tijde van mogelijke tekorten.

In de brief van 26 april van het kabinet wordt aangegeven dat de beleidsverantwoordelijkheid ten aanzien van PALLAS bij de Minister voor Medische Zorg en Sport komt te liggen en dat de Minister van EZK blijft zorg dragen voor de bedrijfseconomische expertise. De Minister van EZK is echter ook verantwoordelijk voor het nucleaire landschap. Kan de Minister aangeven hoe hij invulling geeft aan deze verantwoordelijkheid, met het oog op het belang van onderzoek naar nucleaire technologieën in de toekomst? In juli vorig jaar heeft de hoogambtelijke werkgroep nucleair landschap drie scenario's uitgewerkt ter voorbereiding op de besluitvorming over de toekomst van het nucleaire landschap in Nederland, namelijk afbouw, continuering en intensivering. In de laatste brief van het kabinet wordt hier niet op ingegaan. Voor welk scenario wordt gekozen en waarom? Is het kabinet bereid om in te zetten op onderzoek? Wanneer kunnen we een kabinetsreactie hierop verwachten?

Dan de eindberging van radioactief afval.

De voorzitter:

Een laatste punt, meneer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):

Ja, inderdaad, dat is mijn laatste punt. Er is een kwartiermaker aangesteld om onderzoek te doen naar de samenstelling, inrichting en agenda van de klankbordgroep. De kwartiermaker constateert dat er draagvlak is voor het vormen van een klankbordgroep, maar dat deze een actievere invulling moet hebben. Wat houden de voorbereidingen in, wat is er allemaal nodig en wanneer wil de Staatssecretaris de klankbordgroep ingesteld hebben? Wanneer wordt de Kamer hier weer over geïnformeerd?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een vraag voor u van mevrouw Van Eijs.

Mevrouw Van Eijs (D66):

De heer Von Martels ging er heel snel overheen, maar hij had het over het Lighthouseproject in verhouding tot het PALLAS-project. Hij zei het niet zo expliciet, maar ik hoop toch niet dat collega Von Martels bedoelde dat we niet meer zouden moeten investeren in het Lighthouseproject omdat het PALLAS-project dan gevaar zou lopen.

De heer Von Martels (CDA):

Nee, ik zei het meer in vragende zin, want tegenstanders van het PALLAS-project stellen dat Lighthouse de komst van de reactor overbodig maakt. Het was dus meer een nieuwsgierige vraagstelling, zonder dat ik daar direct conclusies aan verbind, maar het is inderdaad wel zo dat er een overschot gaat ontstaan op die markt. In die zin is mijn opmerking dus bedoeld. We moeten dat wel voorkomen natuurlijk.

De voorzitter:

Iemand anders nog? Eenmaal, andermaal? Een plastic tasje erbij? Mevrouw Dik-Faber? O nee, geen plastic, maar papier. Mevrouw Dik-Faber, uw vier minuten gaan in.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Al jarenlang zijn er zorgen over de technische staat van de verouderde kerncentrales aan de Nederlandse grens. Tihange 2 en Doel 3 waren al regelmatig negatief in het nieuws. Duitse media berichtten in februari over incidenten in Tihange 1 en op 23 april werd centrale Doel 1 stilgelegd vanwege een lek. Veel Nederlandse gemeenten hebben aangedrongen op sluiting van de centrales in Doel en Tihange, die nog tot 2025 en misschien nog wel langer openblijven. De Staatssecretaris meldt nu in haar brief dat we ons op basis van de laatste berichten geen zorgen hoeven te maken, maar de kernvraag is natuurlijk: is de veiligheid van onze inwoners geborgd? De voorgeschiedenis stelt niet bepaald gerust: verschillende storingen, scheurtjes in reactorvaten. De Staatssecretaris meldt dat er tot 2015 eigenlijk geen zogenaamde INES-incidenten zijn geweest in Tihange, maar hoe zit het met de incidenten tussen 2015 en nu? Mijn vraag aan de Staatssecretaris is ook of Nederland in gesprek blijft met België over de energietransitie en vooral over een zo snel mogelijke sluiting van de kerncentrale in Tihange.

Voorzitter. In januari publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid een rapport waaruit blijkt dat de samenwerking tussen Nederland, België en Duitsland beter moet op het gebied van crisisbeheersing bij een kernongeval. Ook staat in het rapport dat de informatievoorziening richting de burgers beter moet. Dat stemt allemaal niet gerust. Een week voorafgaand aan het stilleggen van Doel 1 is nog geoefend om de samenwerking bij een nucleair incident te verbeteren, maar na het lek in de reactor is de communicatie volgens de provincie Noord-Brabant en de veiligheidsregio zeer slecht verlopen. De commissaris van de Koning moest na berichten in de media zelf op zoek naar informatie. Hoe verklaart de Staatssecretaris deze miscommunicatie, zeker na de oefening die een week eerder plaatsvond? Vele anderen hebben die vraag ook gesteld.

De OVV concludeerde in januari al dat er afspraken zijn over het doorsturen van informatie over incidenten bij kerncentrales, maar dat het doorsturen van de informatie in de praktijk nog niet overal volgens afspraak verloopt. Is de Staatssecretaris het met mij eens dat de samenwerking tussen toezichthouders en het delen van informatie over incidenten echt op orde moeten zijn? Kan zij garanderen dat de informatie vanaf nu wel goed gedeeld wordt? Ik hoop, in lijn met mijn eerdere pleidooi, dat we voor de communicatie naar de burgers ook sociale media gaan inzetten, want daar ga je als burger het eerst op kijken.

Voorzitter. Ik heb nog een aantal vragen over het onderzoek naar de eindberging. Uit het onderzoek blijkt dat er betere alternatieven zijn dan eindberging in de noordelijke zoutkoepels. Opslag in kleilagen lijkt aantrekkelijker en is een half miljard goedkoper. Welke onderzoeken heeft de Staatssecretaris nog nodig voor een conclusie en hoe lang neemt dit in beslag? Sluit de Staatssecretaris eindberging in de buurt van grondwater uit, in lijn met de oproep van Vewin?

Dan Borssele, waar ook al door anderen naar is gevraagd. De Algemene Rekenkamer concludeert dat er onvoldoende controle is op het geld voor de sloop van de kerncentrale Borssele. Kan de Staatssecretaris reageren op de kritiek van de Rekenkamer over de kostenramingen richting 2033?

Mijn laatste punt betreft PALLAS. Er wordt gewaarschuwd voor een tekort aan medische isotopen. Het kabinet steunt de alternatieven voor isotopen, maar geeft ook ruimte aan PALLAS. Als beide projecten worden gerealiseerd, ontstaat een overcapaciteit, terwijl de businesscase van Lighthouse veel aantrekkelijker is. Gezien de levensduur van PALLAS en de snelle ontwikkeling van alternatieven, lijken we nu in een spagaat te zitten over de noodzaak van PALLAS. Mijn vraag aan de Minister is of hij daarop wil ingaan.

Voor het historisch afval zijn de kosten telkens fors naar boven bijgesteld. Ook nu lees ik dat de nieuwe raming een opwaartse onzekerheid kent. Ik lees over nogmaals 33 miljoen aan onzekerheidsmarge. Het is goed dat het kabinet wil voorkomen dat de overheid hiervoor moet opdraaien, maar helaas leert de geschiedenis anders.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Volgens mij is er een redelijk evenwichtige verdeling van de vragen. Ik heb begrepen dat er behoefte is aan een schorsing van een minuut of vijf.

De vergadering wordt van 16.14 uur tot 16.19 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder met de beantwoording. We starten met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, die de vragen die aan hem zijn gesteld zal beantwoorden.

Minister Wiebes:

Voorzitter, dank. We hebben afgesproken dat ik zou beginnen, niet omdat we dat hiërarchisch zo hebben ingedeeld, maar omdat ik erg geschikt ben als voorgerecht en als hoofdgerecht. Ik wilde eerst even de vragen over historisch afval van ECN behandelen, daarna de verschillende interessante vragen over PALLAS, Lighthouse, de isotopen en alle aanhangende vragen, vervolgens de Belgische vragen op mijn terrein en voorts een aantal aanvullende vragen. Als ik aan het end van mijn pakketje ben, betekent dat niet dat ik klaar ben. Daarna kijk ik nog even keurig in de aantekeningen, want ik probeer ieder van u te bedienen.

De ergernis over het historisch afval die hier bestaat, bestaat natuurlijk al langer, niet alleen bij de Kamer, maar ook bij het kabinet. Die ergernis is dat steeds weer de kosten hoger blijken te zijn. Op een gegeven moment is dat aanleiding geweest om een hoogambtelijke werkgroep aan het werk te zetten en met alle partijen aan tafel eens te proberen om tot een meer definitief getal te komen. In die zin vertoont het dossier van het historisch afval van ECN grote gelijkenis met sommige ICT-projecten; de kosten worden steeds hoger. Dat wekt grote ergernis, niet alleen bij de Kamer, maar ook bij het kabinet. Dat heeft ook wel te maken met het feit dat besloten is om het afval op één plek te bewaren, namelijk bij COVRA en niet waar het zat.

De kosteninschatting die nu op tafel ligt, is naar ieders overtuiging volgens alle betrokkenen de meest realistische, maar die blijft een schatting omdat we moeten vaststellen dat we niet precies weten wat er in de vaatjes zit. Er is wel uitgebreid naar gekeken. De heer Van Aalst heeft gevraagd of er alternatieven zijn, maar daarmee heeft hij tegelijkertijd, zonder dat hij dat wist, een van mijn stokpaardjes bereden. Ik heb lange tijd gedacht van wel. Ik ben behoorlijk lastig geweest, ook ten aanzien van de werkgroep nadat men meende tot bevindingen te zijn gekomen, door te vragen of dat niet anders kon. Liggen de vaatjes daar niet goed? Kan het niet op een andere manier? Zijn er geen andere technieken? Dat heeft mij eerlijk gezegd een tijdlang mateloos gefascineerd omdat ik moeilijk kon leven met dit soort getallen. Uiteindelijk heb ik het vlaggetje neergelegd, niet omdat ik de strijd heb opgegeven maar omdat op een gegeven moment ook ik ben overtuigd met zakelijke argumenten dat andere oplossingen niet tot een bestendig veilige situatie leiden. Ik heb moeten omarmen dat dat wat er nu ligt, het is. De kostenraming die er nu ligt, betekent niet dat dit het definitieve getal is. Er is eerlijk aangegeven wat daarin de onzekerheden zijn. Er is gebruikgemaakt van het bedrag dat bij ECN op de balans stond. Er is gekeken naar de totale kosten. Vervolgens is in een deel voorzien en een ander deel is benoemd als financieel risico om op een zeker moment in de tijd te beschouwen of dat risico nog bestaat. Dat zijn in alle helderheid de procedures die gevolgd zijn.

Dat zijn de kosten, waarbij we er natuurlijk nog enige tijd voor hebben om te zorgen dat die risico's zich niet voordoen. Een van de risico's is het niet kunnen inverdienen van het gat, het deel dat op de balans staat, bij de verkoop van isotopen. Er is nu een speciale taskforce bezig met het zo veel mogelijk in kaart brengen wat de inverdienmogelijkheden nog zijn om te zorgen dat het risico zo veel mogelijk achterwege blijft.

Een andere kwestie is alles rond PALLAS en Lighthouse, maar lees even: het publieke belang van de leveringszekerheid van medische isotopen. Ik praat hier inmiddels ernstig voor mijn beurt, want het publieke belang van de medische isotopen ligt op dit moment niet bij mij. Dat is ook terecht, want een dergelijk zwaarwegend publiek belang in de medische sfeer hoort bij collega Bruins, maar hij is er nu niet en kan ook niet op twee verschillende plekken zijn. In alle eerlijkheid ga ik proberen dat zo goed mogelijk te doen, maar wel vanuit het publiek belang dat onder zijn beheer zit. Er zijn vragen over gesteld door mevrouw Van Eijs en de heer Von Martels. Ruwweg zeggen velen: we hebben twee van die initiatieven en misschien nog wel meer in de lucht. Hoe maken we daar nou de keuze?

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Van Aalst een vraag heeft. Over PALLAS of over het vorige punt?

De heer Van Aalst (PVV):

Nog even over het vorige punt. Ik zat nog even na te denken. Ik was ook gefascineerd door het afval en wat we daarmee kunnen. Bestaat er ook een mogelijkheid in de toekomst dat er door innovatie, bijvoorbeeld als we kijken naar gesmoltenzoutreactoren, thoriumcentrales, een optie komt om het bestaande afval daarin te verbranden?

Minister Wiebes:

Daar ben ik in overvraagd, maar ik denk dat degene die niet overvraagd is, zou hebben geantwoord dat het ingewikkeld is om nu te voorspellen wat in de toekomst wellicht bekend is. We moeten altijd openstaan – zo'n land zijn we – voor innovatieve mogelijkheden. Wat we niet moeten doen is met uiterst onzekere innovaties van allerlei soort – niet specifiek deze, maar van alles – nu al in onze kostenopstelling rekening houden in neerwaartse zin. Dan zijn we onszelf aan het bedriegen. Een realistische kosteninschatting houdt rekening met wat we nu weten en wat we nu vinden. Als zich nieuwe technieken voordoen, zullen we die op hun merites beoordelen, maar de prudentie dwingt ons toch om de kosten pas aan te passen als er zekerheid is over nieuwe stappen. Dat we naar innovaties moeten blijven kijken – ik bedoel niet deze specifiek, want ik wil er geen een omarmen – is helder.

De voorzitter:

U gaat verder met de leveringszekerheid.

Minister Wiebes:

Ja, toch even naar de leveringszekerheid van medische isotopen. We zitten nu met verschillende technieken die een verschillende mate van zekerheid hebben. PALLAS is bewezen technologie. Dat is ook de enige techniek die bewezen is. Dat is een solide businesscase. We weten dat dat kan, maar de onzekerheid zit erin dat zich new kids on the block voordoen waarvan we niet zeker weten dat die kunnen, maar die wel veelbelovend zijn. Lighthouse is daar een voorbeeld van. Het is een alternatieve methode, maar de technische haalbaarheid moet nog worden bekeken. Deze is theoretisch haalbaar, maar het is maar de vraag of die zich ook praktisch vertaalt op een zekere termijn dat we daar ook isotopen mee kunnen leveren. Als dat kan, zou dat in allerlei opzichten, financieel maar ook qua nucleaire belasting, veelbelovend zijn. Maar we weten dat nog niet precies. Het gaat hier om een zwaarwegend publiek belang. Wedden op één paard is hierbij niet verstandig. Zouden we alleen op PALLAS wedden, worden wij misschien achterhaald door iets wat veel goedkoper is en lopen we in de val die de heer Van Aalst schetst: er komt iets beters, maar we hebben ons inmiddels al vastgelegd op iets wat minder goed was. Zetten we alleen in op Lighthouse, dan lopen we in de val die ik zonet in het andere dossier schetste: wij hopen op iets wat niet komt. Dat is voor een dermate zwaarwegend publiek belang gewoon niet verstandig.

Dan even terug naar de meer fundamentele vraag die mevrouw Van Eijs stelt: is dit een soort publiek belang waar de overheid dik in moet gaan zitten met allemaal geld, met het risico dat te verspelen, of is het iets wat gewoon aan de markt moet worden overgelaten, maar waar we dan verder geen controle over hebben? Ik zou zeggen geen van beide. Een publiek belang is iets wat we hier benoemen als iets wat belangrijk is, maar wat niet automatisch betekent dat de overheid alles moet doen. Er zijn meer publieke belangen die door private partijen uiteindelijk worden voortgebracht dan publieke belangen die door de overheid worden voortgebracht. Het betekent wel dat de overheid soms moet duwen, moet reguleren, moet helpen of op een andere manier moet kanaliseren. Dat doen we hier juist door deze twee initiatieven, die inherente private initiatieven zouden moeten worden, wel een beetje van de grond te helpen. Bij de ene doen we dat door leningen te verstrekken om ontwikkeling mogelijk te maken en bij de andere doen we dat door in het kader van de innovatie, zoals een overheid ook rollen heeft in innovatie, dat te ondersteunen.

Op een gegeven moment komt er natuurlijk een keuzemoment. Dan is het wel zaak om er een privaat initiatief van te maken. Natuurlijk kun je het speelveld nog verbreden. Dat doet mevrouw Van Tongeren, want zij zegt: «Nou, wacht eens even, waarom zou het in België niet kunnen? Dat is een wereldwijde markt.» Inderdaad, waarom zou dat niet kunnen? Het oordeel op dit moment is dat er in België gewoon geen bestendig uitzicht is op een continue levering van voldoende isotopen. Ten eerste is de huidige capaciteit te laag om een deuk in de boter te slaan. Ten tweede is de huidige capaciteit uitfaserend en is er geen zicht op opvolging van in elk geval de productie van medische isotopen. Hier is het dus van belang om faciliterend te zijn en te richten op private initiatieven waar de overheid niet steeds geld bij moet steken, maar uiteindelijk wel ervoor te zorgen dat het publieke belang bediend wordt.

Er was nog een vraag van mevrouw Van Tongeren. Hoeveel geld moet daar nou naartoe en staan daar hekken omheen? Ja, er staan hekken omheen in de zin dat het uitsluitend om vreemdvermogenverschaffing gaat, waarbij er een hek staat om een eventueel vanaf nu nog resterend bedrag van 20 miljoen. Allemaal op een zodanige manier dat het wordt terugbetaald als het initiatief tot leven komt en allemaal bedoeld om het publiek belang te dienen en te zorgen dat er wel iets komt, want iedereen zal onderkennen dat dit niet het type publiek belang is waarmee we slordig willen omgaan. Dat zeg ik niet alleen namens de Minister Bruins, maar ook namens de mens Eric Wiebes.

De voorzitter:

Dat was PALLAS? Ja? Dan hebben we het tweede blok afgerond. Mevrouw Van Tongeren heeft een vraag over dit onderwerp.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij zijn op werkbezoek geweest in België. Daar wordt dezelfde argumentatie gehanteerd: het algemeen belang wordt geborgd, we zitten vlak bij een internationale haven, onze vervoersstromen zijn veel beter op orde dan ergens in een duingebied in Nederland, wij bedienen een groot deel van de Europese markt en wij kunnen dat blijven doen. Verder hebben we gehoord dat er een gezamenlijk Europees project is. Alle Europese landen erkennen het publieke belang. Als Europa zijn wij daar samen een kernreactor aan het bouwen om de medische isotopen te dekken. Ik heb destijds een motie ingediend, die op verzoek van de Minister is aangehouden, die vraagt om nou eens in kaart te brengen wat er verder in Europa gebeurt. Als je van meerdere bedrijven hoort dat zij de markt heel goed bedienen en er anders een publiek belang is ... Er is ook een tweestrijd tussen de behandelaars die medische isotopen willen gebruiken en de oncologen die chemische middelen willen gebruiken. Er zijn dus marktaandelen aan meerdere kanten. Aangezien er geen investeerders te vinden zijn in het Nederlandse project, is er geen solide businesscase, want anders waren er investeerders te vinden.

De voorzitter:

Dat is meer een opmerking dan een vraag. Of wilt u er een reactie op?

Minister Wiebes:

Laat ik solidair zijn met mevrouw Van Tongeren en dit als een vraag opvatten, want anders moeten we het in retoriek zoeken en dat is ook niet netjes. Ik ben niet op werkbezoek geweest. Het is ook een publiek belang dat onder een collega valt, maar het kabinet spreekt met één mond enzovoorts, dus laat ik het als volgt zeggen. Het antwoord dat ik nu geef, is het antwoord waarvan ik nu overtuigd ben, maar ik zie dit even als een aansporing om nog eens in de burelen na te zoeken hoe grondig die inventarisatie is gedaan. Eventueel zal ik met collega Bruins in overleg treden, want laten we eerlijk zijn: de overtuiging is hier niet dat er per se in Nederland dingen gebouwd moeten worden, maar de overtuiging is dat het publiek belang gediend moet worden. Collega Bruins is niet enthousiast over fabrieken of reactoren, maar over het oplossen van het probleem. In die zin dragen we hetzelfde uit. Ik ga nog eens even na of het antwoord geheel is gegeven met de degelijkheid die gevat is in de motie waarop mevrouw Van Tongeren doelt.

De voorzitter:

Dan zie ik nog wel wat vragen. Ik zag dat de heer Ziengs de eerste was.

De heer Ziengs (VVD):

Ik weet niet of de Minister deze vraag moet gaan beantwoorden of dat dat straks nog door de Staatssecretaris gebeurt. Ik had gevraagd naar de relatie tussen het verstrekken van de vergunning en het verkrijgen van private investeerders die willen instappen. Die stappen pas in als de vergunning verleend wordt. Ik had de vraag gesteld welke doorlooptijd daar dan op zit, maar ik weet niet waar die vraag thuishoort.

Minister Wiebes:

Ik begrijp uit mijn rechteroor dat dat bij de Staatssecretaris zou horen, maar ik ben evenzeer gevoelig voor het linkeroor, dus wij studeren daar even op.

De voorzitter:

Oké, daar komt u op terug. Mevrouw Dik-Faber, had u nog een punt?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik had toch nog een vraag over PALLAS en over Lighthouse. Volgens mij hebben wij de hele tijd alleen maar PALLAS gehad en is Lighthouse echt iets van de laatste tijd. Dat er nu ineens twee opties zijn, is dus misschien ook wel luxe. Ik zie wel dat ECN achter PALLAS de kennis heeft en ook investeert in Lighthouse. De beweging die je ziet, is dat Lighthouse een veel aantrekkelijker businesscase heeft, waarbij investeerders betrokken zijn en waarbij we uiteindelijk niet te maken hebben met het nucleaire afval. Deelt de Minister dan ook mijn visie dat we die optie zeker niet moeten uitsluiten? Dat doet hij ook niet, maar we moeten op een gegeven moment wel tot een keuzemoment komen, want overcapaciteit lijkt mij ook niet wenselijk. Wat zou dan de keuze van de Minister zijn? Wanneer is dat keuzemoment? Wat zijn de criteria op basis waarvan we die keuze gaan maken? Komt Lighthouse daar dan toch niet als de betere variant uit?

Minister Wiebes:

Ik ben het volledig met mevrouw Dik-Faber eens dat er een keuzemoment komt en dat het niet verstandig is om beide voort te zetten. Ik ben het ook met haar eens dat we met de mogelijkheid van een keuze in een luxere positie zijn gekomen, maar die willen we ook wel uitnutten. Dat betekent dat we willen komen tot een moment dat van beide opties voldoende bekend is om die keuze ook te kunnen maken. Dat is niet nu, want zoals mevrouw Dik zegt, is de businesscase van Lighthouse veel aantrekkelijker. Ja, dat geldt voor de potentiële businesscase, maar vooralsnog is het een schitterende vogel die nog wel in de lucht vliegt. De andere is een wat betrouwbaarder vogel die in de hand zit. Hij is misschien minder mooi, maar hij is wel in de hand. De keuze tussen die twee is nog niet nu, maar het keuzemoment komt en inzetten op het duurzaam ontwikkelen van beide zou onverstandig zijn. Dat ben ik geheel met mevrouw Dik eens. Wanneer dat keuzemoment is, kan ik niet helemaal voorspellen. Als het nu was, zouden we het ook doen en onze ondersteuning aan het andere initiatief stoppen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik zou graag willen horen of de Minister een duiding kan geven van het moment waarop die keuze gemaakt moet worden, want we zijn al zo lang aan het praten over PALLAS en er gaan continu miljoenenleningen naar PALLAS toe. Dus als dat nou de zekerheid geeft dat dat bedrijf eens zal komen ... Ik deel die zekerheid gewoon veel minder, want er zijn gewoon helemaal geen investeerders die belangstelling hebben voor PALLAS en wel voor Lighthouse. Tel daarbij op dat we dan niet te maken hebben met nucleair afval. Dan zou ik het wel weten. Nogmaals, het is een aansporing aan de Minister. Welke criteria hanteert hij? Zijn het bestaan van investeerders en het wel of niet aanwezig zijn van nucleair afval ook criteria die worden meegenomen? Wanneer gaan we die keuze maken?

Minister Wiebes:

De gedachte nu is dat we niet eindeloos geld blijven stoppen in PALLAS. Er is een afgegrensde tranche van leningen die nog staan, maar er zijn geen verdere plannen voor ondersteuning. De gedachte is dat er in 2020 voldoende uitzicht moet zijn om een van beide initiatieven te ondersteunen. Het is logisch dat geen van beide initiatieven nu een volledig gefinancierd businessplan oplevert, want het een toont nog te grote technische onzekerheden en het ander lijdt er natuurlijk onder dat het best een degelijke vogel in de hand is, maar dat er nog een mooiere boven vliegt die misschien ook nog binnen bereik komt. Het is dus logisch dat er op dit moment niet alleen voor de overheid, maar ook voor private financiers nog geen keuze wordt gemaakt. Dat traject moeten we dus door. Laten we dat inderdaad beschouwen als een luxe – ik gebruik de woorden van mevrouw Dik-Faber zelf – want als je tussen twee dingen kunt kiezen, ben je vermoedelijk beter af dan wanneer je die keuze niet hebt. Zo ziet het traject er wat mij betreft dus uit.

De voorzitter:

Mevrouw Van Eijs heeft nog een vraag voor u.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Een vraag die ik al eerder heb gesteld maar die wellicht is weggevallen tussen de andere vragen, is hoe PALLAS ligt binnen alle andere Europese initiatieven. De vorige reactor was van Europa. Wat is de rol van Europa bij deze nieuwe ontwikkeling als het belang van PALLAS eventueel groter is dan Nederland?

Minister Wiebes:

Nou, volgens mij is het nu geen Europees belang. We delen met elkaar natuurlijk het publieke belang, maar voor zover ik weet, is er geen Europees beleid op het terrein van isotopen. Laat ik het even vatten in de aansporing die mevrouw Van Tongeren heeft gedaan. Zij heeft al eerder gevraagd om de bredere initiatieven op een rijtje te zetten. Laten we het in dat kader meenemen. Ik kijk dan of ik nog aanleiding zie om erop terug te komen als er nieuwe informatie uitkomt.

De voorzitter:

Dan zie ik de heer Von Martels nog.

De heer Von Martels (CDA):

Het is een moeilijke afweging: PALLAS en/of Lighthouse of een van beide. Kan Lighthouse wel alle isotopen maken op dit moment? Is dat bekend? Mijn informatie strekt ertoe dat de therapeutische isotopen niet bij Lighthouse kunnen worden gemaakt en weer wel bij PALLAS.

Minister Wiebes:

Het antwoord is: mogelijkerwijs niet alle. Maar dit is een van de dingen die we in 2020 moeten weten voordat we er een besluit over kunnen nemen. Dit is ook een van de redenen dat private financierders niet voor de een, maar ook niet voor de ander in de rij staan. Dit zijn precies de dingen die we moeten weten om tot een keuze te komen. Dit zeg ik allemaal namens collega Bruins.

Dan de Belgische kern- en nucleaire ambities. Ook in België heeft men een regeerakkoord. Daarin staat dat er een uitstap wordt voorzien in 2025. Dat is wel een stevige opgave. Ten eerste is een heel groot deel van hun productie en elektriciteitsvoorziening nucleair. Verder gaat het natuurlijk om iets van zeven kerncentrales. Dat is dus een flinke opgave. Ik heb niet meer informatie dan dat. Als ze hun plannen zouden veranderen of bijstellen, denk ik ook niet dat ze mij als eerste zullen bellen. Het is nu natuurlijk aan de Belgen. Deze informatie heb ik; ik heb op zich geen andere.

Kunnen we ze dan helpen? Er is een Europese energiemarkt. Dat is wat we samen doen. Als we de zonnige kant en de zegeningen van de Europese samenwerking willen belichten, mag de energiemarkt niet ontbreken. De hoogspanningsbeheerders van Nederland en België zijn met elkaar aan het werken aan een grotere interconnectiecapaciteit. Daar is ook echt behoefte aan. Bovendien hebben we met elkaar in Europees verband afgesproken dat we de energie- en klimaatplannen maar ook de daarbij behorende interconnectie met elkaar afstemmen. Overigens spreek ik Minister Marghem deze maand onder andere over deze zaken. Je kunt dus zeggen dat dit hulp is, zowel als het gaat om de aansluiting bij de duurzaamheidsplannen als zeker ook om de interconnectiecapaciteit. Even kijken of ik daarmee door de Belgische vragen heen ben. Ik dacht van wel.

Mevrouw Van Tongeren stelde een kritische vraag over het openblijven van Borssele. Is daar wel aan de voorwaarden voldaan? Het is een beetje hoe letterlijk je ze leest, maar aan de gezamenlijke verplichting om 200 miljoen te investeren is voldaan. De gezamenlijke verplichting van de halve megaton aan CO2 is technisch niet gehaald, maar met de ombouw van de Amercentrale komt het gezamenlijke doel wel in beeld. Dan is er ook nog een doel om een bedrag toe te zeggen aan een revolverend fonds. Daar komen we binnenkort overheen. In alle eerlijkheid zie ik in deze gezamenlijke prestaties geen reden om terug te komen op de sluitingsdatum voor Borssele.

De voorzitter:

U mag een vraag stellen, mevrouw Van Tongeren. Het is wel uw laatste vraag en Staatssecretaris Van Veldhoven komt ook nog.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Door de Rekenkamer en de eindevaluatiecommissie is echt iets anders gezegd. Zij zeggen dat de projecten die zijn gerealiseerd om de CO2-uitstoot te verminderen, in lijn zijn met de normale bedrijfsvoering. Er is juist gevraagd om een extra effort te doen. In het begin zijn er vanuit Borssele en Zeeland een paar kleine start-ups geprobeerd. Daar zijn er een paar failliet van gegaan. Toen is men er eigenlijk mee opgehouden. Zelfs aan de letter van de wet kom je dus niet, maar de intentie was om er iets extra's naast te doen en niet iets wat gewoon in de normale lijn van de bedrijfsvoering ligt. Dus: én te laat, én te weinig. De Rekenkamer en ik vinden het matig. Ik zou van de Minister toch graag horen of daar een tandje bij kan.

Minister Wiebes:

Met de stappen die deels nog komen denk ik dat er toch een behoorlijke prestatie is geleverd, hoewel je over de letter en de geest kunt debatteren. Misschien is dat dan mijn tekortkoming; dat laat ik graag aan mevrouw Van Tongeren over. Ik heb het besluit genomen om het hierbij te laten en dit te beschouwen als een passende invulling van de afspraken. Zij zou het in mijn positie misschien anders hebben gedaan, maar zo heb ik het gedaan.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik ga toch nog even door over de conclusie van de Algemene Rekenkamer van gisteren dat de overheid onvoldoende controleert of er genoeg geld opzij wordt gezet voor de ontmanteling van oude nucleaire installaties. Zij zeggen dat je hiermee gewoon een publiek risico loopt. Ik zou daar toch nog wel een iets scherpere reactie op willen. Wat gaat u doen met die toch wel harde conclusie van de Algemene Rekenkamer?

Minister Wiebes:

Ik heb begrepen dat die vraag ook straks aan de orde komt. Mocht dat niet zo zijn ... Mevrouw Van Tongeren kijkt mij nu streng aan! Het linkeroor en het rechteroor hoeven het ook niet altijd met elkaar eens te zijn.

Ik heb nog een vraag liggen van de heer Von Martels. Ik weet eigenlijk niet of ik zijn vraag niet helemaal correct heb of dat hij zijn vraag wel heel pregnant heeft gesteld: welk scenario uit de hoge ambtelijke werkgroep? Mijn begrip is dat het om verschillende keuzes gaat die naast elkaar bestaan. Er is de keuze hoe wij in Nederland willen omspringen met kernenergie. Dat gaat gewoon om energievoorziening. Er is de keuze hoe wij willen omspringen met medische isotopen. Ook is er de keuze hoe wij willen omspringen met onderzoek. Ten aanzien van elk van deze zaken moet je keuzes maken, maar je kunt niet kiezen voor optie 1, 2 of 3. Je moet ten aanzien van elk van deze vragen een antwoord hebben. Bij de kernenergie blijkt het helemaal niet veranderd: het is wat het is, wat per saldo natuurlijk vele jaren stilstand betekent. Over de medische isotopen hebben we het zojuist gehad. Bij onderzoek zet het kabinet niet in op publieke financiering van energieonderzoek in PALLAS. Er is wel onderzoek op dit terrein, onder andere in Delft. Wat dat betreft zijn hier geen haakse bochten ten aanzien van de keuzes die door de hoge ambtelijke werkgroep zijn aangedragen.

Voorzitter, ik check nu even of ik iedereen recht heb gedaan.

De voorzitter:

Anders horen we dat in tweede termijn wel, denk ik.

Minister Wiebes:

Ja, waarbij ik het aan de voorzitter overlaat of hij misschien de Kamerleden polst of er ten aanzien van mij wel een tweede termijn nodig is. Anders is er altijd genoeg te doen. Mijn eerste en bijzondere opdracht is natuurlijk altijd om deze Kamer zo goed mogelijk te bedienen, dus bij elk voorstel leg ik mij neer. Dit zou hooguit een verzoek zijn.

De voorzitter:

Ja, dit is een suggestie. Ik inventariseer even bij de leden. Ik hoor dat het een goed idee is. «Een goed idee» wil zeggen dat u de Minister verexcuseert?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, dan moet ik mijn tweede interruptie gebruiken. Dat is dan wel jammer, maar goed, ik begrijp de agenda van de Minister ook. Ik ben heel erg blij met de opmerkingen van de Minister van zojuist. Voor het eerst is publiek gezegd dat wij belang hechten aan de voortgang van de productie van medische isotopen, maar dat dat niet per se via PALLAS hoeft. Dat vind ik absoluut winst. Ik wil het volgende nog meegeven aan de Minister. Hij zei dat investeerders nu een beetje afwachten omdat ze wachten op de keuze die in 2020 wordt gemaakt. Volgens mijn informatie – de commissie heeft dat ook kunnen horen bij een werkbezoek – wachten investeerders af omdat ze nog een afvalprobleem hebben in Petten. Daar willen de investeerders niet voor opdraaien. Wie draait er wel voor op? Dat is het Rijk. Dit is bijna expliciet aan ons gevraagd: «Rijk, wilt u alstublieft het afval opruimen? Dan zijn de investeerders pas geïnteresseerd.» Ik zou zeggen dat we ons daar toch niet al te zeer voor moeten laten lenen. Ook een liberaal zou dat moeten zeggen. Dat wilde ik echt nog heel graag aan de Minister meegeven.

Ik had nog één vraag. Fijn dat de Europese initiatieven in kaart worden gebracht, maar dan vraag ik me altijd af of daar dan niet ook Europese financiering bij past. Waarom gaat Nederland keer op keer leningen verstrekken terwijl we hier een Europees probleem oplossen?

Minister Wiebes:

Allereerst dank aan mevrouw Dik-Faber dat zij mij in de gelegenheid stelt om klussen te gaan doen die nuttig zijn. Zij zet daar haar interruptie voor in. Ik vind het ook altijd leuk om als liberaal te worden aangesproken. Nee, die liberaal vindt dat bij de private initiatieven en zelfs deels publieke initiatieven die er in het verleden zijn geweest de kosten van afval meegerekend hadden moeten worden in de prijzen van de producten. Dat is wat een liberaal vindt. Die vindt het dus niet goed dat dat nu niet is gebeurd. Dat is een ergernis die we hier allemaal delen. Aan de andere kant is het ook niet logisch om toekomstige initiatieven, die los staan van het verleden, te belasten met kosten die in het verleden zijn blijven liggen van andere initiatieven. Dan komt er namelijk ook niks van terecht. Dat betekent dat je het pasgeboren kind al met een steen aan de voet in ...

Ik hoor iets buiten de microfoon. Ik ben wat minder visueel ingesteld, maar ik zal mijn taalgebruik bijstellen. Laat ik het anders zeggen. Laat ik er bijna een klimatologische opmerking van maken. Wij vinden allemaal dat je niet moet worden opgezadeld met de problemen van een vorige generatie. Dat geldt in dit geval ook voor PALLAS, in overdrachtelijke zin. Waarom moeten overheden dat doen? Waarom doet niet Europa dat? Zoals wij allemaal graag kijken naar de overheid als de oplosser van de problemen, is de overheid misschien ook altijd wel geneigd om het in Europa te zoeken. Wij geven weleens een duwtje. Dat doen we voor publieke belangen, omdat wij een verantwoordelijk land zijn. Ten principale vinden we dat het hier wel gaat om een publiek belang, maar dat het tegelijkertijd een privaat initiatief zou kunnen zijn waarbij we ervoor moeten waken dat niet straks de kosten in het publieke mandje vallen. Dat moeten we nu echt zien te borgen. Daar hebben we in het verleden denk ik te weinig voor opgepast. Dat zou mijn boodschap zijn. Dat de overheid soms een zetje geeft, betekent niet dat de overheid hier de primaire investeerder is, de primaire initiatiefnemer of degene die aan het eind met de kosten blijft zitten. Dat ben ik met mevrouw Dik-Faber eens, ook al hebben wij misschien een verschillende band met het liberalisme.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Aangezien de Minister eerder weg wil en hij in zijn eerste termijn zei dat er voor zover hij weet geen Europees beleid is, wil ik hem toch nog even meegeven dat ik heb gelezen in de stukken – dat was volgens mij het stuk van het RIVM – dat de voorzieningszekerheid van medisch uraniumisotopen recentelijk aandacht heeft gekregen van de Europese Commissie en dat men wil komen tot een Europese Strategic Agenda for Medical, Industrial and Research Applications of nuclear and radiation technology. Dat lijkt mij een Europees beleid over isotopen. Ik hoor graag van de Minister dat hij dat meeneemt of daar in elk geval oog voor heeft in alle afwegingen die later gaan komen en de keuzes die gaan komen over Lighthouse versus PALLAS versus wellicht andere opties.

Minister Wiebes:

Helder. Ik zal dit overbrengen aan collega Bruins. Vooralsnog wordt er gemeld dat er Europees nog weinig beweging te vinden is, maar het is niet zo dat er geen logica is om dit als Unie aan te pakken. Deze breng ik over aan collega Bruins, die nu hiervoor verantwoordelijk is.

De voorzitter:

Goed. Ik dank de Minister en ga ik het woord geven aan de Staatssecretaris voor de beantwoording van een hele rits vragen die zijn gesteld. Een aantal leden is al door de interrupties heen. Waar mogelijk zal ik proberen coulant te zijn, hoewel we natuurlijk ook de tijd in de gaten moeten houden. Als de antwoorden kort zijn, hebben we inderdaad wat ruimte.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter, dank u wel. Ik zal inderdaad proberen om snel te antwoorden, maar uiteraard ook recht te doen aan de vragen. Het helpt misschien als ik een beetje aangeef in welke blokjes de antwoorden komen. Dan weten de leden ook of ze hun interruptie al moeten inzetten of niet, inclusief uw coulance. Eerst een heel aantal vragen over Doel 1. Daar zal ik mee beginnen. Dan wat specifieke vragen over C2000, de vergunningverlening in Nederland en België. Ik denk dat ik die meteen doe na Doel 1. Dan de veiligheid van de kerncentrale Borssele, de eindberging, de vergunning van PALLAS en genoeg geld voor de ontmanteling. In die volgorde kom ik erop terug.

De voorzitter:

Ik stel voor dat we dat iedere keer markeren en dan even inventariseren of daar vragen over zijn.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, dat is heel goed. Ik hoop als eerste dat de Kamer een goed werkbezoek heeft gehad aan het FANC. Ik was heel erg blij dat mijn Belgische collega daar was. Ik geloof dat de eerste buitenlandse collega die ik heb ontmoet de Minister was die verantwoordelijk is voor nucleaire zaken. Het eerste werkbezoek dat ik heb gedaan als Staatssecretaris was aan de regio, omdat er inderdaad veel onrust was in de regio en ik het heel belangrijk vind dat mensen weten dat we echt aandacht daarvoor hebben en dat ik snap dat ze bezorgd zijn. Ik vind die communicatie ontzettend belangrijk, met hen en ook met mijn collega's over de grens. Ik hoop dat het werkbezoek informatief was en ik heb Minister Jambon er ook voor bedankt dat hij u daartoe in de gelegenheid heeft gesteld. Ik heb uw collega's van het Belgische parlement ook uitgenodigd om hier op bezoek te komen als zij daar interesse in hebben, om bij onze inspectie te komen kijken. Ik denk dat die wederkerigheid – een aantal van u sprak daar ook over – ontzettend belangrijk is en dat je door elkaar letterlijk te kennen en door elkaars instanties te leren kennen ook het vertrouwen kunt opbouwen, wat zo belangrijk is op dit dossier.

Voorzitter. In de voorbereiding van dit debat zei ik tegen de mensen die voor mij daar een hoop aan doen en die een hoop kennis hebben dat de vraag die we zouden gaan krijgen in dit debat is: we hebben net een hartstikke mooie oefening gehad en een week daarna gaat het fout, hoe kan dat nou? Ik ben blij dat u mij niet teleur heeft gesteld in mijn voorspellend vermogen. Het is natuurlijk heel terecht dat die vraag is gesteld. Ik stelde mezelf die vraag ook. Ik snap ook heel goed dat mensen in het land zich die vraag stellen. Ik denk dat er aan de ene kant niets beter is – dat klinkt dan een beetje cru misschien – of beter gezegd effectiever is dan een reallife oefening. Als het gebeurt, zie je ook waar je er klaar voor bent.

Wat ook belangrijk is – dat is een van de lessen die ik hier geleerd heb – is heel goed kijken wat er werkelijk aan de hand is. Als we, ook als overheden en als Kamerleden in een debat in de Kamer, niet oppassen en niet zorgvuldig communiceren, kunnen we onrust veroorzaken. Daarbij dragen we ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wat is het eerste wat ik doe als er een incident is? Dan zijn er eigenlijk twee vragen die ik stel, namelijk 1. of er sprake is van een onveilige situatie voor mensen in Nederland of het milieu en 2. of de communicatie, de informatieverstrekking, adequaat verloopt zodat wij weten wat we moeten doen en ook de mensen in de regio weten wat ze moeten doen, zowel het bevoegd gezag, de hulpdiensten als de mensen zelf. Is het in deze casus goed gegaan? Nee. Daar heb ik in de brief wat langere zinnen over geschreven, maar het antwoord is natuurlijk gewoon nee. Daar moeten we van leren.

We moeten hier wel onderscheid maken tussen twee situaties. Als het antwoord op vraag 1, de vraag of er sprake is van een onveilige situatie voor mensen of milieu in Nederland, ja is, dan wordt er meteen geacteerd. Daar zijn echt crisisprocedures voor. Dat zijn de procedures die we geoefend hebben in die oefening Shining Spring. Ik ben daar zelf onderdeel van geweest, net als de Minister. De premier was daarbij en de Minister van Justitie en Veiligheid. Daarbij wordt zowel gekeken naar de technische kant van de zaak als naar de organisatorische kant van de zaak. België was daarbij betrokken en de veiligheidsregio's waren daar live bij betrokken. Er wordt natuurlijk ook goed gekeken naar de communicatiekant daarvan. Het was heel nuttig om die oefening te doen. Ik zal u straks nog wat meer vertellen over hoe er geoefend wordt en hoe wij deelnemen aan oefeningen in België en Duitsland.

Daarnaast heb je situaties waarin er een incident wordt gemeld. Inderdaad, alle incidenten worden gemeld. Dat is een goede vraag van de heer Ziengs, hoe dat nou eigenlijk zit. Wat is nou een incident en is elk incident even ernstig? Niet elk incident is even ernstig. Daar hebben we een classificatie voor. Daar kom ik zo nog op terug. Als er sprake is van een storing die geen gevaar oplevert, is er een ander informatieprotocol. Dat is maar goed ook, want je wilt niet dat voor elke stroomdip meteen de rode telefoon gegrepen wordt. In dat informatieprotocol is het fout gegaan. Daar moeten we ook van leren en dus het protocol aanscherpen. Ik denk dat een van de lessen die we daar hebben geleerd, is dat ook daar de communicatie ontzettend belangrijk is. Want ook als er een storing is die niet gevaarlijk is, kan het beeld ontstaan dat er wel iets aan de hand is en dan ontstaat er toch – dat snap ik heel goed – gewoon onrust. Want als je daar in de buurt woont en je weet het niet, ben je toch bezorgd. Daar hebben we dus echt een slag te slaan, om er ook wanneer er sprake is van een storing die niet gevaarlijk is toch voor te zorgen dat de informatievoorziening op orde is. Ik zal straks terugkomen op een paar concrete verbeteringen die we naar aanleiding hiervan al met elkaar hebben geïdentificeerd en die we gaan doorvoeren.

Dan over de informatievoorziening. Die begint natuurlijk in België. Als daar een storing plaatsvindt, begint die in België. Daar moet dus de eerste informatie vandaan komen, van het bedrijf en de autoriteiten. Dan komt de informatie in Nederland en die komt terecht op twee plekken, namelijk bij de ANVS en bij de veiligheidsregio's. Ik heb daar gezien dat de communicatie niet voldoende liep en daar ben ik gewoon niet tevreden over, dus die moeten we echt met elkaar verbeteren. De bestaande afspraken over de onderlinge informatie-uitwisseling en communicatie met het publiek worden ook voor situaties waarin er sprake is van een storing aangescherpt. Dat doen we niet alleen zelf, vanuit Nederland. Ik wil echt een table top, zoals dat zo mooi heet, organiseren waarbij alle partijen die hierbij betrokken zijn met elkaar aan tafel zitten en samen de situatie goed bekijken en ook kijken waar het beter kan, zodat ook de oplossingen geïnternaliseerd zijn. Het moet niet zo zijn dat wij iets bedenken waarvan de veiligheidsregio denkt dat het nooit zou werken. We moeten samen de oplossingen vinden die we straks in de praktijk ook echt kunnen toepassen.

Dan wat concretere vragen over dit onderwerp. Was de situatie onveilig? Meneer Wassenberg vroeg daarnaar. Nee, de situatie is daar nooit onveilig geweest. Daarom heeft het FANC, de inspectie, die gebeurtenis ook ingeschaald in de schaal als INES 0, dus geen gevolgen voor de veiligheid. Het FANC geeft aan dat de vergunninghouder op zich de juiste technische stappen heeft gezet in reactie op de lekkage. Er is dus op geen enkel moment een risico geweest dat die nucleaire straling buiten die reactor zou kunnen komen. Het was juist echt allemaal helemaal in dat interne gedeelte. Daarom kon je er lastig bij komen en moest de onderhoudsstop naar voren worden gehaald om het te kunnen oplossen, maar er is geen gevaar geweest.

De heer Wassenberg, de ChristenUnie en andere mensen hebben gevraagd wat we gaan doen om die communicatielijn te verbeteren. Die melding is dus wel terechtgekomen bij de veiligheidsregio, overigens niet pas na vijf dagen. Op 23 april, de dag dat het incident plaatsvond, is er gemeld aan de veiligheidsregio. Er had toen ook een melding moeten plaatsvinden aan de ANVS en die melding is toen niet gedaan. Daar zat dus de fout. Wat ik nu heb afgesproken met mensen is dat we ervoor gaan zorgen dat er een soort back-upstroom van informatie komt tussen de veiligheidsregio en de ANVS, ook als er sprake is van een situatie die niet gevaarlijk is. Dan kun je altijd over en weer checken: hé, heb jij het ook gekregen? Als dat dan een keer niet het geval zou zijn, hebben we in ieder geval die back-upinformatieloop zelf in Nederland intern goed georganiseerd.

Het tweede punt is dus die table top organiseren, met alle partijen nog eens om tafel gaan om te kijken wat hier is gebeurd en hoe we het beter hadden kunnen doen. Laten we echt niet alleen maar bestuurlijk doen, maar ook communicatief en inhoudelijk: hebben we voldoende doorgevraagd en waar zitten de verbeterpunten, ook in deze situatie? Morgen heb ik een belafspraak met Minister Jambon, omdat ik hem graag wil overbrengen dat dat misverstand, die situatie, is ontstaan en dat dat hier echt tot onrust heeft geleid. Ik vind het goed dat hij daarvan ook op de hoogte is en dat hij begrijpt hoe dat leeft in Nederland. Ik zal ook zeker de zorgen van de Kamerleden in dit debat aan hem overbrengen.

Ben ik tevreden over de informatievoorziening naar met name de burgers in de regio? Ik denk dat ik al heel duidelijk gezegd heb dat ik dat niet ben. Daarom gaan we een aantal stappen zetten. Op 23 april is de communicatie dus naar de veiligheidsregio gedaan en is ook direct de conclusie meegegeven dat er geen risico was voor de veiligheid. Alleen de details van wat het incident dan was, zijn niet gecommuniceerd. Dat is ook zo'n punt. Wanneer er wordt gemeld dat het een storing INES 0 is, is dat prima. Het is goed dat we dat snel weten, maar we willen ook weten wat het dan was omdat er anders toch onrust kan ontstaan en we daar dan niet meteen het antwoord op hebben.

Wat ga ik doen met de aanbevelingen van de OVV? De aanbevelingen van de OVV sluiten aan op verbeteracties, waarvan we een aantal gewoon meteen zijn gaan uitvoeren of die al liepen – we hadden natuurlijk ook geïdentificeerd dat het belangrijk was – zoals gezamenlijk oefenen met België. Ik heb de recente grote oefeningen al genoemd. Er is ook de website van de ANVS – ik geloof dat mevrouw Beckerman daar in een eerder AO een keer naar vroeg – met informatie over nucleaire veiligheid, rampenbestrijdingsplannen en incidenten. Ik kom zo meteen nog terug op de vindbaarheid daarvan, want ik vond dat een goed punt. Er zitten ook weer twee stappen in, maar daar kom ik zo op terug.

Dan voorbeelden van acties die lopen of op stapel staan. Meneer Van Aalst zei heel terecht dat we die informatieverstrekking natuurlijk binnen een grens van 20 kilometer hebben en dat je dan ook over de landsgrens heengaat. Je moet er wel voor zorgen dat je dat goed geregeld hebt. Dat is precies een van de punten die we met België en Duitsland bespreken. Ook daar is weer die wederkerigheid, die ook geldt als er bij ons iets is. Voor mensen is die grens een lijn op de kaart. Die heeft heel veel effect in het dagelijks leven, maar die mag geen effect hebben op de manier waarop je wordt geïnformeerd als er een situatie is die te maken heeft met je veiligheid. Daar moeten we dus absoluut beter in worden. Ik vind het belangrijk dat we juist de circuits gebruiken die dit soort onderwerpen structureel op de agenda hebben staan, omdat je daar ook de mensen hebt die er in die organisaties over gaan en die kunnen zorgen voor de verankering. Daarom gebruiken we de bestaande circuits, maar dit is absoluut een punt dat we bilateraal en in internationale gremia op de agenda hebben staan.

Meneer Wassenberg heeft zorgen over het aantal storingen in de Belgische reactoren, maar misschien moet ik eerst ingaan op de vraag van de VVD wat een incident is. We hebben dus een classificatie van INES 0 tot INES 4. Bij INES 0 zijn er gewoon echt geen veiligheidsgevolgen. Het is belangrijk om te weten dat alle nucleaire installaties – ik weet niet of u al geweest bent in de kerncentrale Borssele, maar het is heel goed om daar een keer te gaan kijken – zo zijn ontworpen dat er allerlei veiligheidsschillen in die centrale zelf zitten. Bij INES 1 is er een afwijking ergens geweest, een storing, maar dan zijn de veiligheidsmarges volledig intact. Bij INES 2 en 3 zijn er ook incidenten, maar nog steeds allemaal binnen de veiligheidsschil die de centrale zelf is, dus zonder gevolgen voor de omgeving. Pas vanaf INES 4 praat je over een ongeval met beperkte gevolgen voor de omgeving. Daarna heb je nog INES 5 en dan heb je echt een probleem. Bij het communiceren over hoe ernstig het incident is, dat het een gewone storing is zonder enige veiligheidsgevolgen, is het ook belangrijk dat we met elkaar mensen geruststellen daarin. Ja, er was een storing. Het is goed dat het gemeld wordt. We moeten met elkaar hier heel scherp op zijn, maar dat is niet altijd een reden voor onrust over situaties erbuiten.

Dan dus het aantal storingen. Volgens mij zei mevrouw Van Tongeren dat het eigenlijk vergelijkbare reactoren zijn als die we hier in Nederland hebben. Het zijn er alleen een aantal meer. Dan is het dus belangrijk om te weten of deze centrales meer last hebben van storingen dan de Nederlandse. Als je kijkt naar de incidenten – ik heb net die schaal al even langsgelopen – zie je dat het maximale dat is gemeld INES 1 is. Bij de storingen die zijn gemeld – dan kijk ik even terug van 2018 tot en met 2015, want daar gingen de vragen over – zie ik geen enkele storing boven INES 1. Het zijn dus allemaal storingen waarbij alle veiligheidsmarges nog volledig intact zijn. In 2015 waren er zeven, in 2016 waren er vier, in drie verschillende reactoren, en in 2017 waren er nul. Ik heb het net nog even laten checken, want ik vroeg me af of dat echt zo was. Dit ware de Tihange-incidenten inderdaad. In 2018 waren er twee, van INES 1. Dat is waar we het over gehad hebben. De OVV zegt dat er geen stijging is in het aantal incidenten.

Ik kom nog even terug op dat het hetzelfde type kerncentrale is. Je ziet dat in 2017 in Borssele drie meldingsplichtige ongewone gebeurtenissen zijn geweest en 21 gebeurtenissen bij alle Nederlandse nucleaire installaties in totaal. Die zijn allemaal INES 0 geweest, maar gemiddeld is het aantal ongewone gebeurtenissen in Borssele gelijk aan dat in de Belgische kernreactoren. Overigens staat voor deze centrales in België – de politieke wens daarin verschilt – de sluitingsdatum nu op 2025 en die voor Nederland, voor Borssele, op 2033.

Ik pleit helemaal nergens voor, maar ik geef alleen even de vergelijkbaarheid mee. Het is dus belangrijk om gevoel en de feitelijke situatie steeds naast elkaar te zetten. Ik zeg dat we ze naast elkaar moeten zetten, omdat ik wel begrijp dat als mensen zich ongerust maken het belangrijk is om dat te adresseren. Maar daarbij zijn de feiten steeds wel een heel belangrijke basis om dat op een goede manier te doen. Communicatie is daarbij heel belangrijk. Daarom was ik zo blij met de suggestie van mevrouw Beckerman over die ANVS-site. Zij vroeg naar de vindbaarheid van de ANVS-site. Daar zie je dat we eigenlijk een onderscheid hebben in de vindbaarheid van dit soort informatie, voor een crisissituatie en voor een niet-crisissituatie. In een crisissituatie is er de website crisis.nl. Daar is dan meteen van alles vindbaar. Als er geen crisissituatie is, gaan gaat het via infonucleairrisico.nl. Dan gaat het meer om algemene informatie. Tijdens crises verwijzen autoriteitnvs.nl en ook infonucleairrisico.nl naar crisis.nl en de betreffende veiligheidsregio. Maar ook aan de huidige vindbaarheid via Google gaan we gewoon werken. De site is pas net gelanceerd. Daardoor zijn er nog weinig hits en dan kom je bij Google nog niet heel erg hoog uit. Ik snap het punt van mevrouw Beckerman en daar wordt ook aan gewerkt.

Het CDA vroeg hoe wij betrokken zijn bij de oefeningen in België en Duitsland. De afgelopen twee jaar hebben we drie keer met België en één keer met Duitsland geoefend. Het gaat dan om het aantal keren dat België of Duitsland ons betrokken hebben bij hun oefening. Het is belangrijk dat je over en weer een keer in the lead bent bij het hanteren van zo'n crisissuatie, maar het is ook belangrijk dat je over en weer een keer geconfronteerd wordt met vragen vanuit een andere situatie, waarin je misschien een informatieachterstand hebt. Hoe zorg je er dan met elkaar voor dat je de juiste beslissingen neemt? Ik heb een mooi overzichtje van alle oefeningen die er zijn geweest, wat het scenario was en wie het organiserende land was. Als u wilt, kan ik dat ook aan de Kamer doen toekomen.

Voorzitter, dat waren volgens mij de vragen die ik van de leden heb gehad over Doel 1. Ik kom straks nog te spreken over vergunningen, veiligheid Borssele, C2000, eindberging, PALLAS en ontmanteling.

De heer Wassenberg (PvdD):

Eén vraag is nog niet beantwoord. De OVV schrijft dat de Belgische overheid bij de verlenging van de vergunningsprocedure, de levensverlenging – laat ik het zo maar even noemen – in ieder geval volgens de Nederlandse wet rekening had moeten houden met de belangen van omwonenden, ook aan de overkant van de grens. De Belgische wetgeving is kennelijk iets minder stringent. Geldt dan automatisch de minst stringente wetgeving? Als er een dispuut is, dan zou misschien een Europese rechtbank daarnaar moeten kijken. Kan de Staatssecretaris dat onderzoeken? Ik wil nu niet meteen naar het Europees Hof stappen. Ik wil eerst even weten wat de mogelijkheden zijn. Is er inderdaad een probleem? Is daar juridisch iets over te zeggen?

Ik wil nog één opmerking maken over de communicatie. De Staatssecretaris zei dat er twee soorten storingen zijn: storingen die gevaar opleveren voor de omgeving en storingen die dat niet doen. In dit geval was het een storing die geen gevaar oplevert voor de omgeving. Het had gemeld moeten worden, maar dat is niet gebeurd. Ik heb even gekeken hoe het hele proces is gegaan. Op 23 april is er een storing geweest. Er is toen niks naar buiten gekomen. Daarna kwam het nieuws in hele kleine beetjes naar buiten. Ik zal mijn verhaal niet afmaken, want de Staatssecretaris zegt dat het niet waar is. Dan mag ze zeggen hoe het wel is gegaan. Maar eerst mag ze de vraag beantwoorden hoe het zit met die verschillende jurisprudentie.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter, als ik u was, zou ik die vraag niet aan de heer Wassenberg toerekenen als interruptie, want die zit in het volgende blokje, dus daar kom ik zo op.

Dan ga ik in op de vraag of het niet gemeld is en of er pas na een hele tijd brokjes informatie naar buiten zijn gekomen. Op 23 april heeft het incident zich voorgedaan. En op 23 april is gemeld aan de veiligheidsregio dat het een situatie was zonder gevaar. Dat is direct dezelfde dag gemeld. Het is niet aan de ANVS gemeld. Daarom vind ik dat wij in Nederland onze eigen back-uploop moeten organiseren, om ervoor te zorgen dat het nooit daaraan kan liggen als het per ongeluk niet bij een van de twee partijen terechtkomt. Maar het is meteen gemeld. Er is meteen gemeld dat het een situatie betrof die geen gevaar opleverde. Waar ik niet tevreden over ben, is dat niet meteen de details – waar ging het dan over? – door zijn gegeven. Want als daar dan dingen over naar buiten komen, kun je, als je de details weet, veel sneller aangeven: het zit inderdaad in het nucleaire gedeelte, maar juist met al die schillen die daaromheen zitten, is er ook echt geen risico dat het naar buiten komt. Dat hadden we eerder moeten weten. Dan hadden we ook eerder de onrust weg kunnen nemen, want die hoefde er niet te zijn.

De heer Wassenberg (PvdD):

Met uw permissie, voorzitter, zeg ik dat dit niet helemaal klopt met wat de commissaris van de Koning in Noord-Brabant heeft geschreven. Ik heb het mailtje doorgestuurd gekregen dat hij op 3 mei naar provinciale staten heeft gestuurd. Daarin zegt hij dat actieve informatievoorziening vanuit het FANC en de ANVS richting Noord-Brabant en de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant onvoldoende of zelfs afwezig is geweest. Dus hij noemt expliciet de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Die zou geen informatie hebben gehad, noch van het FANC, noch van de ANVS. Ik kan dat niet controleren. Ik lees nu alleen maar voor wat de commissaris van de Koning op 3 mei, anderhalve week na het incident, heeft geschreven.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Maar ik heb het natuurlijk ook heel goed laten uitzoeken. Ik denk dat het verschil zit in het feit dat er wel gemeld is maar dat niet de inhoud van het incident gemeld is. De inhoud is toen inderdaad niet gemeld. Dat is precies waar ook mijn onvrede zit, omdat daardoor heel veel onrust ontstond, die er niet had hoeven zijn als we meteen hadden kunnen zeggen: we wisten inderdaad dat het ging om een lekkage in het nucleaire gedeelte; dat water is allemaal opgevangen in datzelfde nucleaire gedeelte en er is geen enkel moment een risico geweest dat het naar buiten zou lekken. Die informatie, dus waar het over ging, is inderdaad niet meteen gedeeld. Dat had wat mij betreft wel gemoeten. Daar zou weleens het licht kunnen zitten tussen wat u voorleest en wat ik zeg. Ik zal het volgende doen. Ik zal met de commissaris bellen om mij ervan te verzekeren dat dit zijn zorgpunt was. Als hij nog andere zorgpunten heeft, dan kan ik die eventueel meenemen in het gesprek dat ik morgen telefonisch met Minister Jambon zal hebben, want ik vind het echt belangrijk dat we alle zorgen hier serieus nemen en actie ondernemen om dit te verbeteren. Dat wil niet zeggen dat het een garantie is dat er nooit meer iemand een steekje zal laten vallen, maar daar waar we lessen kunnen leren, moeten we dat doen.

Dan de vraag over ongelijke behandeling van burgers aan beide kanten van de grens. Dat is precies het onderwerp dat ik aan de orde heb gesteld tijdens het eerste gesprek dat ik met Minister Jambon had. Allereerst is er een onderscheid tussen vergunningen en wetgeving. Er zit geen onderscheid bij de inspraak op vergunningen, dus iedereen mag in België of Nederland inspreken. Dat geldt ook voor burgers aan de andere kant van de grens. Dat hebben we dus goed georganiseerd. Maar er is wel een verschil bij het informeren over een vergunningsprocedure. Als je niet weet dat er een vergunningsprocedure is, kun je simpelweg ook niet inspreken. Het informeren van gemeenten gebeurt in België binnen 5 kilometer en in Nederland binnen 10 kilometer. Het informeren van burgers gaat in België via gemeenten en kennisgeving bij het gemeentehuis. Dan moet je daar maar net langskomen. In Nederland gebeurt dat via diverse kranten, ook lokale buitenlandse kranten. Precies op dat punt moeten we er in de praktische uitvoering voor zorgen dat we de informatievoorziening over de inspraakmogelijkheden versterken. We hebben nu allerlei digitale media, via welke je dat zou kunnen verbeteren.

Daarnaast is er de wetgeving. Die mogelijkheid bestaat er niet voor wetgeving. Ik heb wel al in december aan Minister Jambon gevraagd: zouden we eens kunnen nadenken over de vraag of er, mocht het om wetgeving gaan waarbij er toch een nauwe betrokkenheid zou worden gevoeld, een mogelijkheid is om in ieder geval kennis te nemen van de zorgen die er zijn in de regio? Dan gaat het specifiek om dit onderwerp, omdat de centrales zo dicht bij Nederland staan. Laten we zorgen dat we dan een pragmatische oplossing vinden waarbij we niet onze hele parlementaire stelsels op elkaar hoeven af te stemmen, maar waarbij de mensen in de regio wel gehoord worden. Ik zal Minister Jambon ook tijdens het gesprek morgen eens vragen of hij daar verder over na heeft gedacht en welke mogelijkheden daarvoor zijn.

U vroeg om een juridische analyse. In de eerdere Kamerbrieven van oktober 2016 en 18 april 2017 – ik kan mij zo voorstellen dat u die misschien niet allemaal meer boven op de stapel had liggen – stond informatie over de vergunningsprocedures. Maar ik ben graag bereid om die informatie nog een keertje te actualiseren en ook eens te kijken naar de vraag die u heel specifiek stelt: hoe ga je nou om met verschillende wetgeving aan verschillende kanten van de grens, als dat verschillende waarborgen zou geven, en wat is dan eigenlijk de situatie waar we mee geconfronteerd worden? Ik ben graag bereid om dat ook in die brief op te nemen.

Dan de verruiming van de inspraakmogelijkheden. Het doel is om aan beide zijden van de grens binnen 20 kilometer actief te informeren over lopende vergunningsprocedures en de mogelijkheid tot inspraak. De ANVS en het FANC bekijken momenteel al samen hoe het beste invulling daaraan kan worden gegeven. Het FANC wil daar dus ook echt aan meewerken. Daar is eind maart nog een gesprek over geweest. Ik heb in het najaar van 2018 overleg met de Duitse autoriteiten over hetzelfde onderwerp.

De voorzitter:

Het ging dus over de communicatie over vergunningen. Mevrouw Beckerman heeft een vraag hierover.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik ben niet helemaal tevreden hierover. In januari is er een motie van de heer Wassenberg en mijzelf aangenomen (25 422, nr. 216). Daarin staat: «verzoekt de regering onderzoek te doen naar de mogelijkheid een landelijke site op te zetten waar alle actuele informatie betreffende binnen- en buitenlandse kerncentrales en kernreactoren, alsook benodigde informatie ten aanzien van rampenplannen, op één centrale plek terug zijn te vinden». Nu zegt u eigenlijk: we hebben deze site gemaakt, maar die is nog niet vindbaar, en we hebben nog een andere site gemaakt. Er zijn allemaal verschillende sites die niet allemaal even goed vindbaar zijn. U zegt ook: het is misgegaan bij het laatste incident en, o ja, Duitse informatie is ook niet terug te vinden. Ook de kernreactor in Emsland heeft namelijk een probleem. Ik wil u nog één keer vragen: wat gaat u nu doen met die aangenomen motie, waarin de Kamer toch vrij duidelijk haar voorkeur voor een duidelijke site heeft uitgesproken? Ook die rampenplannen vind ik vrij essentieel. U zei net dat er de vorige keer naar is gevraagd in een AO'tje. Maar dit is een aangenomen Kamermotie. De vorige keer bleek bijvoorbeeld dat de Veiligheidsregio Groningen nog helemaal geen plan heeft, terwijl Groningen toch ook binnen 100 kilometer van de kerncentrale in Emsland zit. Wij hebben toen gevraagd: zorg dat dat er komt, maar zorg er ook voor dat het inzichtelijk is en dat het voor inwoners te vinden is. U zegt: ik wil geen paniek. Maar er ontstaat natuurlijk paniek als de informatie vanuit de overheid slecht vindbaar is.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik zou de Kamerleden niet tekort willen doen, maar ik vind dat de Kamerleden zichzelf ook niet tekort moeten doen, want een AO is net zo belangrijk als een debat in de plenaire zaal. Ik zou het zeker niet «een AO'tje» noemen. Daarom zitten we hier met elkaar.

In de motie die mevrouw Beckerman net heeft voorgelezen staat: onderzoek de mogelijkheden. Ik ben verder gegaan dan het onderzoeken van de mogelijkheden. Ik heb gewoon gezegd: ik wil inderdaad dat er zo'n website komt. Is die helemaal perfect volgens het idee dat mevrouw Beckerman in haar hoofd had? Blijkbaar niet. Ik hoor graag concrete suggesties voor verbetering daarvan, want mijn intentie is echt dezelfde als die van mevrouw Beckerman: ervoor zorgen dat informatie goed toegankelijk is. Mevrouw Beckerman heeft net een aantal concrete suggesties genoemd. Ik ben graag bereid om daar nog een keer met de mensen naar te kijken, want we delen echt hetzelfde doel. We hebben ook echt een heel aantal mooie stappen gezet, denk ik.

Ik kom op het punt van de rampenplannen. Ik laat ze zelfs uit het Duits vertalen. Zo zorgen we ervoor dat ook Duitse informatie voor Nederlandse inwoners in die regio gewoon goed toegankelijk is. Nou weet ik niet hoe toegankelijk een rampenplan is als het gaat om het lezen ervan, maar ik wil in ieder geval niet dat de taal daar een barrière voor is. Ik doe dus echt mijn best om te kijken wat we eraan kunnen doen.

Er is gezegd dat er verschillende websites zijn. Er is een landelijke site, crisis.nl, voor als er in Nederland echt een grote crisis uitbreekt. Dat is niet een nieuwe website die ik heb opgericht. Het betreft gewoon de basiscrisisstructuur in Nederland. Daarnaast zijn er situaties waarin er geen crisis is maar mensen zich wel zorgen maken. Ik deel de opvatting van mevrouw Beckerman dat we ervoor moeten zorgen dat informatie zo goed mogelijk toegankelijk is. Dan is er altijd de vraag of een grote hoeveelheid toch ook vaak technische informatie voldoende toegankelijk gestructureerd is en dergelijke. De site is opgezet. Ik neem graag alle suggesties voor verdere ontwikkeling mee, maar dit is de intentie. Ik ben dus verder gegaan dan «onderzoek de mogelijkheden». Ik ben aan de gang gegaan. Nogmaals, suggesties voor verbetering zijn altijd welkom.

De voorzitter:

Dit is gewoon een reactie. Bent u er niet tevreden of wel tevreden mee? Of heeft u nog suggesties?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik heb ook een aantal suggesties gedaan, bijvoorbeeld: zorg dat al die rampenplannen er zijn per regio, want dat is nog niet zo, en zorg dat die ook op die website staan. Daar zou ik toch wel graag een reactie op willen, want er zijn heel veel regio's, ook regio's binnen die 100 kilometer, waarvoor geldt dat de veiligheidsregio nog steeds niet zo'n plan heeft. Mensen krijgen zo'n pakje thuis. Ze willen weten wat ze moeten doen ingeval er iets gebeurt. Dan is er een site met allerlei leuke poppetjes, maar ze willen ook voor hun regio specifieke informatie op een goede plek kunnen vinden.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik dacht: ik vraag even na hoeveel rampenplannen we eventueel nog missen. Binnenkort vindt het overleg met de veiligheidsregio's plaats, dat door Minister Grapperhaus wordt georganiseerd. Ik heb ook gezegd: ik wil dat nucleair daar op de agenda staat. Ter voorbereiding daarvan ga ik ook nog een keer spreken met een aantal van de burgemeesters uit de verschillende regio's. We zullen ook eens inventariseren waar er nog rampenplannen ontbreken, want ik deel de mening van mevrouw Beckerman dat het belangrijk is dat we gewoon een dekkende set plannen hebben voor de regio's die ermee te maken zouden kunnen hebben. Ik denk dat het belangrijk is dat al die regio's zorgen dat er een goed plan ligt, voor het geval er een nucleair ongeval zou plaatsvinden. Dank voor deze specifieke suggestie. We gaan nog een keer goed kijken waar er nog iets mist. Nogmaals, het is ook voor mij een punt in de bespreking met de veiligheidsregio's, om er nog een keer nadrukkelijk met de mensen over te spreken. Ik ben graag bereid om daar nog iets over in een brief te zetten. Ik zal even kijken wanneer die gesprekken er zijn. Tegen die tijd kijk ik wat de uitkomst is van dat overleg. Misschien is het goed als we dat allemaal in één keer meenemen.

De voorzitter:

Dan gaan wij, dacht ik, naar het blokje veiligheid Borssele, eindberging, PALLAS en overig.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, dat zijn wat dunnere stapeltjes. Mevrouw Van Tongeren vroeg naar het onderzoek naar vliegtuiginslag, het eerste onderzoek van de ANVS. Er is een vervolgonderzoek. Mevrouw Van Tongeren weet als geen ander hoe complex het is. We toetsen het ook met behulp van buitenlandse experts. Een van de laatste missies die er in Nederland is geweest was: verzamel de ervaringen. Er is 233 jaar aan nucleaire ervaring. Dat soort ervaring heb je ook nodig om te beoordelen of het nou echt goed genoeg is. Dat onderzoek is gereed in 2019.

Meneer Van Aalst vroeg nog of we kunnen garanderen dat er in Borssele bij de interne veiligheid niets speelt. Dat is inderdaad een belangrijk onderwerp. De ANVS houdt daar ook toezicht op. Er is recent een IAEA-onderzoek geweest naar de veiligheidscultuur bij Borssele. Die was in het verleden een probleem. De uitslag van het onderzoek is dat de veiligheidscultuur goed is. Ik heb zelf ook dat rapport nog eens nagelezen. De conclusies van de missie zijn echt heel lovend. Die veiligheidscultuur houdt in dat zaken gemeld worden. Ik weet dat de heer Van Aalst ook nog op een ander punt van de interne veiligheid doelt. Ook dat punt is extern onderzocht. Ook daar zijn absoluut geen aanwijzingen geweest dat het op enige manier een risico zou vormen. Maar al deze aspecten horen allemaal bij veiligheid. Die moeten we dus in de gaten houden.

GroenLinks had een vraag over de uitzending van ZEMBLA over C2000. Ik heb die uitzending ook bekeken, want als er een crisis is, moet de communicatie werken. Mocht C2000-communicatie om welke reden dan ook niet mogelijk zijn, dan zijn er nog diverse alternatieven beschikbaar. Er is de optie van redundante informatie. Er is bijvoorbeeld satellietcommunicatie, een directe vaste telefoonverbinding met de regionale meldkamer en ook nog een extern noodnet. Als het systeem niet werkt, zijn er dus andere systemen waar gebruik van kan worden gemaakt.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Kunnen er zwaardere, grotere zendmasten komen in de grensregio – daar is dat ook gevraagd – zodat C2000 een betere dekking heeft in dat gebied?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De Minister van JenV is verantwoordelijk voor het C2000-netwerk. Ik zou deze vraag eigenlijk graag bij hem willen neerleggen, maar ik zal aangeven dat het in de context van het debat over nucleaire veiligheid door de Kamer is gevraagd.

Voorzitter. Dan de eindberging. In 2130 moeten we klaar zijn voor de eindberging van ons nucleair afval. Dat is een lastige beslissing, maar we hebben ook nog wel even de tijd om daartoe te komen. Het begint natuurlijk met heel goed onderzoek doen. Er is al onderzoek gedaan naar een aantal oplossingsmogelijkheden. Recent heb ik u ook de resultaten van OPERA gestuurd. Die gingen over eindberging in de Boomse klei. Die resultaten geven een indicatie dat er een mogelijkheid zou zijn, maar er zijn ook nog allerlei onzekerheden. Wat ook onderzocht is, is eindberging in steenzout en in Ieperse klei. Je leert van alles. Die lagen zijn mogelijk geschikt voor eindberging. Maar ik ben nog helemaal niet toe aan het nemen van een besluit, want de klankbordgroep zal eerst advies uitbrengen over het maatschappelijke traject dat we met elkaar moeten volgen. Als je het hebt over onderwerpen die emoties oproepen bij mensen, dan is dit er één. Ik wil het heel zorgvuldig gaan inzetten.

Het onderzoek naar boorgaten zal mogelijk nader worden beschouwd. Er is ooit een onderzoek geweest, maar er zijn nadere inzichten, begrijp ik, over de terugneembaarheid. In de jaren tachtig is berging in diepe boorgaten onderzocht. Ook in de verkennende studie in 2014 is berging in boorgaten meegenomen. Maar we blijven ook deze optie goed bekijken.

Eindberging, op welke manier dan ook, moet natuurlijk te allen tijde veilig zijn voor mens en milieu. Het mag natuurlijk geen effect hebben op waterwinning. Het is nu nog te vroeg om daar iets over te zeggen, maar het is natuurlijk een randvoorwaarde die we gaan hanteren.

Ik kan nog niet aangeven wanneer de klankborgroep precies van start gaat, omdat we eerst met de kwartiermaker gaan kijken naar de scope: wat gaat die klankbordgroep nou precies doen, hoe gaan ze het maatschappelijke traject vormgeven, waar gaan ze precies naar kijken en welke onderzoeken moeten er nader worden ingevuld? Dat gaan we vormgeven. Ik ben ook graag bereid om daar met de Kamer nog een keer van gedachten over te wisselen en u te vragen of u nog elementen mist waarvan u zegt: het zou belangrijk zijn dat de klankborgroep dat meeneemt. Het is echt een vraagstuk van nu en van de toekomst. Radioactief afval bestaat. We moeten echt in alle zorgvuldigheid kijken naar alle aspecten die we belangrijk vinden. Daar hebben we ook de tijd voor. Die wil ik daar ook voor nemen.

Dat was het blokje.

De heer Von Martels (CDA):

Die kwartiermaker is natuurlijk niet voor niets ingesteld. Die komt met een advies. De Staatssecretaris schrijft ook dat ze aan de slag gaat met de adviezen van de kwartiermaker en dat zij de komende tijd voorbereidingen gaat treffen om de vorming van het gremium te kunnen starten. U schrijft dat u nog naar voren kijkt, of naar achteren, zo u wilt. Maar ik zou toch wel willen horen wanneer dat nu echt gaat plaatsvinden en wanneer we dat gesprek kunnen aangaan.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Die kwartiermaker is er. We gaan dus kijken wat de scope moet zijn en welke onderzoeken en dergelijke er precies allemaal zouden moeten plaatsvinden. We gaan ook na welke aspecten we moeten bekijken. Kunnen we daar in het najaar iets meer over zeggen? Ik kan mij goed voorstellen dat u zegt: ik wil er wel wat meer over weten. Maar het is ook wel goed als we dan wat meer body eraan kunnen geven. Dus laten we zeggen dat we daar in het najaar op terugkomen.

De heer Von Martels (CDA):

Dat zie ik als een toezegging, voorzitter.

De voorzitter:

Ik geloof dat die ook opgeschreven gaat worden. Gefeliciteerd.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan over PALLAS; de vraag van de heer Ziengs over de vergunning. Het vooroverleg met ANVS is gestart door PALLAS. Ook dat is met alle waarborgen die nodig zijn, een ingewikkeld proces dat we moeten doorlopen. We hebben nog geen aanvraag ontvangen. PALLAS denkt die in 2019 te kunnen indienen. Het tijdschema is dan: 2019–2020 aanvraag van de vergunning, zodat er in 2022 een vergunning zou kunnen zijn, dan de aanvraag in werking brengen en dan heb je nog dat de vergunning in werking is. Dat is een heel stappenplan.

Ik denk dat het politieke punt dat de heer Ziengs hier wil maken, is dat we zorgen dat er niet door vertraging in de vergunningverlening mogelijk sturende werking op de keuze uitgaat, waar de heer Wiebes het over had. Daar zullen we uiteraard op letten. Tegelijkertijd kan een vergunning pas worden afgegeven als de benodigde informatie daarvoor beschikbaar is, maar ik snap de opmerking van de heer Ziengs volledig.

Mevrouw Van Tongeren had nog een vraag over de investeringen voor Borssele. De ANVS toetst altijd de veiligheid. Ook Borssele moet alle veiligheidsmaatregelen nemen. De ANVS ziet erop toe dat die veiligheidsmaatregelen genomen worden.

Zij had ook vragen over de ontmanteling van Borssele. De Algemene Rekenkamer constateert dat de verbeterpunten in uitvoering zijn. Het dossier van Borssele wordt geactualiseerd.

Zij maakte ook een opmerking die betrekking heeft op de terugvalopties. Het wordt nu aangescherpt. De kosten en de zekerheidstelling worden elke vijf jaar geactualiseerd. De situatie is uitgebreid onderzocht in 2016 en toen is gezegd dat er voldoende buffer was. Die financiële zekerheid is gesteld in een fonds en dit jaar komt er een extra bijdrage van EPZ aan dit fonds. Daarmee zou er zicht moeten zijn op die voldoende buffer.

Voorzitter, daarmee heb ik de overige vragen beantwoord.

De voorzitter:

Hartstikke mooi. Ik kijk nog even rond of er vragen zijn over alle blokken; een vraag per persoon, als u iets heeft, maar dat hoeft niet. Dit is geen tweede termijn maar een inventarisatie van mijn kant. Geen dringende vragen, dus dan starten we met de tweede termijn. De spreektijd is een minuut. We beginnen weer bij mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Een minuut. Om met het laatste onderwerp te beginnen, ik vond dat nog wel erg vaag. Meerdere sprekers hebben gezegd dat we ons zorgen maken over private winst en publieke kosten. De heer Wiebes heeft daarover ook een aantal vragen beantwoord. Wij zeggen dat het ons elke keer toch weer heel veel geld kost. Gisteren heeft de Algemene Rekenkamer zeer indringend gezegd: let op, de overheid controleert onvoldoende of er genoeg geld opzij wordt gezet. De Staatssecretaris zegt nu dat er later dit jaar een storting komt, maar het punt van de Rekenkamer is dat u daar te weinig toezicht op houdt. Daar zou ik nog wat meer visie op willen.

In een minuut kunnen we niet het debat overdoen over hoe we tegenover Doel en Tihange staan. Wij willen dat die centrales gesloten worden, evenals snellere sluiting van Borssele. Ik geloof dat daar nog een Kamerdebat over is. Ik twijfel of we nu een VAO moeten aanvragen of het Kamerdebat over Tihange erbij moeten betrekken. Dat is misschien een vraag aan de voorzitter. Ik had in eerste termijn een vraag aan de andere Kamerleden gesteld. Er is heel veel onduidelijkheid over of PALLAS noodzakelijk is. Wat zijn de andere opties? Hoe zit dat Europees? Is het niet slim om daarover een rondetafelgesprek te organiseren? Mag ik die vraag stellen?

De voorzitter:

U hebt deze nu gesteld, eigenlijk aan iedereen. Daar gaat u zelf over.

De heer Ziengs (VVD):

Ik wil daar even een opmerking over maken: dat is iets voor de procedurevergadering. Daar kunnen we breeduit met elkaar over dat soort dingen spreken.

De voorzitter:

Dat vind ik ook. Een VAO of niet, het debat intrekken of niet, omdat we dat nu al hebben gedaan, dat is allemaal aan u zelf. Ik zit slechts technisch voor en u maakt de keuzes en dan zeg ik altijd dat het de goede keuzes zijn, wat het ook is. Mevrouw Van Tongeren, u heeft anderhalve minuut, want die had mevrouw Beckerman uiteindelijk ook.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb eigenlijk alleen vragen over de eindberging. Dat gaan we pas over honderd jaar doen. Hoeveel onderzoeken uit 1918 nemen wij nu nog heel erg serieus? Hoe wil je bekijken hoeveel geld daarvoor nodig is? Over tien of twintig jaar komt er dan een definitief besluit. Ik vind die termijn veel te lang. De heer Wiebes had ook zo'n mooi pleidooi dat je niet de volgende generatie moet belasten. Dit is zeven generaties verderop. Bij dat hele dossier begrijp ik dat vooruitschuiven makkelijker is dan het oplossen. Ik heb de oplossing ook niet, maar over honderd jaar met een studie van nu, dat gaat ’m sowieso niet worden.

Verder heeft de Staatssecretaris een aantal heldere antwoorden gegeven en toezeggingen gedaan. EPZ gaat bijstorten, zodat er dan voldoende is voor de ontmanteling van Borssele. Ik zie dat met spanning en enthousiasme tegemoet.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Wassenberg. Misschien kunt u de vraag van mevrouw Beckerman beantwoorden, of misschien is dat ook voor de procedurevergadering.

De heer Wassenberg (PvdD):

Volgens mij moet dat in de procedurevergadering. Ik weet niet of mevrouw Beckerman nu een VAO heeft aangevraagd of niet.

De voorzitter:

Ik inventariseer dat zo meteen, maar ik schep verwarring. Gaat uw gang voor uw bijdrage.

De heer Wassenberg (PvdD):

Het is voor mij ook verwarrend of er nou een VAO is aangevraagd. Als dat niet zo is, dan wil ik dat nu doen.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman heeft dat al gedaan.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Dank voor de toezegging van de Staatssecretaris om te kijken waar het is misgegaan tussen de CdK, FANC, de ANVS en de veiligheidsregio's.

Inspraakprocedures zijn vergelijkbaar tussen België en Nederland, maar de manier waarop mensen informatie krijgen niet. Dat komt een beetje op hetzelfde neer. Ik heb The Hitchhiker's Guide to the Galaxy gelezen. Op een gegeven moment dreigt het huis van Arthur Dent te worden verpulverd door een aantal bulldozers die zijn huis willen wegvagen om daar een snelweg neer te leggen. Arthur Dent maakt bezwaar en zegt dat hij die plannen nooit heeft gezien. En dan zegt de gemeente dat die plannen wel ter inzage lagen, in de kelder van het gemeentehuis, op een plek waar de trap is weggehaald, het licht was uit, er was een wc die op slot was, daar hing een bordje op: Beware of the tiger, pas op voor de tijger, en daar lagen de plannen. Die had Arthur Dent natuurlijk niet gezien. Hoe moeilijker je het maakt om plannen te vinden in een procedure, hoe minder inspraak er komt. Het zit mij nog niet helemaal lekker dat daar toch grote verschillen zijn. Ik wil daarop nog even terugkomen bij het VAO.

De voorzitter:

Prima. Mevrouw Van Eijs.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Ik begon mijn bijdrage over PALLAS en de discussie hier ging over PALLAS versus Lighthouse. Ik ben blij dat de Minister aangaf dat hij niet te snel wil kiezen, want het zijn moeilijke keuzes, met grote implicaties. Het zou goed zijn als de keuze een soort van uitgekristalliseerd is voordat we die gaan maken, ook als we kijken naar de enorme molensteen om onze nek die het historisch afval in Petten inmiddels is. Daarom kijken we zeer uit naar waarvoor uiteindelijk gekozen wordt, ook wat betreft governance en de spreiding van de risico's en de baten en de lasten.

Ik ben blij met de stappen die de Staatssecretaris zet op het gebied van communicatie over de kerncentrales in België en eventueel Duitsland. Het is goed om al die verschillende stappen te zetten, maar we denken dat er altijd enige vorm van onrust zal blijven over de kerncentrales in België. Daarom denken we dat het heel belangrijk is om zo veel mogelijk te ondersteunen dat België daadwerkelijk gaat naar die kernuitstap, zoals ze dat zo mooi noemen, want dan hebben we uiteindelijk geen kerncentrales meer om ons zorgen over te maken.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Ziengs ziet ervanaf. De heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter, heel kort. Ik ben blij dat de Staatssecretaris ons toch weer gerustgesteld heeft wat betreft de veiligheid in België. Op dit moment zijn er geen veiligheidsrisico's voor omwonenden. Daar ben ik blij mee. Ik heb al vaker gevraagd om er met elkaar voor te zorgen dat we geen onrust creëren. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Een enkele keer waan ik mij wel in het Belgische parlement, want het gaat vaker over Doel en Tihange dan over onze eigen reactoren. De lekkages in de informatievoorziening en in het koelsysteem hebben niet bepaald tot onderkoelde reacties geleid. Er zijn genoeg lessons to be learned. Ik hoop wel dat we die samen, ook met de adviezen van de OVV, ter harte zullen nemen en in de toekomst dit soort taferelen kunnen voorkomen.

De belangrijkste discussie voor de toekomst vind ik toch wel hoe we omgaan met de medische isotopen. Ik hoop dan ook dat die discussie breed gevoerd kan worden. Daar zijn allerlei manieren voor en in de procedurevergadering zullen we daar ongetwijfeld ook een aantal discussies over kunnen voeren. Dat is voor mij van het allergrootste belang. Over die eindberging hoor ik de voorzitter wel de conclusies trekken.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u. Dank aan de Minister en de Staatssecretaris voor de beantwoording. Ik kan mij aansluiten bij de opmerkingen die zijn gemaakt over Borssele. Dat ging even heel snel, terwijl de Rekenkamer forse kritiek heeft: onvoldoende controle op het geld voor de sloop. Ik kan mij ook aansluiten bij de vragen over de eindberging. Eerlijk gezegd hink ik op twee gedachten. Ik snap heel goed dat de Staatssecretaris zegt dat we nog tijd hebben. Tegelijkertijd snap ik iedereen die zegt: schuif het probleem nou niet vooruit. Zoals ik het zie, lijken de noordelijke zoutkoepels een minder aantrekkelijke optie. Dan denk ik: hebben we nog veel meer informatie nodig om die optie af te schrijven? Ik zeg dat omdat we in Noord-Nederland op dit moment ook wel andere problemen hebben. Het is misschien ook niet nodig om die opties onnodig boven de markt of boven het land te laten hangen. Dat zijn de twee gedachten waar ik op hink. Wellicht wil de Staatssecretaris daar nog op reageren.

De voorzitter:

Dank u wel. De Staatssecretaris geeft wat verduidelijking en antwoorden op de vragen in tweede termijn.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Zeker, hartelijk dank voor deze nadere vragen. Ik ga even het rijtje af en soms combineer ik wat. Mevrouw Beckerman, mevrouw Dik en mevrouw Van Tongeren vragen om iets preciezer in te gaan op de Rekenkamer, en terecht. Laat ik bij het politieke punt beginnen. Ja, er moet voldoende geld zijn en we moeten er in de loop van de tijd goed toezicht op houden dat er voldoende geld is, punt. Als de Rekenkamer van mening is dat dit onvoldoende is gebeurd in het verleden, dan moeten we dat aanscherpen. Dat politieke punt delen we volgens mij allemaal. Hier moet gewoon genoeg geld voor zijn. Dan zijn er nog een aantal specifieke suggesties van de Rekenkamer: de marge van de onzekerheden ruimer nemen, zodat je je niet rijk rekent; de kosten van de afvoer van splijtstof en de premie van de aansprakelijkheidsverzekering ook meenemen in de kosten. Er zijn afspraken gemaakt over die extra storting in het fonds. Teruglenen uit het fonds mag alleen maar na toestemming van de Minister van Financiën, dus het geld dat daarin zit, zit achter slot en grendel bij de Minister van Financiën. Uit eigen ervaring weten we natuurlijk allemaal dat dit een stevig slot is. Naast het algemene politieke punt dat ik met de Kamerleden deel, zijn dat nog een paar concrete punten over de vragen die zij gesteld hadden. De kostenraming wordt ook inzichtelijker gemaakt, zodat we er meer toezicht op kunnen houden. Dat was ook een van de aanbevelingen en dat gaan we uiteraard doen.

Mevrouw Van Tongeren, mevrouw Dik-Faber en de heer Von Martels hadden het over de eindberging. Er is geen sprake van dat ik zeg: ach, we hebben nog zolang, dus we gaan over honderd jaar die onderzoeken nog eens tegen het licht houden. Dat is niet wat ik wil doen. Tegelijkertijd weet ik dat dit een proces is dat je heel zorgvuldig moet doorlopen. Dat is wat ik wil doen: ik wil dat proces heel zorgvuldig voeren. Wat ik met die termijnen wil aangeven, is dat we ook geen bloedspoed hebben, dus zorgvuldigheid boven snelheid. Dat vat het volgens mij het beste samen.

Ik begrijp het punt van mevrouw Dik-Faber dat het soms ook kan helpen om opties te laten afvallen. Een van de vragen die we meenemen bij de klankbordgroep is of we al zo ver zijn dat we bepaalde opties kunnen laten afvallen. Ik durf niet op voorhand te zeggen of dat maatschappelijk gezien de beste optie is, want als je zegt dat het ergens niet komt, dus de kans daar verlaagt, dan wordt de kans groter dat het in een ander gebied komt. Misschien zijn er technische redenen om te zeggen: gezien wat we nu hebben onderzocht, is het wel duidelijk dat dit geen optie meer is. Als dat uit die analyse komt, kun je kijken of dat een verstandige stap is om te nemen. Wat mij betreft moeten we hiermee zorgvuldig aan de gang gaan; zorgvuldigheid boven tempo, maar we gaan het niet honderd jaar laten liggen omdat we nog zoveel tijd hebben. Ik neem de Kamerleden graag mee in dat proces.

Dan meneer Wassenberg over de informatievoorziening. Ik ben het helemaal met hem en met Arthur Dent eens dat niet alleen de jure maar ook de facto mensen redelijkerwijs toegang moeten hebben tot de informatie. Hij hoeft geen motie in te dienen om mij daartoe aan te sporen, want ik zit helemaal op datzelfde spoor en ik bespreek ook met de Belgische Minister hoe we op een goede manier een oplossing daarvoor kunnen vinden. Ik snap dat punt heel goed.

Mevrouw Van Eijs had het nog over de communicatie, net als de heer Von Martels. Ik denk dat we helder hebben gezien dat dit beter moet. Daarbij is het ook van belang om de rust te bewaren. Het is ook van belang dat we alle kanalen waarlangs mensen hun informatie zoeken, in gelijke mate bedienen. In eerste termijn vroeg iemand of we de social media voldoende meenemen. Dat is ook een vraag die ik heb gesteld. We moeten ook zorgen dat we die informatie beschikbaar maken op social media waar mensen op zitten en via de kanalen waar mensen als eerste op zoek gaan naar informatie, naast een website waar mensen naartoe kunnen gaan voor aanvullende informatie. Ook op die snelle communicatiemedia moet helder zijn wat er aan de hand is.

Voorzitter, ik hoop dat ik daarmee de vragen in tweede termijn beantwoord heb. Voordat ik afsluit, we hebben het veel gehad over het belang van communicatie. Er is iemand die daarover een heel interessant boekje heeft geschreven, specifiek in relatie tot informatie over nucleaire incidenten. Dat boekje wil ik de Kamerleden meegeven om eens te lezen. Ik vond het een heel interessante studie naar communicatie in de context van een nucleair ongeval.

De voorzitter:

Dank u wel. We hebben vier toezeggingen genoteerd en die draag ik voor:

  • De Kamer krijgt een overzicht van de oefeningen die zijn geweest.

  • De Kamer zal worden geïnformeerd over de vergunningsprocedure en wetgeving aan beide zijden van de grens.

  • De Kamer zal worden geïnformeerd over de gesprekken met de burgemeesters in het kader van het veiligheidsoverleg over al dan niet ontbrekende rampenplannen.

  • De Kamer zal worden geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van de kwartiermaker en de klankbordgroep inzake de eindberging.

Verder heeft het lid Beckerman een VAO aangevraagd. Dat is wat ik heb staan.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter. Ik stel voor dat ik deze punten gezamenlijk in één brief aan de Kamer aanbied.

De voorzitter:

Ja.

Dan dank ik de bewindspersoon en de ondersteuning. Ik dank de Kamerleden en alle mensen op de tribune of die meekeken.

Sluiting 17.50 uur.

Naar boven