25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 156 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2016

Mede naar aanleiding van berichtgeving in diverse media hebben verschillende partijen hun zorg uitgesproken over de veiligheidssituatie in Petten. Ook is er een debat door uw Kamer aangevraagd over dit onderwerp (Handelingen II 2015/16, nr. 109, Regeling van Werkzaamheden).

Ik heb begrip voor deze zorg die ontstaat na dergelijke berichtgeving. Met deze brief wil ik u informeren over de stand van zaken in Petten en over de inspanning die de toezichthouder, de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS), op dit vlak levert.

De ANVS concludeert op basis van de verzamelde inspectiebevindingen dat er op dit moment geen twijfel bestaat over de nucleaire veiligheid bij NRG te Petten. Wel bestaan er risico’s op termijn gezien er sprake is van een verslechterde financiële situatie die leidt tot risico’s voor de continuïteit van de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland (Stichting ECN).

Sinds 2012 staat NRG (dochterbedrijf van Stichting ECN) onder verscherpt toezicht van de ANVS. Hoewel sinds 2012 de situatie aanzienlijk verbeterd is, duurt dit verscherpt toezicht voort. Het oordeel van de ANVS is dat er op dit moment sprake is van een veilige situatie ondanks de onzekere financiële toekomst van het bedrijf.

De laatste twee jaar kwamen er bij de ANVS uit diverse bronnen signalen binnen over ontevredenheid en/of onzekerheden bij de NRG medewerker. In dit verband werden er begrippen als «angstcultuur» en «veiligheidscultuur» naar voren gebracht. De ANVS heeft de afgelopen twee jaar een aantal malen contact gehad met personen die vertrouwelijk informatie over NRG met de ANVS wilden delen.

De ANVS is met deze personen en de door hen verstrekte informatie omgegaan conform de interne ANVS-richtlijnen voor het omgaan met klokkenluiders.

De ANVS neemt signalen over nucleaire veiligheid uitermate serieus, gaat het gesprek aan met betrokkenen en voert zo nodig extra inspecties uit. Dat is in deze specifieke gevallen ook gedaan. Bij de voorbereiding, de uitvoering en de rapportage van nagenoeg alle inspecties die de ANVS bij NRG heeft gedaan, heeft de ontvangen informatie een rol gespeeld. Ook bij inspecties die primair gericht waren op techniek, procedures, management e.d. is aandacht gegeven aan de signalen die hierboven vermelde personen aan de ANVS hebben gegeven.

In de media zijn de afgelopen tijd meerdere klokkenluiders naar voren getreden met hun verhaal. Naar aanleiding daarvan heb ik uw Kamer diverse malen geïnformeerd (Kamerstuk 25 422, nr. 152 en Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nrs. 3063 en 3375). Ook heb ik met uw Kamer over de zorgen van de klokkenluiders gesproken tijdens het Algemeen Overleg op 24 mei 2016 (Kamerstukken 32 645 en 25 422, nr. 84).

Het document van een ex-medewerker van NRG dat op 8 september openbaar is gemaakt was bekend bij de ANVS omdat dit in februari 2016 aan de ANVS is overhandigd. De opsteller van het document heeft de ANVS verzocht om vertrouwelijkheid. De ANVS heeft toen ook met de opsteller en een aantal klokkenluiders gesproken. De inhoud van het document is, zoals eerder beschreven wordt door de ANVS, actief betrokken en als informatie bij toezicht op NRG gebruikt. Het document was mede aanleiding om een IAEA missie uit te nodigen die zich speciaal zou richten op het thema veiligheidscultuur.

Huidige situatie NRG

Technische staat installaties NRG

NRG richt zich op het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR) tot 2026 en de andere installaties ook daarna. De HFR en de andere installaties zijn ontworpen met een bepaalde robuustheid, echter niet met een bepaalde levensduur als uitgangspunt.

De Hoge Flux Reactor is door de jaren heen meermalen gemodificeerd. Deze modificaties hadden soms tot doel de functionaliteit van de reactor te verhogen, zoals bij de verhoging van het vermogen. Echter, in veel gevallen zijn juist modificaties uitgevoerd om de veiligheid van de reactor te verhogen door naar nieuwe inzichten in de wetenschap en techniek te kijken. Voor alle modificaties geldt dat de gevolgen hiervan voor het milieu op de passende manier beoordeeld zijn en dat onomstotelijk moest worden aangetoond dat de gehele gemodificeerde installatie, inclusief de bestaande en nieuwe onderdelen en activiteiten voldoen aan de veiligheidseisen. Het ontwerp van de huidige, gehele installatie is dan ook aantoonbaar geschikt voor de activiteiten die NRG uitvoert en het vermogen waarop de HFR opereert.

Het is zeker niet uit te sluiten dat de beschikbaarheid van de installaties in de toekomst zal afnemen door onverwachte verstoringen. Het door NRG gestarte programma om de veroudering van de installaties te beheersen geeft echter, mits volledig en tijdig uitgevoerd, voldoende zekerheid dat de nucleaire veiligheid op het gewenste niveau blijft. Dit omdat het programma nucleaire veiligheid boven beschikbaarheid stelt. In opdracht van de ANVS vindt van 4 tot 11 oktober 2016 een INSARR-missie (verplichting vanuit de vergunning, focus op veiligheid) bij de NRG-HFR plaats. Op 11 oktober zullen de resultaten van deze missie bekend worden gemaakt aan de ANVS.

Veiligheidscultuur

De ANVS concludeert dat er op dit moment geen twijfel bestaat over de nucleaire veiligheid. Wel dient ervoor gewaakt te worden dat NRG zijn veiligheidsprestaties borgt en continu verbetert. Bijzondere (omgevings)factoren van NRG vormen hiervoor, op termijn, een risico.

Deze conclusie is afgeleid uit inspecties die vooral gericht zijn op de installatie (techniek) en de bijbehorende bedrijfsvoering. Bij inspecties wordt ook aandacht besteed aan elementen die als onderdelen gezien worden van het begrip veiligheidscultuur. Te noemen zijn elementen als leiderschap, veiligheidsbewustzijn, risicobewustzijn, communicatie, leren van incidenten, continu verbeteren, commitment en openheid/transparantie.

De veiligheid van de HFR wordt mede bepaald door het gedrag van het personeel dat zich bezig houdt met het bedrijven en onderhouden van de reactor. De ANVS heeft niet kunnen vaststellen dat er aantoonbare onveilige beslissingen worden genomen met betrekking tot het bedrijven en onderhouden van de HFR. Er zijn duidelijk voorbeelden waaruit blijkt dat operators zelfstandig functioneren en hoogste prioriteit geven aan nucleaire veiligheid.

Bij NRG zijn het afgelopen jaar geen bijzondere (vergunnings) overtredingen vastgesteld. Ook constateert de ANVS dat er door de directie tijd en middelen beschikbaar worden gesteld voor het coachen van het veiligheidsgedrag van het personeel met behulp van externe ondersteuning en er positief en constructief wordt meegewerkt aan externe toetsing en evaluaties van het veiligheidsgedrag (veiligheidscultuur) zoals door de International Atomic Energy Agency (IAEA).

Tijdens de eerder genoemde INSARR missie die in oktober plaatsvindt zal ook een kleinschalig assessment naar de veiligheidscultuur plaatsvinden. Begin 2017 volgt op verzoek van ANVS en NRG een ISCA-missie: een speciale missie gericht op onderzoek veiligheidscultuur. Beide assessments worden uitgevoerd door de IAEA waardoor er sprake is van een grote mate van deskundigheid en onafhankelijkheid. Deze IAEA missies zijn er onder andere op gericht een beeld te krijgen van de «diepere lagen» van de veiligheidscultuur (en dat bestaat uit meer dan wat zichtbaar en direct merkbaar is).

Naast deze onafhankelijke missies van de IAEA voert de ANVS de komende weken een aantal gesprekken met de directie, het management en medewerkers van stafafdelingen en de bedrijfsunits van NRG. Ingegeven door de zorgen over de onzekere (financiële) situatie van NRG/ECN in relatie tot de wijze waarop dit mogelijk invloed heeft op het veiligheidsgedrag van het personeel van NRG.

Financiële situatie

Eén van de eisen die aan een nucleair bedrijf wordt gesteld, dus ook aan NRG, is dat het bedrijf beschikt over voldoende financiële en personele middelen om te voldoen aan de verplichtingen inzake de nucleaire veiligheid. Dit aspect is ook onderdeel van het toezicht van de ANVS.

ANVS heeft in het kader van het toezicht ook informatie opgevraagd bij NRG om inzicht te krijgen in de financiële situatie van NRG in relatie tot de nucleaire veiligheid. Tot nu toe is het de ANVS gebleken dat NRG noodzakelijke investeringen, zowel financieel als personeel, die nodig waren om de nucleaire veiligheid op voldoend hoog niveau te houden, steeds zijn gedaan.

De Minister van Economische Zaken heeft aangekondigd dat hij voor 1 oktober 2016 een integraal besluit zal nemen over ontvlechting van de Stichting ECN en de toekomst van de verschillende activiteiten. Bij dit besluit zal hij onder meer de borging van de (nucleaire) veiligheid, de voorzieningszekerheid van medische radioisotopen, de (economische) levensvatbaarheid (in voorkomend geval) voor alle toekomstige onderdelen en de juridische, technische en financiële haalbaarheid van de mogelijke oplossingen meewegen. De Kamer wordt hierover in het vierde kwartaal van 2016 geïnformeerd.

Hopende uw Kamer voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven